Aanvoerder Eric Brouwers hoopt laatste seizoen op handhaving
“Als het lukt is ‘t eerste kratje voor mij”
WARFSTERMOLEN – Het was kantje boord voor De Lauwers afgelopen seizoen. Nadat de equipe zich ternauwernood handhaafde na strafschoppen mocht heel Warfstermolen opgelucht ademhalen. Komend voetbaljaar zijn de verwachtingen dan ook niet hooggespannen op ’t Meertenust.
Aanvoerder Eric Brouwers hoopt dan ook dat De Lauwers het kunstje in zijn laatste jaar als selectiespeler kan herhalen. De dertigjarige verdediger voorziet namelijk een lastig jaar. “Ik denk dat het heel lastig gaat worden”, erkent hij. “Er komt wel wat jeugd bij, maar met Gerard Dam (gaat in Nijmegen wonen, red) vertrekt er toch een sterkhouder. Ik denk wel dat we de potentie hebben om te handhaven, maar afgelopen jaar was het ook kantje boord.”
Brouwers doelt op de nacompetitieclash tegen Woudsend, een tweeluik die allerminst gemakkelijk verliep voor De Lauwers. Nadat de thuiswedstrijd in 2-2 was geëindigd werd het in Woudsend 1-1 en moesten strafschoppen de beslissing brengen. Aangezien de nemers van Woudsend niet wisten te scoren, mocht heel Warfstermolen opgelucht ademnhalen. Handhaving was een feit. Komend jaar moet er dus geen wonderen worden verwacht van De Lauwers. Brouwers hoopt dan ook dat de ploeg zich snel veilig voetbalt. “Ik hoop gewoon dat we eerder veilig zijn en dat we ons op het einde geen zorgen meer hoeven maken om degradatie. Een plekje in de middenmoot zou dan heel mooi zijn.”, hoopt hij. “Als dat lukt is het eerste kratje bier van mij…”
Of dat gaat lukken is de vraag, feit is wel dat Brouwers afscheid neemt als selectiespeler. De clubman, die eerder een uitstapje maakte naar Grijpskerk, heeft last van zijn knieën. “De knieën willen niet meer zo best. Er is wat kraakbeenslijtage in een van de meniscussen opgetreden. Sommige mannen houden het op veertigjarige leeftijd nog gemakkelijk vol, maar zo’n voetballer ben ik niet. Dit jaar wordt dan ook mijn laatste jaar, en als ik afscheid kan nemen met handhaving ben ik heel tevreden”, besluit Brouwers zijn relaas.
