Alternatieve Elfstedentocht: ‘Harken door de hel’

Afbeelding
Sport

Pim Cazemier en Danielle Bekkering als helden onthaald

WEISSENSEE - Schaatsverslaggever Herbert Dijkstra van de NOS is wel wat gewend, maar afgelopen zaterdag keek hij zijn ogen uit op de Oostenrijkse Weissensee. Na een week met regelmatig zon en overdag lichte dooi begon het zaterdagochtend te sneeuwen. En wel zo hard dat het ijs niet meer schoon gehouden kon worden. De Weissensee werd omgetoverd tot Siberië. Sneeuw en wind maakten het schaatsen bijna onmogelijk. De leiding zag zich genoodzaakt om in te grijpen en kortte voor de dames de tocht in van 200 naar 150 kilometer. Het werd een slagveld. Slechts 17 dames wisten de eindstreep te halen.

Waaronder natuurlijk Danielle Bekkering. De vrouw die nooit opgeeft en zelfs onder het ijs door zou schaatsen. “Het was gewoon gevaarlijk, om mij heen voortdurend valpartijen, van pijn schreeuwende mensen, het voortdurende gevecht om door te gaan of toch op te geven. Je zag de scheuren niet meer door alle sneeuw. Dat maakte het erg verraderlijk, nou zeg maar levensgevaarlijk.” Een paar uren na de slijtageslag zit Bekkering voor de kachel in het hotel nippend aan een warme chocolademelk. “Ik heb me wel eens beter gevoeld. Ellebogen met tennisballen eronder, overal kneuzingen en blauwe plekken, kapotte knieën en een verdraaide enkel. Of ik wel eens eerder zo’n zware wedstrijd heb meegemaakt? Ik kan het me eigenlijk niet herinneren. Eén moment heb ik gedacht aan opgeven, dat was zo’n 15 kilometer voor de streep. Kun je nagaan, met de finish inzicht en dan toch er mee kappen. De gedachte aan stoppen heb ik snel weer naast me neergelegd. De laatste 15 kilometer was wel extreem zwaar. Een soort van harken door de hel.” En dan met een lichte teleurstelling in de stem: “Ik ben wel opgelucht en blij dat ik het heb gehaald, maar eigenlijk baal ik dat ik niet hoger ben geëindigd. Het podium was te hoog gegrepen, maar ik had in het groepje daar net achter willen zitten. Maar door de zoveelste valpartij lukte dat net niet. Nu eerst even een weekje bijkomen en dan op naar Finland. Voor nieuwe uitdagingen op het ijs.” Waar ze toch de drive vandaan haalt? “Ach, misschien ben ik gewoon wel een beetje gek.”

Voor het publiek werden het helden. Iedereen die over de streep kwam werd onthaald met groot applaus en soms zelfs met een diepe buiging. De meeste van hen wisten niet eens meer wie of wat ze waren. Elma de Vries, tweede achter winnares Erna Last - Kijk In de Vegte zakte gewon door haar benen en moest van het ijs worden getild met onderkoelingsverschijnselen. Mariska Huisman kwam als derde aan, op zes minuten van winnares Kijk In de vegte. Voor Foske Tamar van der Wal liep het buitenlandse tripje uit op een desillusie. Ziekte gooide roet in het eten en aan schaatsen kwam ze niet toe. Al zal ze na het zien van de laatste wedstrijd daar gemengde gevoelens over hebben.

Niet alleen de dames hadden het extreem moeilijk, ook de mannen leden onder de zware condities. Wierd Osinga gaf op. De man die zich zo had verheugd op het slagveld van 200 kilometer, die gewonnen werd door Simon Schouten voor Frank Vreugdehil, zat er zo doorheen dat hij niet anders kon dan opgeven. Hetzelfde deed zijn dorpsgenoot Jaap Ketelaar. Maar er was iemand die het bijltje er niet bij neer legde. Pim Cazemier. De man uit Den Horn. IJzeren Pim vanaf nu. Hij streed door tot het einde en kwam samen met Erben Wennemars als laatste over de finish. In een uitgedund pelotonnetje van 21 man. Laatste worden werd bijna werd bijna een eer. “Ik had het niet verwacht dat het zo goed zou gaan. Ik ben de hel ingegaan en er dwars doorheen gegaan. Om mij heen zag ik steeds meer mensen opgeven. Het ging van scheur na scheur, van vallen en weer opstaan. Maar ik wilde niet opgeven. In mijn hoofd zat maar een ding, de finish halen. Ik voelde me ijzersterk”, vertelt Cazemier met een gezicht dat straalt van oor tot oor.

UIT DE KRANT