Centrum van Zuidhorn bruist als nooit tevoren

Afbeelding
voorpagina groningen

“Dit feestje is van ons allemaal”

ZUIDHORN – Op zaterdag 4 oktober laat Zuidhorn zien hoe bruisend het totaal vernieuwde centrum kan zijn. Vanaf 2006 is er gestaag gewerkt aan een veelomvattend Komplan. Gemeentemedewerkers Bert Groenewolt en Hans Bekkema hadden er bij tijden hun handen vol aan. De heren blikken samen met de Streekkrant terug op jaren van heel veel overleg met ondernemers en Zuidhorn steeds mooier zien worden. Een opmaat voor de toekomst, zo noemen zij de afronding van dit project. Een herindeling zien ze zonder zorgen tegemoet; nieuwe projecten liggen klaar. Bruisend Zuidhorn is nu terug te vinden in het centrum, maar ook in het gemeentehuis.

Beide heren mogen zich inmiddels de oude rotten in het vak noemen. Met beiden 25 jaar ervaring achter hun naam hebben Groenewolt en Bekkema gezamenlijk al heel wat projecten voorbij zien komen. De afgelopen jaren vroeg het Komplan veel van hun tijd en inspanningen. Van het Cultureel Centrum Zuidhorn en Jellemaweg naar een nieuwe Overtuinen, vernieuwde Holtplein en uiteindelijk ook een strakke Dorpsvenne; Zuidhorn staat er super op. “Het mooie van deze gemeente is”, vindt Bekkema, “er gebeurt altijd weer wat nieuws. Ik weet nog goed dat ik hier begon en dat mijn baas zei: ‘je hebt het misschien nu wel druk, maar dat wordt straks wel anders’. Nou, ik kan je vertellen: het is nog nooit anders geweest.”

Bekkema is als projectleider Openbare Werken direct betrokken bij alle projecten die te maken hebben met de inrichting van de openbare ruimte. Groenewolt begon als dorpencoördinator en mag daar sinds zeven jaar ook nog eens bedrijvencontactfunctionaris aan toevoegen. Een functie waar hij in eerste instantie over twijfelde. “Ze noemden het destijds ook nog eens accountmanager economische zaken. Dáár herkende ik mezelf totaal niet in”, zegt hij met een grote lach. “Maar een gemeente heeft mannetjes als ons nodig. Smeerolie-mannetjes. Het is vaak niet ‘we bellen de gemeente wel even’, maar ‘we bellen Bert wel even’.” Precies zoals hij en ook Hans het graag zien. Laagdrempelig en benaderbaar, zo willen ze werken. Brieven versturen; dat doen de heren liever niet. “Nee hoor, ik pak direct de telefoon of ga  even langs als er wat is.”

Ze maakten een grote omslag mee in hoe de verhoudingen tussen gemeente en inwoners zijn. “We hebben echt de tijd meegemaakt van de stads- en dorpsvernieuwingen en dat betekende nogal wat veranderingen in de dorpen en veel overleg. Vroeger gingen we vaak al met een uitgewerkte tekening op pad; tegenwoordig overleggen we in een werkgroep met elkaar hoe we de zaken gaan aanpakken.” “Oh ja,” vult Bekkema aan, “ik weet nog heel goed dat we naar Grijpskerk gingen voor de herinrichting van de Molenstraat. De eerste bewonersbijeenkomst was in een zaal in de Burcht. Eigenlijk hadden we gewoon een leeg vel bij ons. Terwijl de bewoners er in eerste instantie echt zo zaten van: ‘nu komt de gemeente en die gaat ons vertellen wat hier gaat gebeuren’.”

Het Komplan van Zuidhorn
Het Komplan van Zuidhorn is een project waar vele jaren aan gewerkt is. “In 2006 ging er concreet voor het eerst een schep de grond in bij de Jellemaweg en de omgeving van het Cultureel Centrum Zuidhorn. Stapsgewijs is er gewerkt tot nu ook de Dorpsvenne vernieuwd is.” Een project wat, als je sec naar de feiten kijkt, aardig op rolletjes lijkt te zijn gelopen. “Het is wel aardig zo gelopen als gepland”, beaamt Bekkema. “Als je kijkt naar het resultaat, dan benadert dat het ontwerp heel erg dicht.”

De grote lijnen zijn van tevoren vastgelegd in een masterplan. “Een heel belangrijk uitgangspunt daarin was duurzaamheid. Dat is vooral terug te zien in de materialen die toegepast zijn. Als je keek naar de oude situatie dan waren de betontegels die er lagen compleet uitgesleten. Je wilt over twintig jaar niet weer dat het er zo bij ligt. Dus is er gekozen voor gebakken materialen, die hun waarde houden. Mocht je ooit wat anders willen, dan heb je in elk geval een restwaarde.” Groen was ook een belangrijk uitgangspunt. “Er stonden wel wat boompjes, maar dat werd nooit echt wat”, aldus Bekkema. “Ook wel logisch, want een boom in een kleine pot planten tussen het straatwerk, die krijgt niet de ruimte te groeien. Helemaal als je bedenkt dat wat er boven de grond te zien is, ook minimaal onder de grond moet kunnen bestaan. Dus is er nu gekozen om op een aantal strategische plekken extra aandacht te geven aan het groen. En dat is dus vooral ook ondergronds de ruimte geven.”

Het parkeren vroeg ook de nodige aandacht in het masterplan. “Dat was natuurlijk altijd al een issue”, verzucht Groenewolt. “Zuidhorn heeft een duidelijke functie als regionaal koopcentrum, wat nou eenmaal ook een probleem qua parkeren inhoudt. Er zijn hele studies gedaan hoeveel parkeerruimte er nodig zou zijn. Dat we twee parkeergarages hebben nu in het dorp is een geweldige oplossing”, vindt hij. Ook Bekkema is hier enthousiast over. “Uniek voor een dorp van deze omvang”, stelt hij. “Er kunnen driehonderd auto’s in totaal in de twee parkeergarages terecht. Moet je nagaan als die allemaal bovengronds in het centrum parkeren.”

Afzien voor de ondernemers
Is het allemaal hosanna wat er klinkt in Zuidhorn? Misschien nu wel, maar de weg naar het prachtige nieuwe centrum ging absoluut niet altijd over rozen. “We hebben van de ondernemers heel veel gevraagd”, vindt Groenewolt. “Vooral toen met de uitplaatsingen van de supermarkten hebben we toch een hele categorie mensen uit het centrum gehaald. En dan komt er ook nog eens een economische crisis overheen. Ja, dan neemt het incasseringsvermogen wel af. Maar uiteindelijk kunnen ook wij geen extra consumenten genereren. Wat we wél kunnen doen, is naar elkaar luisteren. Ons motto is: ‘we hebben liever dat je met de gemeente praat, dan over de gemeente’.
Lees verder >>
>> Vervolg
Er hoeft geen drempel te zijn om ons te benaderen.” Dat ook dat concept soms iets anders uitpakt, resulteerde erin dat zelfs de zó kalm ogende Bekkema eens briesend door de gang liep. Nú wordt er smakelijk om gelachen. “Hoewel we altijd iedereen te woord staan en zoveel mogelijk willen helpen, moet het allemaal wel redelijk blijven. En je moet ver gaan hoor, om hem over de kook te krijgen”, lacht Groenewolt met een blik op Bekkema. “In principe willen wij als gemeente alles voor de ondernemers doen”, vervolgt hij serieuzer. “We willen heel veel faciliteren. Je ziet gelukkig nu ook weer de verschuiving van de koopstromen naar het centrum.”  Kenmerkend voor de goede samenwerking en de korte lijntjes is het feestelijke programma op zaterdag 4 oktober. “De gemeente begint ’s ochtends met een officieel programma om het Komplan af te sluiten; de ondernemers en verenigingen nemen het ’s middags over.” Een bruisende afsluiting om een prachtig nieuw centrum te vieren. “We hebben heel wat jaren in de rommel gezeten. Het is goed om dat af te ronden met elkaar”, vindt Bekkema. “Dit feestje is van ons allemaal”, benadrukt Groenewolt. “Het centrum ligt er nu; het is aan iedereen om er met elkaar een bruisend centrum van te maken.”

Toekomstmuziek
Het project is afgerond, de werkzaamheden klaar, het nieuwe Komplan is zoals het moet zijn. “En nu? Wij kunnen met pensioen”, lachen de heren. Maar niet deze twee. Er is nog genoeg te doen. “Ik zal de komende jaren nog veel werken aan de plannen rondom het transferium bij het station”, vertelt Bekkema. “Dat gaat in elk geval om een uitbreiding met tweehonderd parkeerplaatsen. De Stationsweg zal opnieuw ingericht worden, het perron wordt uitgebreid omdat de extra sneltrein Groningen-Leeuwarden hier aankomt en het stationsgebied zelf zal opgeknapt worden. Dit project zal de komende drie à vier jaar wel in beslag nemen.” Ook Groenewolt ziet zijn agenda nog niet leger worden. “De veranderingen in het sociale domein vragen veel aandacht. Je ziet het zwaartepunt in het dorpenoverleg ook verschuiven. Eerder ging het veel over infra, nu veel meer over de minder harde kant, de menselijke maat. En natuurlijk de herindeling; dáár wordt eigenlijk in ieder dorp over gesproken nu.”

De herindeling, daar snijdt Groenewolt een hekel punt aan. Deze twee heren staan voor alles wat een grotere gemeente niet meer lijkt te zijn: dichtbij de inwoners, korte lijnen, veel contact. Zelf zien ze het anders. “Hoe dat straks moet? Daar laten de colleges nu hun gedachten over gaan. Maar gelukkig zien ook zij dat het heel belangrijk is goed contact te houden met die mensen waar we het feitelijk voor doen. Dus geheid komt er zoiets als een vast aanspreekpunt. Ik hoor nu al wel eens: ‘maar Bert blijft toch wel?’. Ja, ongetwijfeld, er komen alleen nog meer mensen als Bert en Hans. Weet je, toen we in 1990 gingen herindelen, zag ik daar als een berg tegenop. Ik heb daarvoor altijd met heel veel plezier in Oldehove gewerkt. Maar al na een half jaar zei ik: ‘als ze het gemeentehuis in Oldehove weer open doen, ga ik niet meer terug. Als je zelf openstaat voor verandering, dan vind je je weg altijd wel weer. Of mensen zich Westerkwartierder gaan voelen? Nou Hans?” “Ik bén Westerkwartierder”, heeft de in Marum woonachtige Bekkema het slotwoord.

UIT DE KRANT