Cultureel Centrum, Zuidhorn

|||||
||||| Foto: |||||
ongenode gast

Datum: donderdag 12 december 2013
Tijd: 15.30 uur

De multiculturele samenleving, is deze samenleving nou mislukt of niet? Talloze ‘kenners’, sociologen en politici hebben zich al gebogen over dit onderwerp. Een antwoord is er echter nog niet gekomen. Of dat er ooit komt is de vraag, feit is wel dat de integratie bij de ene bevolkingsgroep wat gemakkelijker verloopt dan bij de ander. In Zuidhorn pakken ze het wel op een hele leuke wijze aan om de verschillen tussen de diverse culturen bloot te leggen en juist van elkaar te leren. Vrijwilligerswerk Zuidhorn organiseert in samenwerking met VluchtelingenWerk Zuidhorn een middag waarin diverse betrokkenen hun ervaringen delen met vrijwilligerswerk. Ook vanuit de gedachte dat een vluchteling of voormalig vluchteling vrijwilligerswerk gebruikt om te integreren in de samenleving.
De organisatie is in ieder geval van verschillende pluimage. Hendrik Aarden en Milton Drent zijn de medewerkers participatie VluchtelingenWerk die een steentje bijdragen, Coraline Dijksterhuis coördineert de vrijwilligers namens dezelfde organisatie, terwijl Foke Dijkstra, Esther Pleizier en Janet Postema ook tot het organisatiecomité behoren. Esther Pleizier opent de middag en vertelt de aanwezigen wat ze van deze middag kunnen verwachten en hoe het participatieproject van vluchtelingenwerk eruit ziet. Er zijn zowel vrijwilligers van autochtone afkomst als vrijwilligers afkomstig  uit alle windstreken. Dat maakt het ook zo leuk, al die verhalen van vele verschillende kanten.
Wat namelijk blijkt is dat veel nieuwelingen het fenomeen ‘vrijwilligerswerk’ bijzonder vinden. Diverse aanwezigen tijdens deze middag vertellen namelijk dat het begrip ‘mantelzorg’ in landen als Afghanistan of Irak veel gebruikelijker is. Niet dat het meteen de term ‘mantelzorg’ krijgt, maar de familieband  is hecht en je behoort te zorgen voor je familie. Het georganiseerde vrijwilligerswerk zoals Nederland dat kent is vrij uniek, zo blijkt uit de verhalen van de verschillende nationaliteiten. Toch willen deze nationaliteiten via vrijwilligerswerk de integratie met de Nederlandse samenleving bevorderen, zo blijkt uit de verschillende verhalen die voorbijkomen. Meneer Abbas uit Irak bijvoorbeeld. Hij vertelt over zijn vrijwillige inzet op de middelbare school, waar hij leerlingen helpt met het vak wiskunde. Voor hem goed te doen, voor deze leerlingen een crime. Abbas wil graag ondersteunen, zo blijkt uit zijn verhaal.
Het verhaal van Atiana Bedjarano is voor de aanwezigen ook fascinerend te noemen. Bedjarano, geboren in Peru en daarna vertrokken naar Spanje, ontmoette daar een Nederlandse man en verkaste daarna naar Grijpskerk. Ze is amper vijf maanden in Nederland maar is de taal nu al redelijk machtig, wat tot veel bewonderende reacties leidt van andere allochtonen. Nu doet ze ook vrijwilligerswerk en dat voert ze met veel plezier uit, zo laat ze weten. “Bij de bibliotheek in Grijpskerk”, lacht ze. “Zij gaf me een kans en dat voelt goed. Ik wil graag integreren in dit land en dan moet je contact maken met Nederlanders om de taal te oefenen. Eigenlijk wil ik wel meer vrijwilligerswerk doen om de taal nog sneller onder de knie te krijgen.” Het langdurig communiceren in het Nederlands kost haar op den duur wel enige moeite, ze stapt tijdens enkele zinnen over op het Engels, maar de bewondering verdwijnt niet. In vijf maanden tijd de taal al zo goed meester, dat verdient een compliment.
Dan Nesrin Khanzady, zelf vluchtelinge vanuit Iran. Ze is Koerd en droomt stiekem van een eigen land: Koerdistan. Zolang dat nog niet het geval is, zet ze zich voor de volle honderd procent in als vrijwilligster. “Ik ben actief bij Vluchtelingenwerk en doe daar de maatschappelijke begeleiding”, vertelt ze. “Ik help vluchtelingen, want ik weet nu hoe het zelf is om als vluchteling in Nederland te arriveren en niets te weten. Contract met de energiemaatschappij, huurtoeslag, zorgtoeslag, veel vluchtelingen weten niet hoe ze dit moeten doen. Ik wil ze daarbij helpen.” Ze heeft een tijdelijke verblijfsvergunning en hoopt - uiteraard - op een permanent verblijf. Aan haar inzet zal het niet liggen. Ze spreekt de taal goed, staat open om het Nederlands verder te verbeteren en draagt op deze manier een steentje bij aan de maatschappij. Een vlucht was noodzakelijk. De man vaan Khanzady zat in de Iraanse oppositie, ze schreef zelf artikelen over vrouwenrechten. Kortom, ze werden tot ‘persona non grata’ verklaard in iran.
Prachtige verhalen over vluchtelingen, immigranten die graag deelgenoot willen worden van de maatschappij. De korte lijnen tussen Esther Pleizier en Foke Dijkstra hebben dus zeker nut. Iemand die al jarenlang in NEderland is en zich met plezier voor de goede zaak inzet is Rangin Roya uit Grijpskerk. Gevlucht uit Afghanistan en moeder van vier kinderen, die allemaal een studie op hoog niveau volgen. Twee geneeskundestudenten, een student Tandheelkunde en een student Architectuur. De kinderen van Roya doen het allemaal. Zelf is ze actief bij Samen aan Tafel, iets dat ze met veel plezier doet. Het georganiseerde Kerstdiner (zie elders deze krant) kan in ieder geval rekenen op haar eigengemaakte maaltijd. “Ik ben alweer achttien jaar in dit land”,  zo laat Roya weten. “Soms heb ik heimwee naar familie, maar om hier te zijn voelt ook goed. Ik kan me weer nuttig maken!”
Prachtige verhalen van immigranten die zich staande willen houden in deze maatschappij. Pleizier en consorten hopen op nog veel meer verhalen in de toekomst, wanneer ook diverse vacatures voor vrijwilligers weer worden opgevuld. Aan het enthousiasme van alle betrokkenen rondom dit project zal het zeker niet liggen!

|||||
|||||
|||||
|||||
|||||

UIT DE KRANT