De bijzondere krachten van Zuidhorn en Grootegast

|
| Foto: |
voorpagina groningen

De keuze van de burgemeesters:

ZUIDHORN/GROOTEGAST – Ook de gemeenten Zuidhorn en Grootegast hebben het idee van het Diner der Dankbaarheid omarmt. Naast het beschikbaar stellen van een mooi bedrag wat weer ten goede kan komen aan de actie voor de kinderen van de Voedselbank Westerkwartier, zullen ook beide burgemeesters aanwezig zijn op 11 december. Net als aan alle lezers, is ook aan deze heren de vraag gesteld wíe het nou echt verdient aanwezig te zijn bij dit bijzondere Diner der Dankbaarheid. Ze hebben gewikt en gewogen, hun oor eens te luister gelegd en uiteindelijk beide de, overigens moeilijke, keuze gemaakt.

Zuidhorn kent stille krachten
Burgemeester Bert Swart wist al direct wat voor persoon hij wilde uitnodigen. “Een stille kracht heb ik gezocht; iemand die niet direct op de voorgrond staat, maar ondertussen zó waardevol is voor onze gemeente. In de stilte wordt er onwijs veel werk verzet.” Vrijwilligerswerk wel te verstaan. Na wijs beraad in het college kwam er een naam. Betsy Dieleman uit Kommerzijl moest uitgenodigd worden. Ze heeft een indrukwekkende ‘staat van dienst’: vrijwilligerswerk in het dorp, voor de school, voor de kerk, de WMO-adviesraad en misschien wel de kers op de taart: twintig jaar voor de Adviescommissie Gemeentelijk Gehandicaptenbeleid. Betsy is werkelijk niks teveel.
“Wat ontzettend grappig”, is de eerste reactie van Betsy als ze hoort van de uitnodiging. Direct wordt de agenda erbij gepakt: “11 december, dat kan zeker!”. Vol enthousiasme gaat ze verder: “dat je nou net vandaag moet bellen. Vanmiddag neem ik afscheid van Adviescommissie Gemeentelijk Gehandicaptenbeleid. Na twintig jaar vind ik het genoeg. Ik heb er nu vanaf het begin af aan bij gezeten. Zo lang heb ik het nog nooit ergens volgehouden”, lacht ze. “Ik vind dat overal waar je inzit er ook een rooster van aftreden moet zijn. Er mag wel eens wat verjonging in de club plaatsvinden. Bovendien hoor ik eigenlijk niet eens bij de doelgroep”, zegt ze doelend op het feit dat ze zelf geen handicap heeft. “Al heb ik me wel helemaal ingewerkt, hoor”, haast ze zich te zeggen. Iets wat zeker beaamd kan worden. Eerder al vertelde ze eens dat ze in openbare gelegenheden bij voorkeur het gehandicaptentoilet gebruikt. Gewoon om eens te kijken hoe het daarmee staat.
Tussendoor zette ze haar activiteiten voor de Adviescommissie voor een periode van drie jaar op een laag pitje. “Ik heb toen de studie ‘kerkmusicus’ afgerond; een zware opleiding voor mijn leeftijd. Ik heb echt als een puber zitten blokken.” Maar het resultaat mag er zijn. Nog altijd speelt ze met veel plezier en overigens ook weer vrijwillig, als organiste in verschillende kerken. Op haar lijstje prijkt nog meer vrijwilligerswerk. “Ik heb in het dorp altijd heel veel vrijwilligerswerk gedaan. Ik heb nog de meisjesclub opgezet ooit en weet ook nog dat er op een gegeven moment jongens bij kwamen. Poeh, er was gelijk veel meer herrie”, lacht ze. “Later stond ik voor de klas en dan had ik de kinderen van deze jongens en meisjes voor me en zag ik gewoon dezelfde streken terug.” Maar ook de huis-categorisatie en de blokfluitles kon op de inzet van Betsy rekenen. Dat laatste zette zelf op, met, net zoals met alles, een geheel eigen visie. “Het moest een gemêleerde groep worden: jongens en meisjes, want dat is gewoon veel leuker. Maar goed, ik moest dan wel een jongen mee zien te krijgen. Dus mijn zoon moest maar, totdat mijn man daar zijn twijfels bij zette: ‘die is zo muzikaal als een koe’”, lacht ze. “Ik heb ook nog een boekenleeskring opgezet in de gemeente Zuidhorn. De Plattelandsvrouwenbond had altijd ‘Boek & Beeld’, voor vrouwen die vroeger weinig opleiding hadden genoten en dus weinig literatuur hadden gelezen. Op een gegeven moment gingen ze daar een thema in stoppen en daar was ik op tegen. Literatuur is literatuur, vind ik. En dus heb ik de boekenleeskring opgezet. Dat blijf ik zeker doen”. Vervelen hoeft ze zich dus niet. Zeker niet nu er op 11 december een gezellige avond wacht.

Krachttoeren in Grootegast
Burgemeester Kor Dijkstra hoefde niet lang na te denken over de vraag die hij voorgelegd kreeg. “Ik heb wel iemand in gedachten”, liet hij direct weten. “En je mag ook best wel weten wie. Ik denk dat Herman Kosse het enorm verdiend”, vond hij. “Als directeur van het Hooge Heem heeft hij een enorme krachttoer moeten verzetten de afgelopen tijd. De verhuizing en nieuwbouw van het woonzorgcentrum is een enorme klus geweest. Ik wil hem graag samen met Carin Haan, locatiemanager, uitnodigen.”
En zo geschiedde. Zowel Herman als Carin toonden zich zeer verrast. “Heel bijzonder”, reageerde Herman en Carin toonde zich een beetje verbaasd: “dat iemand op die manier aan je denkt, is echt prachtig.” Ergens voelt het duo zich bezwaard. “Het is niet alleen onze krachttoer geweest, maar die van de hele organisatie”, vindt Herman. “Er springen een paar mensen enorm uit, maar daar dicht ik mezelf niet toe. Een project als dit moet je met zijn allen doen. Tuurlijk moet een aantal personen de kar trekken, maar als die kar niet gemotiveerd is, kun je dat niet.” Carin deelt zijn gevoel. “Je bent met een team en zet met zijn allen een enorme prestatie neer. Alle medewerkers, van zorg tot aan huishouding, administratie en technische dienst, hebben hun eigen rol en zijn allemaal bezig het goed te doen. Ik vind het prachtig dat ik gevraagd ben voor het Diner der Dankbaarheid, maar ik zit daar namens mijn collega’s. Eigenlijk zitten daar met mij 130 mensen. Want er zijn zoveel mensen die met een rood hoofd hebben rondgelopen en die overuren hebben gedraaid.”
Voor Herman is de krachttoer rond de nieuwbouw van het Hooge Heem al veel eerder van start gegaan. Al in 2005 werd het voorwerk gedaan en de plannen gemaakt. “In 2008 kregen we de beschikking te mogen bouwen, maar toen begon ook net de financiële crisis. Het was heel moeilijk om de financiële middelen die nodig waren, aan te trekken. Als ik terugkijk, zie ik die tijd dan ook als de grootste uitdaging. Pas in 2012 kregen we de garantie van de gemeente en lukte het de financiering rond te krijgen.” Ergens een geluk overigens, dat het proces zo lang heeft geduurd. “Het gebouw is nu wel geheel toekomstbestendig. Het plan is in de loop van het proces nog erg veranderd en kon nog aangepast worden op het regeerakkoord.” Op 2014 blikt hij terug als een “hectisch jaar”. “Maar”, voegt hij eraan toe: “ik heb wel het gevoel dat we nu in rustiger vaarwater zijn beland.”
Een gevoel wat Carin nog niet helemaal deelt. “Iedereen moet nu zijn plek weer vinden en ik merk dat dat best wel wat onzekerheid met zich meebrengt. Of het nou gaat om vrijwilligers, personeel of bewoners; ik heb de laatste tijd heel wat mensen gerust moeten stellen. Tot nu toe vind ik het ‘nieuwe’ Hooge Heem een heel fijn gebouw. Er is veel ruimte, de appartementen zijn prettig en we hebben mooie kantoorruimtes. Maar er zijn nog wat inloopproblemen en dan merk je aan de bewoners: ‘we zitten hier nu en dan moet het goed zijn’.” Als grootste uitdaging van de afgelopen jaren noemt Carin het bouwproces op zich. “Ik vond het tot op de laatste dag een heel spannend proces. Je hebt geen bouwkundige kennis en dan is het best lastig om het overzicht te bewaren. Zelfs nu we hier zitten, blijft het spannend of alles wat we bedacht hebben ook echt fijn werkt in de praktijk. De laatste twee jaar hebben een grote inspanning gevergd. Niet alleen was er het bouwproces, maar ook de cliënten moesten een tijdelijke huisvesting vinden en we hebben nu ook nog eens alle teams gemixt, zodat ook het personeel echt een nieuwe start kan maken. Iedereen moet nu weer zijn plek zien te vinden. Maar”, vervolgt ze enthousiast, “overwegend hoor ik zeer positieve geluiden, hoor. Tuurlijk zijn er wat kleine kritische nootjes, maar daar blijven we niet in hangen. Dat is niet des Hooge Heems.”
Helaas bleek later dat Herman Kosse verhinderd is op 11 december. Carin stelde daarom voor Aant Zuidema, dé technische man van het Hooge Heem mee te nemen. “Aant is altijd zo dienstbaar en zegt nooit nee. Hij verdient het echt.” En daar kunnen wij natuurlijk geen nee tegen zeggen.

|

UIT DE KRANT