“De toehoorders moeten de koets in de Duvelskolk zien verdwijnen”

|
| Foto: |
voorpagina groningen

Vertelcollectief ‘Kom op Verhoal’ zoekt nieuwe verhalenvertellers

WESTERKWARTIER- Vertelcollectief ‘Kom op Verhoal’ uit het Westerkwartier is op zoek naar nieuwe verhalenvertellers. Het collectief, dat op dit moment uit 12 leden bestaat is in 2009 opgericht door Stichting Mien Westerkwartier om de streektaal te promoten, vertelt Geert Zijlsta die zelf voorzitter van de stichting is en lid van ‘Kom op Verhoal.’ Volgens Zijlstra is het belangrijk dat een verhalenverteller de toehoorders mee sleept in zijn verhaal. “De toehoorders moeten het verhaal voor zich kunnen zien. Dat is de kracht van verhalen vertellen.”

Mensen zijn steeds meer geneigd om alles op te zoeken op het internet, vertelt Geert Zijlstra. “Daarmee gaan ze voorbij aan de kracht van het vertellen van een verhaal. Je kunt namelijk wel over sprookjes, streekverhalen en legendes lezen op internet, maar het verhaal gaat pas echt leven als het verteld wordt door een goede verhalenverteller.”

De voorzitter geeft een voorbeeld. “Het is de bedoeling dat iemand die het verhaal gehoord heeft van een verhalenverteller over de Duvelskolk in Niezijl met andere ogen naar die plek gaat kijken. Dat diegene de koets in het water ziet verdwijnen. Volgens de legende verdwijnt er namelijk een koets met paarden in die kolk.”

Het verhaal over de Duvelskolk is een van de verhalen die het vertelcollectief ‘Kom op Verhoal’ vertelt. “De verhalen komen allemaal uit de streek. Denk aan verhalen uit Grijpskerk, Tolbert, Munnekezijl en Leek bijvoorbeeld. Zo is er het verhaal van de schelpengrot in Nienoord en de heks Griet Koeners uit Munnekezijl. Het bijzondere is dat deze verhalen in het Westerkwartiers verteld worden door onze verhalenvertellers.” Die vertellers zijn vijftig jaar of ouder. “Daarom zijn we op zoek naar jong bloed. Naar een nieuwe generatie verhalenvertellers die misschien wel heel andere inzichten heeft in het vertellen van een verhaal.”

In vier workshops leren de aankomende verhalenvertellers de basisbeginselen van het vertellen. De workshops vinden plaats in oktober en november. Daarna gaan de aankomende vertellers met ervaren vertellers op pad. “Ze gaan dan verhalen vertellen voor een publiek. Op een verhalenvertelfestival bijvoorbeeld. Of tijdens een middag in een verzorgingstehuis.” Volgens Zijlstra zijn verhalenvertellers niet oubollig. “Ik denk juist dat storytelling heel hip en helemaal in is. Het is een vorm van vermaak waarbij mensen op een leuke manier in connectie worden gebracht met de omgeving en haar historie.”

De inspiratie voor het vertellen van een verhaal haalt het vertelcollectief onder meer uit de verhalen die mensen uit de streek zelf vertellen. “Soms zijn dat maar drie zinnetjes, maar van die drie zinnetjes kan een verhaal gemaakt worden van vijf á tien minuten.” Zijlstra benadrukt dat het belangrijk is dat de toehoorders het verhaal niet alleen horen, maar er zich ook een voorstelling bij kunnen maken. “Het vertellen moet beelden opwekken bij de toehoorders. De gezichtsuitdrukking van de verhalenverteller is daarbij heel belangrijk, die ondersteunt het verhaal en het inlevingsvermogen van de luisteraars. Hierdoor kunnen zij zich goed inleven en worden ze als het ware één met het verhaal.”

|

UIT DE KRANT