De vakantieman week 32

|||||
||||| Foto: |||||
voorpagina groningen

Wie: Bert, Erik, Inge en Stefanie Nederveen

Bestemming: de Dolomieten in Italië

De Ongenode Gast viert vakantie en op zijn vaste plek in de krant houdt ook de tijdelijke vervanger zich met dit onderwerp bezig. De vakantieman, bekend uit de jaren negentig, trekt de Streek in en laat zich meevoeren langs vakantieherinneringen aan bijzondere reisjes. De welbekende kreet ‘Vakantieman, gezellig hè?’ kan zowel voor de vakanties als de gesprekken met volmondig ‘ja’ worden beantwoord. Geniet ook mee deze vakantieweken. Met dank aan Bianca Brons van Personal Touch Travel kan de Vakantieman wekelijks verhalen van bijzondere landen en bijzondere mensen.

Het beeld van wethouder Bert Nederveen als de ‘man van de cijfers’ altijd keurig in pak, moet door de lezers deze week even terzijde worden geschoven. Achter alle rapporten en vergaderingen waar hij zich mee bezig houdt, schuilt ook nog eens een sportieveling die graag mag hardlopen. Ook voor een stukje wandelen draait hij zijn hand niet om en zijn sportieve genen zijn doorgegeven aan de vijf kinderen die hij samen met vrouwlief Aly kreeg. Met drie daarvan; de 28-jarige Erik, de 24-jarige Inge en de 21-jarige Stefanie, wandelde Bert deze zomer een heuse huttentocht door de Italiaanse Dolomieten. “Trainen hiervoor? Neuh, een goede basisconditie is genoeg”, zegt Bert nuchter, terwijl de, waarschijnlijk overbodig te zeggen maar onsportieve, Vakantieman hem onbegrijpend aankijkt.

“Vijf dagen lang zijn we van hut naar hut gelopen”, steekt Bert van wal. “Je zet je auto neer en dan ga je lopen.” De tocht voerde langs prachtige bergtoppen en vergezichten in het dal. Alles op hoogte dus. “Je begint op 1200 meter, klimt dan naar 2300 meter en blijft steeds zo rond de 2600 à 2700 meter hoogte. Hierdoor kun je niet zoveel met afstanden, want omhoog en omlaag kost natuurlijk wel extra inspanning. De afstanden worden onderweg dan ook in uren aangegeven. Kijk, hier is het nog groen”, wijst hij op een foto aan. Al snel verandert het beeld inderdaad. “Je loopt boven de boomgrenzen en dit zijn echt plekken waar geen auto’s kunnen komen. Slechts af en toe kom je mensen tegen. En soms kom je langs plekken waar bijvoorbeeld de kabelbaan ook langsloopt, daar is het dan wel weer druk.”

In één dag van zomer naar winter; een wandeling in de bergen kan heel verrassend zijn. “Op een gegeven moment kom je in de sneeuw terecht.” Dapper blijven de korte broeken aan op de foto. “Ja,” lacht Bert, “maar hier zie je wel dat we ook wel lange broeken mee hebben, hoor. Alleen mijn jongste dochter bleef doorzetten.” En inderdaad, zij staat dan wel tot haar enkels in de sneeuw, die korte broek blijft aan op de plaatjes. “Vaak is het wel een graad of twintig ofzo. Maar als je een regen- of onweersbui treft, dan kan het wel aardig afkoelen. Eén keer hadden we zo’n onweer onderweg, toen begonnen we hem wel aardig te knijpen. Waar je moet schuilen? Op zo’n moment even niet”, wijst hij naar een foto van een klein paadje door een grote sneeuwvlakte. “Maar je komt onderweg soms wel hutten tegen, waar je terecht kan.”

Die hutten, dat is waar elke dag gestart en geëindigd werd. “Maar dat moet je je niet te primitief voorstellen hoor. Ontbijt en diner zit er gewoon bij in. Het eten was er erg goed; vooraf iets van pasta of soep, dan een groot bord met vlees en patat en na ook nog iets van apfelstrudel of panna cotta. Om 22.00 uur is het donker en stil, dan moet iedereen naar bed.” En hoe dat er dan uitziet? “Dit keer hadden we een aantal keren een eigen kamer, maar soms kom je op een zaal terecht. Ja, dat kan tegenvallen. We hebben een keer eerder een huttentocht gedaan en toen sliepen we in een ‘matrazenlagers’, dus een groot bed naast elkaar.”

Eerder? Jazeker, het lijkt erop dat er nu, nadat het gezelschap twee jaar geleden een huttentocht in Zwitserland liep en dit jaar dus in de Italiaanse Dolomieten, een heuse traditie aan het ontstaan is. “De kinderen hebben het al over nog een keer over twee jaar. Ze hebben zelfs plannen om over vier jaar de Kilimanjaro in Tanzania te beklimmen”, lacht Bert. Voordat hij zich weer stort op rapporten en vergaderingen, geeft hij nog even wat tips prijs. “Goed voorbereiden. Ik heb van tevoren de route al op een kaart uitgezet en ontdekte toch een fout in de routebeschrijving. En verkeerd lopen, dat is erg jammer. Wij liepen één keer een uur omlaag, waar we omhoog moesten; dan loop je zo uren achter. Neem ook goede kleding mee, omdat je soms in een uur van zomer naar winter gaat en vooral: loop in je eigen tempo. Onervaren mensen gaan vaak te hard van start.”

 

 

|||||
|||||
|||||
|||||
|||||

UIT DE KRANT