De Wet van Folkert naar Brussel
Europarlementariër enthousiast over wetsvoorstel leerling Dockinga College
DOKKUM - Zelf was hij er een beetje ondersteboven van, de veertienjarige Folkert van der Veen uit Burdaard. De leerling van het Dockinga College, VMBO theoretisch, had niet verwacht dat het wetsvoorstel dat hij bedacht voor een schoolopdracht door Europarlementariër Hans van Baalen zo goed bevonden zou worden dat hij deze in Brussel zou willen behandelen. De Wet van Folkert bedacht hij direct toen ze de opdracht kregen. ‘Er stond me nog heel goed bij dat een jongetje eens zei dat hij dacht dat melk uit de supermarkt kwam. Toen ik hem daarop doorvroeg bleek hij echt niet te weten waar melk nou echt vandaan komt.’ De Wet van Folkert luidde dan ook: ‘Stadsmensen moeten uitgebreidere biologielessen krijgen, zodat ze meer over agrariërs en andere boerendingen te weten komen.’ Zelf komt Folkert niet van een boerderij, maar familieleden wel.
‘Wij lieten de wet van Folkert zien op de beamer in het klaslokaal. Van Baalen zei direct ‘daar ben ik het helemaal mee eens!’ Aldus Ale Hansma, een van de leraren die zich binnen de school bezighoudt met de lessen over internationalisering. ‘Sinds drie jaar nodigen we Hans van Baalen ieder jaar uit om de leerlingen meer over Europa te leren. De wetsvoorstellen die we de leerlingen laten maken zorgen ervoor dat er interactief in gesprek gegaan kan worden over Europa en het leert de leerlingen beter begrijpen wat er allemaal gebeurt op Europees niveau.’ Van Baalen besloot naar aanleiding van de Wet van Folkert deze mee te nemen naar het Europees Parlement en deze in Brussel ter sprake te brengen. Volgens hem wonen meer dan de helft van alle Europeanen in stedelijke gebieden en veel van die mensen hebben vaak geen idee van wat er op het platteland allemaal gebeurt. Ook hebben zij vaak geen besef van hoe belangrijk de landbouw is voor de voedselvoorziening en de economie.
Ook andere wetsvoorstellen, zeventig in totaal, werden besproken in de klas. ‘Het ene wetsvoorstel was misschien wel geschikt voor Europa, maar andere voorstellen zouden ook best in de gemeente of op provinciaal niveau behandeld kunnen worden,’ aldus Natascha Dekker, leerling uit de tweede klas en één van de Euroambassadeurs van de school. ‘Er werd door de leerlingen heel goed nagedacht over wat voor wetsvoorstellen zij zouden indienen. Zo was er een meisje dat in de oudejaarsnacht aanwezig was bij het ongeluk in Raard. Zij vatte het plan op om reflecterende delen op kleding ‘s avonds verplicht te stellen. Weer een ander was het niet eens met de prijs van rode diesel, die in tien jaar tijd bijna verdubbeld is,’ Warner Banga, economieleraar en ook betrokken bij de lessen over Europa was blij met alle goede ideeën van de jeugd. ‘Europa wordt meer en meer belangrijk. Vanaf het moment dat je opstaat tot en met je ontbijt heb je, zonder dat je het merkt, al minstens tien keer met Europa te maken gehad. Denk maar aan de prijzen van graan voor je boterham, de exportproducten die je op je bord hebt en de regelgeving die daar bij hoort. Jeugd is er lang niet altijd bewust van hoeveel je wel niet met Europa te maken hebt, en door onze lessen proberen wij hun daar wel bewust van te maken. Daarom organiseren we ook verschillende uitwisselingen, zodat men met andere culturen in aanraking komt. Over een aantal weken gaan tien leerlingen naar Istanbul. Vooraf waren er een aantal nogal sceptisch over Turkije. Hen heb ik uitgedaagd om te solliciteren voor deze reis, om met eigen ogen een kijkje te nemen in deze cultuur.’
Folkert vindt het wel spannend om te zien wat er nu met zijn wet gaat gebeuren. ‘We gaan aan het einde van het jaar met alle tweedeklassers naar Brussel voor een rondleiding. Dan gaan we met eigen ogen zien wat er daar allemaal gebeurt. Het zou mooi zijn als ze iets met mijn wet zouden kunnen doen. Ik denk wel dat het belangrijk is.’
