Diner der verleiding (slot)

|||||||||||||
||||||||||||| Foto: |||||||||||||
nieuws groningen

En dan zit het er op: Het Diner der Verleiding. Eigenlijk zijn er geen woorden om deze avond te beschrijven. Wat moet je verwachten van zo’n avond? Van wat het is geworden, konden we in elk geval alleen maar dromen. Speciaal voor alle mensen die er niet waren: jullie hebben wat gemist, maar bij deze een verslag. Speciaal voor alle mensen die er wel waren: geniet nog één keer met mij mee.

Laten we even kort teruggaan naar het begin. Voorzichtig opper ik een hersenspinsel op kantoor: zouden wij niet een diner kunnen organiseren voor die mensen die tegen de Kerstdagen opzien, omdat ze alleen zijn, zich eenzaam voelen, een moeilijke tijd hebben gehad of simpelweg geen geld hebben om iets leuks te doen. Het enthousiasme wordt gedeeld en dan gaat de bal rollen. Zowel de gemeente Zuidhorn als de gemeente Grootegast worden bezocht. Beide burgemeesters zeggen zonder na te denken geld beschikbaar te kunnen stellen én beloven aan te schuiven. “Laat niemand schroom hebben om zich aan te melden”, roept Kor Dijkstra op. “We gaan eens lekker eten en er een gezellige avond van maken”, zegt Bert Swart. De locatie is snel gevonden: hotel Aduard. De familie Kingma stelt zonder blikken of blozen het gehele buffet inclusief consumpties beschikbaar. Als je het over een goed hart hebt. En dan is er nog één horde te nemen: vervoer. Maar gelukkig is er Dalstra Reizen uit Surhuisterveen. Zij stellen een bus met chauffeur volledig tot onze beschikking. Zanger Arie Meijerman, ook wel bekend als Adrian Mey, zanger Sijtse Scheeringa en verhalenverteller Sjoert van der Naald worden aan het programma toegevoegd. “Zullen we KUG ook uitnodigen?”, oppert mijn collega Ronald Folkerts. “De mannen zijn aan het repeteren in de Opstal en als we de buschauffeur nou eens vragen heen en weer te rijden.” Ook dit lukt en de lach op ons gezicht wordt groter en groter. Ik ga over ons Diner der Verleiding schrijven en vol spanning zitten we naast de telefoon. Zou er behoefte zijn aan zo’n avond én durven de mensen zich hiervoor aan te melden? Het overtreft onze verwachtingen. Na drie weken belt Janet Postema. Zij is bezig een project op te zetten voor de gemeente Zuidhorn: Vrijwillige Inzet op Maat. Mensen die in de bijstand zitten worden in het kader hiervan benaderd om vrijwilligerswerk te gaan doen. “Er is er werkelijk waar geen één persoon zonder verhaal”, vertelt ze. “En die verhalen hebben me zo geraakt. In tien dagen meldden zich bijna vijftien mensen aan: ‘wanneer ik beschikbaar ben? 24 uur! Per week? Nee, per dag!’, dat is wat ik hoor.” De vraag die zij voor ons heeft, is simpel: kunnen wij iets betekenen om deze mensen in het zonnetje te zetten? Natuurlijk! En het Diner der Verleiding zit vol!

Een sprookjesachtige en koude start

We schrijven donderdag 13 december 7.00 uur. Zowel Ronald als ik stommelen het kantoor al binnen. We hebben er zin in, vandaag. Gespannen ben ik meer dan hij. Ik heb al drie verschillende outfits aan gehad thuis: wat is feestelijk genoeg? Werk is er nog genoeg deze dag. Zo gaat Ronald tussen de middag de apparatuur klaar zetten en heeft hij ook nog voor alle deelnemers en iedereen die dit Diner der Verleiding mogelijk maakt een bloemetje geregeld bij Tuincentrum Drint in Grootegast. Marten Drint rijdt die ochtend speciaal nog naar de veiling om 48 prachtige Kerststerren in te kopen. Ingepakt en wel in een feestelijke zilveren mand staan deze ’s middags voor ons klaar.

Om 16.45 uur is het dan zover. Chauffeur Jim Toets en Arie Meijerman zitten bij Dalstra Reizen al in de bus te wachten. We gaan rijden! Het lijkt wel een sprookje. De schemer valt in, de huizen onderweg zijn mooi versierd, menig Kerstboom staat te branden en hoewel de wegen mooi schoon zijn, ligt er over de rest van het landschap een schilderachtig wit laagje sneeuw. Kornhorn is de eerste stop die we maken. Mevrouw Dalmolen, mevrouw Boonstra en mevrouw van der Tuin komen er al aan schuifelen. Deze drie weduwes waren alle drie aan de telefoon al heel duidelijk hoe welkom zo’n verzetje is. Ook mevrouw Boonstra die het gezelschap in deze plaats compleet maakt, beaamt hun woorden. Als je al twaalf, zestien of vijftien jaar weduwe bent, dan kan het leven best eenzaam zijn. Arie die de dames ontvangt, wordt al snel herkend. “Die man kan heel mooi zingen”, klinkt het naast ons. Het contact is gelegd, een hand wordt gegeven. “Warme handen, koude liefde”, is het antwoord als Arie zich verbaasd over de warme handen van de dames. Gelukkig kunnen ze er om lachen. Via Doezum en Grootegast rijden we naar Grijpskerk. “Zo”, verwart Arie het gezelschap in de bus ondertussen, “op naar Roodeschool, Delfzijl en dan een patatje en frikandelletje speciaal voor iedereen, voor we weer naar huis gaan.” In Grijpskerk staan er slechts vier van de zeven mensen op de afgesproken plek. Wat blijkt: het echtpaar Abbas staat te blauwbekken op het station en meneer Zoisa heeft Garage ter Veld verward met Garage Oosterhof. “Mevrouw, komen jullie eraan, want het is zo koud”, laat hij me telefonisch weten. Gelukkig was het meisje aan de pomp zo vriendelijk hem een warme wachtplek en een kop koffie te bieden. Veels te laat komen we uiteindelijk in Zuidhorn aan. Hoewel het goed koud is buiten, breekt het zweet mij uit. Buschauffeur Jim is wel wat gewend. Hij werkt al sinds 1997 bij Dalstra Reizen en zit de komende week in Valkenburg en Duitsland, viert oud en nieuw thuis en rijdt dan twee keer voor tien dagen naar Oostenrijk. Aangezien de mensen in Zuidhorn zeker een half uur op ons hebben staan te wachten, hebben zij zich wel eens vrolijker gevoeld. We rijden snel door. Op naar Aduard.

Het is ons gelukt

En dan draaien we de parkeerplaats op. Er wacht een warm onthaal. Minke en Andries Kingma, maar ook hun zoon Jenze en dochter Tineke staan al te wachten. De beide burgemeesters en ook de vrouw van Bert Swart, Paula, schudden iedereen de hand. Helaas was de vrouw van burgemeester Kor Dijkstra verhinderd. Met een feestelijk glaasje prosecco voor de liefhebbers wordt de toon gezet. De tafels vullen zich, de artiesten staan te trappelen en het buffet wordt klaargezet.

Ronald neemt de microfoon. Afsluitend van zijn welkomstwoord spreekt hij mooie en echte woorden: “We zoeken allemaal de sleutel tot het geluk, zelfs vaak in verre oorden. Maar we vinden hem meestal dichtbij in een paar bemoedigende woorden.” Aan de andere kant van de zaal neemt Jenze het woord over. Het voorgerecht bestaande uit “de lekkerste mosterdsoep die ik ooit heb gegeven”, wat ik later opvang, en Hongaarse goulashsoep met rundvlees van eigen boerderij, aangevuld met de heerlijkste salades, luiden de belofte ‘om van te watertanden’ in. Sijtse zet zijn muziek in, er wordt gekeuveld, gegeten en hier en daar zachtjes wat meegezongen. Verwonderd kijk ik om me heen. Het is ons gewoon gelukt.

Geen mens zonder verhaal

Ik schuif aan bij het echtpaar Abbas. Vijftien jaar geleden vluchtten ze uit Irak en kwamen ze in Nederland terecht. Drie jaar lang woonden ze in een vakantiehuis op Ameland, voordat ze zich settelden in Grijpskerk. Trots vertelt mevrouw over hun vier kinderen. Twee jongens en twee dochters, allemaal studeren ze. Zelf werkte ze in Irak als lerares op een basisschool en was haar man leraar aan de universiteit. “Aardolie, dat was zijn vakgebied”, vertelt ze. Hier in Nederland lukt het niet een baan te vinden. “Het valt ook niet meer mee om op onze leeftijd te moeten leren”, vertelt ze terecht. Irak wordt nog altijd gemist, maar Nederland is ook prima. Als ik vraag wat ze nou raar vindt aan ons Nederlanders moet ze lachen. “Dat wordt me vaak gevraagd! Ik zou het niet weten.” Later hoor ik van Janet dat deze lieve en geïnteresseerde mensen maar liefst veertien jaar in onzekerheid op een verblijfsvergunning hebben moeten wachten. Ik ben blij dat ik met de bus op ze gewacht heb en dat ik een lach op hun gezicht heb gezien.

Zo divers als de mensen, zo divers zijn de verhalen. Mevrouw van der Helm en mevrouw Hooghien uit Zuidhorn zitten te genieten als Arie Meijerman zijn Amsterdam-medley inzet. “Je moet van het leven genieten”, drukt mevrouw Hooghien mij op het hart, nadat ze uit volle borst ‘Tulpen uit Amsterdam’, ‘Oh Johnny’ en ‘een Pikketanussie’, heeft meegezongen. “Als je tussen de zeventig en de tachtig komt, dan is het anders. Die wordt ziek en die komt te overlijden.” Zelf verloor ze haar man dik een jaar eerder en daarom besloot ze zichzelf en haar nicht, die haar man pas in september van dit jaar verloor, op te geven voor het Diner. Als je 57 jaar samen bent geweest, zoals mevrouw van der Helm, dan is het een hard gelag in je eentje verder te moeten. De dames hebben het er nog zichtbaar moeilijk mee. Als ik mevrouw van der Helm dan vraag hoe ze haar man heeft ontmoet, beginnen haar ogen te stralen. “Oh, dat is zo’n mooi verhaal.” Ik ga er eens goed voor zitten en hoor het met een lach aan. “Mijn ouders hadden een boerderij op de plek van het oude Zonnehuis, waar nu inmiddels alweer nieuwbouw staat”, vertelt ze. “Toen de Fanerweg daar werd aangelegd, was mijn man daar de opzichter van. Of het gelijk raak was? Nou nee, dat niet. Hij kwam dan op de deel als ik koeien aan het melken was. Uiteindelijk hebben we toen we gingen lopen op een zandweggetje langs het kanaal, voor het eerst gezoend.” De cirkel van het leven is weer rond, als blijkt dat de nacht ervoor haar eerste achterkleinkind werd geboren. “En dat wordt niet iedereen, overgrootmoeder”, voegt mevrouw Hooghien toe. Achterkleinzoon Sven is overduidelijk een welkom lichtpuntje na een moeilijke tijd.

Antoinet Burgler, de kunstenares die het hotel zo prachtig decoreerde, vertelt wat over haar schilderijen, terwijl het hoofdgerecht voor ons klaar wordt gezet. Minke kleedt zich om en neemt plaats achter de grill om alle aanwezigen te verwennen met onder andere het heerlijkste lams- en rundvlees van eigen boerderij. In de rij staand verbaas ik me weer dat dit ons gelukt is. Aan de ene tafel zitten wat dames tevreden te eten, aan de andere wordt er gezellig gepraat, ik zie lachende mensen en voel de warme sfeer. Zelf schuif ik daarna even aan bij mijn moeder, die ik heb meegenomen, die het indrukwekkende verhaal van het echtpaar Anzaid uit Oekraïne aanhoort. In Nederland zijn zij nog nooit een avondje uit geweest. Er wordt heel wat afgelachen. Wat blijkt? Mevrouw heeft mij en mijn wederhelft, die ook rondloopt, gespot en voorspelt mijn moeder mooie kleinkinderen. Het is slechts één van de ontroerende momenten deze avond.

Terwijl we allemaal zitten te genieten van het hoofdgerecht, komt mannenkoor KUG binnenvallen. Buschauffeur Jim heeft ze opgepikt bij De Opstal in Zuidhorn en Andries zorgde ervoor dat er voor de mannen een hapje en een drankje klaar stond. Weer zo’n voorbeeld van het goede gastheerschap van deze familie. Dertig man sterk, getooid met Kerstmutsen met twee blonde vlechtjes en allemaal een lach op het gezicht, zingt KUG de sterren van de hemel. Ze nemen ons mee van ‘Oh, Oh, Den Haag’ naar een Afrikaans nummer en van ‘Dromen zijn Bedrog’, naar tot het Groningse ‘Ik heb een taand deur mien lip’. Afsluitend knallen zij met ‘ik wil naar huis, ik voel me hier niet thuis’. Woorden die op niemand in de zaal van toepassing lijken te zijn, maar wel vol overgave meegezongen worden.

Ik schuif door naar ‘de mannentafel’, zoals ik hem omdoop. Meneer Boomsma, Dijkstra, Pikkert, Bronda, Van der Velde en Huizenga laten zich vergezellen door slechts twee vrouwen. Het blijkt dat Marten Dijkstra, Sjoerd Boomsma en Johanna Teenstra elkaar kennen van het Abel Tasmankoor. Boomsma gaf zich alleen op, omdat hij na zes jaar geleden te zijn gescheiden het geluk niet meer kon vinden. “Ik ga wel eens dansen bijvoorbeeld, maar het is ook niet zo dat je maar zo weer een relatie hebt”, vertelt hij. “Bovendien als je op onze leeftijd weer een relatie begint, dan krijg je alles van elkaar erbij. Eventuele gezondheidsproblemen, geschiedenis, kinderen; alles erop en eraan. Maar ik ga niet achter de geraniums zitten, hoor”, voegt hij toe. “Ik heb eerder teveel als te weinig te doen. Maar met de Kerst, dan voel je extra dat je alleen bent.” Teensma en Dijkstra vonden het geluk wel weer bij elkaar. Een echte koorliefde. Beide waren daarvoor al jaren weduwe en weduwnaar. “En als je alleen bent, dan komen de mensen juist niet zo makkelijk bij je”, vertelt Teensma. Dat geloof ik maar al te graag.

Aan deze tafel zitten ook de, denk ik, jongste deelnemers aan ons Diner: Pia en Tjeerd Dirk Huizenga. Als verrassing voor haar man gaf Pia hun op. “Hij staat altijd klaar voor een ander”, vertelt ze, “maar gaat nu zelf door een moeilijke tijd. Zijn vader is ongeneeslijk ziek en het is heel moeilijk om zo iemand te zien afglijden.” Gelukkig leidt deze avond hun af van alle zorgen. “Net een verrassingstocht”, vindt Pia. “Telkens weer iets leuks.”

En inderdaad, verhalenverteller Sjoert van der Naald neemt het woord. Hij neemt ons mee naar 500 jaar geleden. Het verhaal wat hij brengt, speelt rond een harpspeler, die thuis een vrouw, een kind en een klein bruin hondje heeft, en wordt uitgenodigd te spelen voor de koning. Op het kasteel eet hij “bijna net zo lekker als 500 jaar later een gezelschap zou eten in Hotel Aduard”, vertelt Sjoert met een knipoog. Hoewel de koning de harpspeler gouden bergen beloofd, heeft deze maar één doel: thuis Kerst vieren met zijn vrouw, zijn kind en zijn kleine bruine hondje.

Terwijl de meeste mannen zich daarna op de nagerechten storten, blijf ik nog even bij meneer Bronda zitten. Hij werd opgegeven door zijn dochter. “Nee, daar ben ik niet boos om”, zegt hij met een lach. Hoewel hij inmiddels zeventig is en met gezondheidsproblemen kampt, runt hij nog altijd een boerderij met jongvee. Zestien jaar geleden overleed zijn vrouw en liet hem achter met zes kinderen. Gelukkig vertelt hij met een trotse lach over zijn gezin. “Drie van mijn kinderen wonen nog altijd thuis. Twee dochters, die helemaal paardengek zijn, en een zoon. Oh, ja, ik heb al kleinkinderen. Zes kleindochters.”

Opeens hoor ik mijn naam galmen door de zaal. Speciaal voor mij zet Arie het nummer ‘de laatste Sirtaki’, één van zijn grootste hits, in. Daarna moet ik maar even bijkomen, dus op naar het nagerechtenbuffet. Dat overheerlijke ijs en de huisgemaakte bavarois laat ik natuurlijk niet aan mijn neus voorbij gaan. En bedankt Jenze, dat je niet kinderachtig bent met de slagroom. Terwijl ik geniet van weer een bordje vol, zingt Arie alweer de sterren van de hemel. Hij zet ‘hand in hand kameraden’ in en roept op tot de polonaise. Voor ik het weet, loopt er een bonte stoet door de zaal. Ronald voorop, gevolgd door dames van tachtig, asielzoekers uit Afrika, twee burgemeesters, Minke en Jenze, onze fotograaf Erik Veenstra met de camera in de hand en zie ik daar nou zelfs mijn eigen moeder?

Er zijn nog genoeg goede mensen

Helaas, het einde van de avond komt langzaam in zicht. Met een bos bloemen en een daverend applaus van de gasten, proberen we onze dank uit te drukken aan iedereen die deze avond mogelijk heeft gemaakt. Terwijl iedereen kop koffie of thee geserveerd krijgt, delen we de Kerststerren uit. Ik probeer Angolese Zoisa en Sam Ashegvatan uit te leggen dat iedereen in ons land in deze tijd van het jaar zo’n plant in huis haalt. “Mag ik deze ook laten staan na de Kerst?”, is de vraag van de heren. Natuurlijk! Ik hoop dat ze er nog lang van genieten.

Als laatste verblijd ik mevrouw Togtema en mevrouw Pama met zo’n prachtige plant. Mevrouw Pama vond dat mevrouw Togtema, wiens kleinzoon Remco net naar Amerika is vertrokken voor een behandeling tegen de gevaarlijke kankersoort neuroblastoom waar hij aan lijdt, wel een verzetje had verdiend. “Alsof er een bom ontploft”, vertelt mevrouw Togtema over het moment dat zij hoorde dat haar kleinzoon zo ziek is. “En nu moet ik met schijf beginnen”, vertelt ze. Ik moet even denken. “Om hem te kunnen zien daar”, verduidelijkt ze. Oh, skype. Haar leeftijd van 86 laat haar niet tegenhouden. “Nee, hoor. Gelukkig gaat het goed met hem. Ik hoorde dat hij er monter uit ziet. Dat wil ik zelf ook zien.” Om de behandeling in Amerika mogelijk te maken is er de laatste maanden veel geld ingezameld voor de familie. Met de tranen in de ogen somt mevrouw Togtema plaatsen op waar ze zich ingezet hebben. “Eigenlijk snap ik niet hoe het kan, dat mensen zoveel hebben gedaan voor hem”, vindt ze. De conclusie, daar zijn we het beide over eens. Ik werp nog eens een blik om me heen. Zie Jenze druk koffie uit delen, Minke en Andries ergens aanschuiven, de burgemeesters die een praatje maken en zie Ronald met een aansteker aan als Arie ‘You ‘ll never walk alone’ inzet, ik zie onze fotograaf Erik Veenstra met die lach al de hele avond op zijn gezicht, zie mijn moeder Janet Hovingh en mijn wederhelft Wildo Wijnands de laatste kerststerren uitdelen. “Er zijn nog een hoop goede mensen”, fluister ik mevrouw Togtema in. Ze knikt instemmend.

Dank

Duizendmaal dank aan iedereen die deze avond heeft mogelijk gemaakt: familie Kingma van Hotel Aduard, Dalstra Reizen uit Surhuisterveen en chauffeur Jim Toets, burgemeester Bert Swart van de gemeente Zuidhorn en zijn vrouw Paula, burgemeester Kor Dijkstra van de gemeente Grootegast, Arie Meijerman, Sijtse Scheeringa, Sjoert van der Naald, alle mannen van KUG en Janet Postema. Ook dank aan iedereen die zich opgegeven heeft en is aangeschoven op deze bijzondere avond. Ik hoop dat iedereen net zo genoten heeft, als ik.

Oproep

Andries Kingma deed aan het einde nog een oproep aan alle aanwezigen. “Wij hadden deze avond een verhalenverteller met een prachtig verhaal en nu ben ik zo benieuwd naar de verhalen van de mensen die hier aanwezig zijn.” Hij roept iedereen op een verhaal over de avond óf over de historie van het hotel te schrijven. Deze kunnen opgestuurd worden naar Hotel Aduard, Friesestraatweg 13, 9831 TB Aduard of mail@hoteladuard.nl.

|||||||||||||
|||||||||||||
|||||||||||||
|||||||||||||
|||||||||||||
|||||||||||||
|||||||||||||
|||||||||||||
|||||||||||||
|||||||||||||
|||||||||||||
|||||||||||||
|||||||||||||

UIT DE KRANT