Eritrees gezin in Zuidhorn weet wel wat het mooiste is aan Nederland: “Democratie, vrijheid!”

Afbeelding
voorpagina groningen
ZUIDHORN - Deze week zijn we terecht gekomen bij een gezin uit Eritrea. Een klein land gelegen in de hoorn van Afrika. Na Syriërs vormen deze mensen de grootste groep immigranten tijdens de afgelopen jaren. Op het eerste gezicht opvallend. In het kleine land, dat ongeveer 7 miljoen inwoners telt, heerst geen echte hongersnood en oorlog is er evenmin. Althans, dat is de conclusie van het UNHCR. Waarom dan zo’n uittocht? Wellicht kan het gezin ons meer duidelijkheid verschaffen. Als we het gezellige huisje in Zuidhorn binnenkomen staat de tafel vol met twee grote pannen uien en allerlei zakken met vlees. “Onze dochter wordt 18 en we zijn haar feest aan het  voorbereiden,” grijnst vader Filimon Teklemariam zijn hagelwitte tanden bloot. Hoewel de avond al halverwege is, ligt de kleine Abraham die in december 2 jaar wordt, nog niet op bed. Hij kijkt ons geïnteresseerd aan en steekt zijn kleine handje uit ter begroeting. En kijkt met een schuin oog naar de camera van Laura.
 
De communicatie verloopt aanvankelijk wat lastig. Vader spreekt weliswaar heel behoorlijk Nederlands en een beetje Engels, maar om het verhaal zo waarheidsgetrouw mogelijk weer te geven is het belangrijk elkaar goed te snappen. Dochter Solyan wordt er bijgehaald. Zij blijkt vloeiend Engels te spreken. Onder het genot van een thee en koffie vertelt vader over zijn vlucht en de redenen van zijn vertrek. Het wordt duidelijk dat die vooral gezocht moeten worden in het politieke systeem dat geen ruimte laat voor vrijheid. “Er is maar één partij de baas en dat is die van de president Afewerki. Er is geen vrijheid en wie het niet eens is met de overheid loopt gevaar voor zijn leven.” Het wordt duidelijk dat de dictator zijn land regeert met ijzeren vuist. Alle oppositie wordt in de kiem gesmoord en vooral na 2001 is de situatie geëscaleerd. Veiligheidsdiensten arresteerden journalisten en criticasters. Veel van hen zijn nooit meer terug gezien. Het regime heeft overal spionnen en je weet niet of je je buurman kunt vertrouwen. Een arrestatie door het regime betekent vaak lange gevangenisstraf zonder proces of de dood.
Niemand mag het land verlaten zonder toestemming van de autoriteiten en daar hoef je, als je jonger bent dan zestig of zeventig jaar, niet op te rekenen. Toch lukte het Filimon om te vluchten. “Ik was opgeroepen om in militaire dienst te gaan, maar dat wilde ik niet. Ik probeerde allerlei redenen aan te voeren. Zoals dat ik zowel voor mijn moest gezin als mijn zieke ouders moest zorgen. Het antwoord van het regime was een gevangenisstraf van zes jaar. Toen ik vrij kwam besloot ik direct te vluchten. Ik kon mijn vrouw en kind niet meenemen. Het was belangrijk eerst zelf in veiligheid te komen en dan vanuit die plek mijn familie te gaan halen. Ik ben via Soedan naar Ethiopië gevlucht en kwam daar in een kamp terecht. Van daaruit ben ik naar Abu Dhabi gegaan. Een oom uit de VS heeft mijn vlucht naar Europa betaald die ik kon maken toen ik een vals paspoort had kunnen regelen. Zonder paspoort kun je immers niet vliegen.” Het wordt niet helemaal duidelijk hoe, maar zijn vrouw is hij dan al verloren. Hoe voer je een gesprek over de dood van een moeder en vrouw met een vader en dochter. Doorvragen is ook niet de meeste ethische manier en kan gemakkelijk uit worden gelegd als ongepaste nieuwsgierigheid. Wat duidelijk wordt is dat ze is verdronken. Hier zit dus een dochter naast me die praat over haar moeder die is verdronken. Aan haar gezicht wordt ook duidelijk dat verder vragen en praten hierover niet gepast is. De vrolijke glimlach heeft plaats gemaakt voor een sombere en verdrietige blik. Wie is dan de vrouw des huizes daar aan de tafel die vlees aan het snijden is? Het blijkt de nieuwe vrouw van vader Filimon die in verwachting is van een heuse tweeling. Bij hem breekt de glimlach weer door als het om zijn nieuwe liefde gaat. “Haar heb ik ontmoet in een vluchtelingenkamp in Ethiopië.” Vader woont zelf inmiddels vier jaar in ons land en kwam via Ter Apel, Wageningen, Arnhem, Zevenaar, Delfzijl en Lutjegast uiteindelijk in Zuidhorn terecht. Hij straalt, net als zijn dochter als er gevraagd wordt wat hij zo mooi vind aan ons land. En specifieker aan Zuidhorn. “Alles!” Roepen vader en dochter in koor. Een ding springt er echt uit, daar zijn ze het over eens. “De democratie hier. Er is hier vrijheid! We hoeven niet bang te zijn. We mogen zeggen wat we willen.”Hun gezichten spreken duidelijker dan lange verhalen. De blijdschap over deze ervaring lijkt uit hun tenen te komen. Ze zijn weer een gezin. Dochter Solyan die zag haar vader in Eritrea voor het laatst toen ze nog een kleine peuter was. Ze leefde veel te lang zonder haar vader en werd opgevoed door haar grootouders, die uiteindelijk stierven. Het verlies van haar moeder. Het verlies en gemis van een vrouw. Ze zijn herenigd, pas sinds deze zomer. Inmiddels is Solyan een volwassen vrouw die net achttien jaar is geworden.  Alle jaren zonder haar vader en het definitieve gemis van haar moeder een pijn die niet weg te nemen is. Nog altijd is er leed, wat duidelijk wordt tijdens het gesprek. De moeilijkheden ook niet. Maar hier zitten dankbare mensen. Dankbaar voor wat ons land ze hun geeft. Een basisbehoefte en recht van ieder mens. Voor ons vaak zo gewoon. Voor deze mensen een wonder: vrijheid. Foto: Laura Penninga.

UIT DE KRANT

Lees ook