“Ik ga het contact met de mensen missen”

Afbeelding
voorpagina friesland

BUITENPOST – Hij werkte samen met drie burgemeesters, twee gemeentesecretarissen, drie wethouders, raadsleden en een heleboel ambtenaren: wethouder Klaas Antuma. Vrijdag 13 juni neemt hij afscheid na vier jaar van ‘zijn’ gemeente Achtkarspelen. Graag was hij doorgegaan, maar dat mocht niet zijn. In het nieuwe college van FNP, PvdA en GBA is geen plek voor de ChristenUnie. Missen gaat hij het werk zeker.
In 2002 kwam Antuma in de gemeenteraad voor de combinatie RPF/SGP/GPV, wat in 2006 opging in de ChristenUnie. Vier jaar geleden nam hij het stokje over van CU-wethouder Pieter van der Veen. Antuma was als lijsttrekker de gedroomde wethouder van de partij. Hij genoot van zijn portefeuille. “Mijn passie ligt bij de jeugd en de zorg. Financiën was niet alleen uitdagend, maar ook heel boeiend. Die portefeuille is toch vaak het sleuteltje in het hele verhaal.” Vanwege zijn achtergrond was Antuma ook blij dat hij betrokken was bij het natuur- en afvalbeleid van de gemeente. “Het zijn portefeuilles die zich bezighouden met het behoud van de schepping. Erg belangrijk.”
Antuma zegt het werk, maar met name ook de contacten in de regio, te gaan missen. “De werkdruk wisselde tijdens deze collegeperiode. In het begin was ik vooral druk met de financiën, later de sociale werkvoorziening en aan het einde van de periode het peuterspeelzaaldossier.” Een ander project waar Antuma zich hard voor maakte was het volkstuinenproject, waarbij werklozen zelf hun groenten konden verbouwen. Het project werd geen groot succes, maar die mensen die zich ervoor hadden ingezet, hebben veel van het project geleerd.
In die drie jaar versleet Antuma drie burgervader en twee gemeentesecretarissen. Het was een leerzame periode, zegt hij nu. “De drie burgemeesters waren drie totaal verschillende mensen, waar ik veel van geleerd heb. Tjeerd van der Zwan heeft mij vaak op het hart gedrukt om vooral vragen te stellen. Van Piet Adema heb ik vooral geleerd om door te pakken. Wat ik aan Gerben Gebrandy waardeerde was de manier waarop hij met de mensen omgaat.”
Toen Adema in het college zat, deed zich volgens Antuma wel iets bijzonder voor. “Hij was van de ChristenUnie, onze toenmalige gemeentesecretaris had die kleur en namens de partij was ik wethouder. Het mag allemaal niks uitmaken, maar wat ik heel boeiend vond is dat je dan ziet dat de drijfveren wel hetzelfde zijn. We hadden veel aanknopingspunten.”
Toch neemt Antuma geen afscheid van de politiek. Als eerst gekozene namens zijn partij zal hij zijn opwachting maken vanuit de gemeenteraad. Daar zal hij niet gaan zitten om het college te sarren. “De ChristenUnie wil constructief oppositie voeren. Natuurlijk had ik Gerda Postma (zijn opvolger op diverse terreinen, red.) in de haren kunnen vliegen, maar zo wil ik niet werken. Als je dat doet, ben je elkaar vertrouwen ook zomaar kwijt. Dan krijgen zij het gevoel ‘daar heb je ze weer’.”
Ondertussen gaat hij ook op zoek naar een nieuwe baan. Beschikbaar als wethouder blijft hij zeker. “Ik zit in de wethouderspoule van mijn partij. Als ergens een wethouder van buiten nodig is, weten ze dat ik beschikbaar ben.” Als het aan Antuma ligt, hoeft die post niet meteen naast de deur te liggen. “Voor mijn vorige baan reed ik ook regelmatig naar het midden van het land. Ik heb daar helemaal geen problemen mee.” Een tip voor collega-wethouders heeft Antuma ook. “Mensen moeten ervoor oppassen dat ze niet te lang op dezelfde plek blijven zitten. Dat is voor niemand goed.”
Over de toekomst van zijn gemeente is Antuma wel duidelijk. “Op lange termijn zullen we wel in de richting van een fusie moeten gaan. Als gemeente krijgen we er van Den Haag veel taken bij, maar het stuur houden ze zelf in de hand. Ook wordt er beknibbeld op het bedrag dat we krijgen. Als we niet zelf ingrijpen worden we straks het muurbloempje van Friesland.” Volgens Antuma zal een fusie met Tytsjerksteradiel deze problemen oplossen. “Je krijgt dan een gemeente met 60.000 inwoners. Als we zaken bundelen kunnen we een beter product bieden aan de inwoners.”

UIT DE KRANT