“Ik presteer onder mijn kunnen, en ja, ik baal behoorlijk!”

Afbeelding
Sport

Bauke Mollema door het ijs in de Alpen

FRANKRIJK - De tweede week van de Vincenzo Nibali Tour werd voor Bauke Mollema niet wat hij er vooraf van hoopte en ook verwachtte. De bergen kwamen er aan. Zijn terrein. Hier moest het gaan gebeuren. De ploegleiding en Mollema schreeuwen het niet van de daken, maar intern is de ambitie duidelijk: een aanval op het podium. Maar er kwam geen aanval en dus ook geen podium. Mollema moest vooral schade beperken.
Direct op maandag was het al een beetje erop of eronder, maar de rit eindigde in een soort status quo. Een beetje vlees noch vis. Iets van net niet. De hoop op betere tijden is nog levend.  De 161.5 kilometer lange rit gaat op de Franse nationale feestdag van Mulhouse naar La Planche des Belles Fillses, telt zes bergen en bovendien is de aankomst bergop. Er is inmiddels alweer een favoriet uit de Tour, te weten Alberto Contador. Het werd voor de kopman van Belkin niet echt eronder maar ook zeker niet erop: “Ik wilde natuurlijk aanvallen, maar de benen waren gewoon niet goed genoeg. Dus probeerde ik zo dicht mogelijk achter de weggereden klassementrijders te blijven om zo schade te beperken en ik heb zelfs nog wat tijd gepakt op een aantal renners die voor het klassement gaan.” Darmklachten als oorzaak voor de mindere benen? Mollema wil het niet als excuus aanvoeren, maar het speelt wel een rol: “Ik voelde me vorige week echt niet lekker en had last van krampen in mijn maag. Als alles niet helemaal top is, merk je dat direct tijdens de race. Alles moet kloppen. Ik heb de schade weten te beperken, maar natuurlijk baal ik wel. Of het natte weer er mee te maken heeft weet ik niet. De Tour duurt nog bijna twee weken en er komen nog een paar mooie bergetappes. Morgen eerst maar eens rusten”.
Mollema gaat de rustdag in op een tiende plek. Na de heuveletappe op woensdag stijgt hij onverwacht zelfs een plaatsje in het klassement. Was dat onderdeel van het inmiddels befaamde plan? “Haha. Nee, dit was totaal onverwacht. Maar daarom niet minder mooi”, aldus de renner die ontkent al een contract bij de wielerformatie Trek te hebben getekend. “Er is contact geweest, maar nu focus ik me op de Tour en ik heb niets getekend.” Ook een langer verblijf bij zijn huidige ploeg sluit hij niet uit. “Eerst maar eens met het klassement bezig, dan zien we wel weer.”  Zit een podiumplaats er stiekem toch nog in? De renner aarzelt: “Pfff, dat zal heel lastig worden. We hebben Nibali, Porte, Valverde en dan zijn er nog een paar hele goede Fransen. De top is heel breed. Het is dus lastig om naar die posities te kijken. De focus ligt nu op de Alpen en dan komen er ook nog drie hele zware Pyreneeënritten. Ik ga in ieder geval vol voor het klassement.”
Vrijdag moet het dan gaan gebeuren. Voor de klimspecialist Mollema een dag om een paar plaatsen in het klassement te gaan stijgen. Hij gáát er voor, zo laat hij de avond van tevoren weten: “Ik sta nu achtste en eigenlijk begin ik me steeds beter te voelen. Het was wel even wennen van de regen in de zon en de warmte. Vandaag ging het heel aardig. Jammer dat ik een plekje ben gestegen ten koste van de val van Tony Gallopin, maar goed, dat is ook wielrennen. Het zal loodzwaar worden,” blikt de kopman van Belkin vooruit naar de loodzware dertiende etappe over 197 kilometer. Voor het eerst is er een beklimming uit de buitencategorie. De tocht leidt van Saint-Etienne naar het skioord Chamrousse en eenmaal eerder werd dit gebied aangedaan en wel in 2001. Lance Armstrong won die beklimming, maar moest de ritzege later weer inleveren vanwege zijn dopinggebruik.
Vrijdag dan eindelijk de eerste echte bergetappe. In de Alpen. Het is 197,5 kilometer koersen. Heel stiekem werd Mollema bij de kanshebbers gerekend deze uitputtingsslag te winnen of in elk geval op het podium te eindigen en voor een verrassing te zorgen.  Het lukte niet. Geen aanval en geen kracht om met de besten mee te gaan. Mollema stelde een beetje teleur met een dertiende plaats, zo vond ook een deel van de teamleiding: “We wilden Bauke graag op het podium zien. Denken ook dat hij dat in zich heeft. Vandaag had hij moeten vlammem. Hij reed goed, maar om op het podium te komen moet je meer dan goed zijn. Das was Bauke niet.” De renner zelf was toch best tevreden. Hij steeg een plekje in het algemeen klassement en maakt zich niet druk om de kritiek van zijn ploegbaas. “Ik heb tactisch het maximale er uit gehaald en fysiek heb ik nog nooit zo afgezien. Mijn benen stonden in brand de laatste kilometers. Ik begreep dat mijn andere ploegleider Zeeman wel tevreden was. Ik had ook graag nog iets meer gedaan, maar ik heb echt alles gegeven. Ik kan mezelf niets verwijten, maar had vooraf natuurlijk wel gehoopt op wat meer. Morgen weer een zware bergetappe. Ik hoop dan weer iets beter te presteren”.  Die hoop bleek ijdel. Mollema zakte een beetje door het ijs, hoe wrang deze conclusie ook is. De rit duurde 177 kilometer en voerde van Grenoble naar Risoul. Een zeer zware etappe. Mollema verloor veel tijd, 2 minuut en 40 seconden op winnaar Rafal Majka. “Hier moet ik vlammen en het verschil maken. Ik ben echt teleurgesteld. Ik hoopte me te verbeteren ten opzichte van vorig jaar, maar het wordt nog hard werken om in de top tien te blijven”, aldus een enigszins aangeslagen Mollema die hoopt de vlakke etappe van zondag goed door te komen en dan rust te pakken op de maandag. “Daarna komen de Pyreneeën nog. Ik heb het idee dat ik gewoon nog niet helemaal hersteld ben van mijn darmklachten. Ik rijd onder mijn kunnen, dat is een feit, maar over de oorzaak kan ik alleen maar speculeren en wil me zeker niet achter mijn gezondheid verschuilen. Misschien gaat het  in de Pyreneeën beter”,  blijft de kopman van Belkin hoopvol. Tegen beter weten in?

UIT DE KRANT