Ilse On (study) Tour in Zuid Afrika

Afbeelding
voorpagina groningen
De 18-jarige Ilse Spoelman uit Zuidhorn, is op studiereis naar Zuid-Afrika. Om de week houdt zij de Streekkrant op de hoogte van haar ervaringen en avonturen aan de andere kant van de wereldbol.
“Bij de eerste zebra’s waren we helemaal enthousiast en bij de laatste zebra’s was het meer van:  “Hé, daar heb je weer eentje”.”
De eerste drie weken zitten erop en ik ben nu zo goed als gesetteld. Het was natuurlijk wel echt even wennen. Daar zat ik dan, in Zuid-Afrika, waar ik ineens - tijdelijk - een heel nieuw leven moest opbouwen. Toch gaat het mij erg goed af, ik geniet van de zelfstandigheid. Dit is een plek waar je je snel thuis voelt. De Zuid-Afrikanen zijn heel vriendelijk. Je wordt altijd begroet met “hi, how are you?” en een glimlach erbij. Ook lijkt de campus door alle kronkelpaden en tropische bomen en planten soms meer op een vakantiepark, en dat zorgt echt voor een relaxte sfeer.
Het geeft je niet meteen een schoolgevoel, maar ik ben hier natuurlijk wel om mijn minors te volgen. Deze periode focussen we ons op de effecten van klimaatverandering op rampen en dat vind ik reuze interessant. Omdat ik maar vier ochtenden in de week les heb, is er veel tijd over om dingen te ondernemen. Mijn eerste les gaf meteen een goede indruk over hoe het hier gaat. We zouden het moduleboek doornemen alleen deze was nog niet online beschikbaar. Oftewel, zoals mijn docent zei: “Het gaat op zijn Zuid-Afrikaans”. Ik moest mij maar niet te veel druk maken over dingen want dat deden zij ook al lang niet meer.
Mijn klas bestaat maar uit negen studenten en iedereen is Zuid-Afrikaans, op mij na dan. Ze keken dan ook raar op, want normaal gesproken zijn er nooit internationale studenten die Disaster Management komen studeren. Ik ben inmiddels helemaal opgenomen in de klas en ze leren mij al woorden Xhosa (kliktaal) en echte Zuid-Afrikaanse begroetingen.
In de weekenden willen we zo veel mogelijk van het land zien. Zo hebben wij het eerste weekend een boottrip gemaakt in Port Elizabeth. We konden hele pinguïnpopulaties spotten op onbewoonde eilandjes en werden op een gegeven moment omringd door een grote groep (zeg gerust honderd) dolfijnen. Dat moment was zo gaaf, ik wist niet meer waar ik moest kijken. Maar onze dag kon niet meer stuk toen we ineens vaart minderden en de schipper in de verte wees… Daar was een walvis te zien! Eenmaal dichterbij bleek het er niet één te zijn maar wel drie, waaronder een kalfje. Dat moment was niet te beschrijven, zo mooi. De week daarop zijn we naar Addo Elephant National Park gegaan. We mochten met onze eigen autootjes door het park rijden en dat was zo gaaf. We hebben zoveel dieren gezien. Van antilopen tot kuddes olifanten, zebra’s, buffels, struisvogels, een rooikat en verder. Bij de eerste zebra’s waren we helemaal enthousiast en bij de laatste zebra’s was het meer van “Hé, daar heb je weer eentje”.
We kwamen hele kuddes olifanten tegen en op een gegeven moment zagen we een olifant in z’n eentje, welke van plan was om over de weg te lopen. Wij de auto aan de kant zetten, motor uit. Daar kwam hij aan lopen… recht op ons af. Wij dachten “Oh oh, dit gaat fout”, we bedachten al scenario’s over hoe we weg konden vluchten. We hielden onze adem in, de adrenaline stroomde door ons lichaam en niemand kwam ook maar op het idee om te filmen of überhaupt een beweging te maken. Even voor onze auto week hij uit en liep hij pal naast ons, wat een groot beest was dat zeg!
Dit zijn echt niet de enige avonturen die we beleven. Zo hadden we afgelopen weekend slippende auto’s en zweethandjes in een safaripark, nadat de onverharde wegen waren veranderd in modderplassen door de hevige regenval. Kwamen we daardoor bijna vast te zitten op een heuvel, maar hadden we wel giraffen gezien. Eveneens kregen we bezoek van een groep Vervet-aapjes die alles jatten wat ze maar voor handen krijgen. En dus verdween daar het ontbijt en werd de vuilnisbak leeggeplunderd waarna de zakjes en bakjes uit de bomen kwamen vallen. Niet sprekende over de kudde geiten die ineens de weg overstak.
Maar ook door de week is er genoeg te beleven. Zo nu en dan gaan de jongens en ik voetballen met de lokale studenten en ook is er een heuse voetbalcompetitie tussen de verschillende studenten-accommodaties en de Stenden staf. Laatst zijn we zelfs naar een voetbalwedstrijd in het Nelson Mandelay Bay stadion in Port Elizabeth geweest. Een docent had ons hier namelijk voor uitgenodigd. We kwamen (natuurlijk) een kwartier te laat binnen zetten en keken onze ogen uit. De sfeer was heel gezellig en we hebben dan ook maar de helft van de wedstrijd gezien aangezien het publiek veel interessanter was. Alle supporters van beide clubs zitten door elkaar en ook supporters van de andere clubs waren erbij. Fufuzela’s zijn hier blijkbaar nog lang niet uit de mode en er werd gedanst, gezongen en geklapt.
Waar ik het meest aan heb moeten wennen is dat het zo vroeg donker wordt. Rond 18 uur gaat de zon al onder en dus zijn de avonden erg lang en koud. Het is hier namelijk nog winter en dus koelt het ’s avonds erg af. Dan is een trui en lange broek echt wel nodig. Ook was het wennen om ineens continue omringd te worden door mensen. Alle studenten verblijven hier namelijk op de campus, wat meer een soort lange weg is met allemaal studentenhuisvestingen. Ik deel mijn kamer samen met pabo-studente Jooske en ben dus niet vaak alleen. Toch zijn we hier beiden heel erg aan gewend geraakt en voelt het nu al gek als er een van ons een avond niet thuis is. Daarnaast mogen wij uit veiligheidsoverwegingen niet alleen de campus verlaten en ben je dus afhankelijk van elkaar als je ergens heen wilt. Zoals naar het strand, waar wij met mooi weer wel eens te vinden zijn en maar op zo’n vijf minuten loopafstand is. Heerlijk, ik kan wel wennen aan het leven hier.
 
 

UIT DE KRANT