Ineke heeft al twee jaar een inzamelpunt voor de Voedselbank

Afbeelding
voorpagina groningen

‘Het is geen moeite om dit te doen’

OLDEHOVE – ‘Eigenlijk doe ik helemaal niet zoveel’, zegt Ineke Ludema, die zich zowat een beetje bezwaard voelt dat De Streekkrant haar wil interviewen over wat zij doet voor de Voedselbank. ‘Nee, echt! Zoveel doe ik helemaal niet.’ Toch gaat ze overstag, al is het alleen maar voor de aandacht die het de Voedselbank oplevert. ‘Want’, zo stelt Ineke, ‘iedere aandacht voor de Voedselbank is welkom’.
Ineke mag dan menen dat wat zij doet helemaal niet zoveel te betekenen heeft. Bij de Voedselbank denken ze daar wel anders over. Sinds twee jaar heeft Ineke van haar woning in Oldehove een inzamelplaats voor houdbare goederen gemaakt voor de Voedselbank. Ook regelde ze dat bij alle plaatsen in het dorp waar veel mensen komen een boodschappenkrat mocht komen te staan, zodat mensen bij een bezoekje aan de apotheek of de huisarts direct even een pakje soep mee konden nemen. Ineke op haar beurt zorgt er weer voor dat de voedingsmiddelen worden opgehaald, en naar het depot in Baflo van de Voedselbank Winsum – De Marne – Eemsmond worden gebracht. Waarom niet naar de Voedselbank Westerkwartier, waar de gemeente Zuidhorn en dus Oldehove onder valt? ‘Toen ik begon was de gemeente Zuidhorn nog niet aangesloten bij de Voedselbank Westerkwartier. Daarom kwam ik bij Voedselbank Het Hogeland uit. Dat heb ik nu maar zo gelaten.’
Wanneer we bij Ineke binnenkomen laat ze de boodschappenkratten zien die normaliter tot de nok toe gevuld zijn met boodschappen. ‘Eigenlijk is het jammer dat je net nú langskomt. Als je vorige week was langsgekomen had je kunnen zien dat hier zeventien kratten tjokvol boodschappen stonden. Deze zijn net afgelopen vrijdag weer geleegd. Nu zit er nog niet zoveel in’, vertelt Ineke. Toch begint het eerste krat alweer redelijk vol te raken met koekjes, wasmiddel en andere houdbare spullen.
Het idee om zelf etenswaren in te gaan zamelen voor de Voedselbank kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Ineke las een artikel in het Dagblad waar ze volledig van ondersteboven was. ‘In dat artikel werd een vrouw gevolgd die afhankelijk was van de Voedselbank. Zij bracht een bezoek aan de supermarkt om kipfilet te kopen, die die week in de aanbieding was. Ze was zó bang dat de kip misschien al op zou zijn. Ze wist dat ze de kip een week later, wanneer de aanbieding niet meer geldig was, niet zou kunnen kopen. Dat deed heel veel met me. Dat er in Nederland zulke armoede is, dat zou eigenlijk helemaal niet moeten.’
Ineke ging nadenken over wat zij nou kon betekenen voor de Voedselbank. Toen ze aan haar ideeën bekendheid gaf werd ze al snel overladen met spullen. Mensen uit Oldehove die ze voorheen nog niet kende, kwamen spontaan bij haar langs om spullen te brengen. ‘Het is echt overweldigend wat mensen doen. De één komt alleen een doosje thee brengen, terwijl de ander gerust een hele tas boodschappen koopt voor de Voedselbank. Ik vind het beide keren fantastisch. Het gebeurt ook wel dat ik thuis kom en er een plastic tasje aan mijn voordeur hangt, en er geen afzender bij staat. Prachtig vind ik dat’, lacht Ineke.
Bij wie de voedingsmiddelen uiteindelijk terechtkomen heeft Ineke geen idee van. Het interesseert haar ook niet. ‘Ik hoef niet te weten wie er in Oldehove in armoede leven en wie het goed hebben. Wat ik belangrijk vind is dat iedereen voldoende eten op tafel kan zetten en dat niemand honger hoeft te lijden. Er zullen vast mensen in Oldehove zijn die gebruik maken van de Voedselbank. Maar dat is voor ieder privé.’
Het vrijwilligerswerk dat Ineke doet geeft niet alleen de Voedselbank een hoop extra producten van mensen die niet zelf naar Baflo kunnen gaan of daar de moeite niet voor willen of kunnen nemen, maar het doet Ineke zelf ook goed. ‘Ik heb hierdoor een heleboel nieuwe mensen leren kennen. Het gebeurt vaak dat mensen voor de deur staan en even een praatje komen maken. Dat is ook heel gezellig, en wordt zeker gewaardeerd’.
Volgens Ineke is het kopen van een product voor de Voedselbank een hele concrete manier van hulp bieden. Bovendien hoeft niemand bang te zijn dat de producten niet op het goede adres terechtkomen. ‘Ik heb wel eens gehad dat mijn kinderen een blik in de kratten wierpen en riepen: ‘Die koekjes, die zijn heel lekker, die krijgen wij nooit!’ Dan moet ik ze teleurstellen, want wij gebruiken niets uit de kratten. Alles wat daarin zit is voor de Voedselbank, voor de mensen die het echt nodig hebben.’

UIT DE KRANT

Lees ook