Kerkfotograaf Regnerus Steensma kent alle oude kerken in het noorden

Afbeelding
kleintje cultuur

Een gesprek over trots, liefde en een bijzonder vak

Slechts drie weken geleden vertelde Regnerus Steensma uitgebreid over zijn passie voor oude kerken. Vorige week kwam het ongelooflijke en onverwachte bericht dat deze bijzondere man ons ontvallen is. Hij overleed in de nacht van 13 december. Zijn nabestaanden lieten weten het op prijs te stellen dat dit interview alsnog gepubliceerd wordt.

BUITENPOST – Regnerus Steensma is een kerkfotograaf. Zijn interesse voor alle aspecten van oude kerken resulteerde in het uitoefenen van het bijzondere vak als docent kerkbouw aan de universiteit in Groningen. Het fotograferen van de gebouwen begon als noodzakelijk kwaad, maar inmiddels heeft hij hierin een naam opgebouwd. Zijn productieniveau is enorm; al pratende komen er meer en meer boeken van zijn hand op tafel en stapels magazines waar hij aan meewerkte en nog altijd meewerkt. In het noorden is er dan ook geen kerk die hij niet gezien heeft. “In Drenthe zijn er zo’n vijftig oude kerken, in Groningen 150 en Friesland wel 250; ik ken ze allemaal.”

“Ik ben mijn hele leven al met kerken bezig”, trapt Regnerus het gesprek af. “Als middelbare scholier bezocht ik al alle oude kerken van Friesland op de brommer. Als je met pensioen gaat, dan ga je misschien rustiger aan doen, maar als je met de wetenschap bezig bent, dan heb je een leuke afscheidsborrel, doe je twee dagen niks en dan ga je weer door. Ik heb me altijd bezig gehouden met de kerk als gebouw, met alles wat erin staat. Het zijn verschillende facetten wat me hierin boeit. Het aspect van de kunst, waarmee ik doel op de bouwkunst en de schilderkunst, maar ook de kerk als merkteken van stad en dorp. Denk maar aan de torens die boven het landschap uitkomen. Daarnaast is het de inrichting die me boeit; de kerk als spiegel van maatschappelijk leven, geloof en devotie.”

Het fotograferen is iets wat pas later in zijn leeftijd om de hoek kwam kijken. “Een jaar of twintig werkte ik met fotografen van de universiteit, die zijn eigen fotodienst had. In de jaren tachtig was daar geen geld meer voor, de faculteit moest zelf de loonkosten maar gaan betalen en dat lukte niet. Dus ben ik me zelf meer gaan toeleggen op de fotografie.” Uit nood geboren, maar uit de verhalen van Regnerus over de lampen die hij zo positioneert dat ze over een grafsteen strijken, over de toeristen die hij er liever niet bij heeft en het engelengeduld dat hij kan opbrengen om de foto precies zó te maken dat de kerk op zijn best uitkomt, spreekt de liefde voor het werk.

“Ik kan inmiddels redelijk goed foto’s maken”, zegt hij bescheiden. “Ik heb een groot pluspunt, omdat ik én foto’s kan maken én verstand heb van kerken. Ik ken wel mensen die uitstekend foto’s kunnen maken, maar die weten niet precies welke details zij in een kerk moeten fotograferen. Een boek als deze”, voegt hij toe, terwijl hij ‘De koorbanken van de Martinikerk te Bolsward’ erbij pakt, “hierin zitten 350 foto’s. Dat zou met een privé-fotograaf niet kunnen, want dat is veels te duur.”

Een boek als dat, is een zeer specialistisch boek. “Er zitten bijna honderd voorstellingen op en daar is geen goed boek van. Ik vind dat uiterst waardevol, dus geef je jezelf de opdracht. Ik wilde het graag en het is prachtig geworden, maar er moet wel geld bij. Bij publieksboeken hoeft dat niet, maar bij gespecialiseerde boeken probeer ik subsidies binnen te halen door de waarde van een boek aan te geven.”

En die waarde van zijn werk, die is volgens Regnerus van groot belang en verklaart ook zijn enorme ‘drive’. “Je hebt een groot aantal populaire boeken, welke door het publiek geliefd zijn, maar daarnaast is het belangrijk om de wetenschappelijke kennis te vermeerderen. Doordat je schrijft en documenteert, vermeerdert het inzicht. De Stichting Oude Groninger Kerken, die ik zelf mede heb opgericht evenals de Stichting Alde Fryske Tsjerken, heeft een 6000 donateurs. Velen ondersteunen de Stichting, omdat ze het boeiend vinden om erover te lezen. Kennisverdieping creeërt een maatschappelijk draagvlak om die monumenten te blijven onderhouden. Je versterkt dit geheel door te publiceren.”

Voor zijn enorme inzet voor en bijdrage aan het behoud van de oude kerken is Regnerus terecht benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. “Trots? Ja. Ik kijk met veel plezier en veel voldoening terug op zowel het maatschappelijke werk en de publicaties. Hele generaties studenten heb ik verder gebracht. Mijn opvolger aan de universiteit was een student die ik zelf heb opgeleid. Ja, dat is mooi.”

Een favoriet tussen al die kerken, is onmogelijk aan te wijzen. “Je kan moeilijk zeggen wat de mooiste is. Het interieur van Westeremden spreekt me erg aan, qua architectuur en bouwkunst juist Garmerwolde en Zeerijp. Het grote monument in het kerkje van Midwolde springt er ook echt uit. De doodssymboliek en de vergankelijkheid daarin. Kijk eens naar die blik van Anna van Ewsum, hoe die is uitgebeiteld. Een historisch element met menselijke gevoelens erin. Zo’n kerk trekt een vier- à vijfduizend bezoekers per jaar.”

UIT DE KRANT