Kermis is de grote liefhebberij van vader en zoon Jager

Afbeelding
kleintje cultuur
“Ik noem het mijn gezonde afwijking”
NIEKERK – Soms gaat op de redactie opeens de telefoon met een gouden tip. Zo ook vorige week toen een bewoner van De Elzenhof ons erop wees dat er in het wooncomplex voor ouderen in Niekerk wel iets héél speciaals te zien was. “Meneer Jager heeft zijn kermisattracties tentoongesteld”, aldus de tipgever. “Het staat er nu nog. En het is zeker een bezoekje waard!” We vragen het telefoonnummer van de kermisliefhebber en besluiten meneer Jager te bellen. Daar zijn we nog blij om, want de tipgever heeft geen woord overdreven. Er staat inderdaad iets indrukwekkends tentoongesteld in De Elzenhof.
“Zullen we eerst een rondje over de kermis doen?”, vraagt meneer Jager direct bij binnenkomst. Alhoewel reeds 36 jaar oud blijft de kermis ook voor ons speciaal, dus nemen we graag de uitnodiging aan. “Dit heb ik allemaal zelf gebouwd”, vertelt Jager. “Nou ja, samen met mijn zoon Bert. Een aantal attracties hebben we vanaf de grond zelf opgebouwd, terwijl we andere attracties hebben opgekocht en opgeknapt.” Onder die laatste categorie valt het mooie reuzenrad dat momenteel in De Elzenhof staat, maar ook regelmatig in vitrines en etalages van winkels te bewonderen is. “Voor instellingen en liefdadigheid stellen we onze attracties graag ter beschikking”, meldt Jager. “We krijgen echter ook vragen van commerciële partijen en bedrijven. Uiteraard vragen we aan hun een bijdrage om deze hobby te kunnen bekostigen.” Tijdens de koffie willen we toch graag weten van meneer Jager hoe deze liefhebberij is ontstaan. Immers, alle hobby’s kennen een startpunt. “Als klein jongetje woonde ik in Briltil”, zegt hij. “Samen met buurjongetjes maakten we daar onze eigen ‘kermis’. Mijn eerste attractie bestond uit een stoof met een wiel. Dat was dan de zweefmolen.” Later in Zuidhorn nam de liefde nieuwe en grotere vormen aan. “Op de echte kermis hielp ik als jonge jongen mee opbouwen. Daar verdiende ik –tot afkeuring van mijn moeder die alle vet uit de kleren moest wassen- een paar vrijkaartjes mee. Het was een droom en ik besloot ook zelf een grote Zweef te bouwen en met de kermis mee te reizen.” De droom om kermisklant te worden duurde niet lang. Op de Pinkstermarkt in Leek liep meneer een mooi meisje tegen het lijf, dat later ook mevrouw Jager zou worden. “Zij deelde mijn droom niet”, lacht hij. “Het werd kiezen of delen.” Zoals met alle goede dingen in het leven werd ook hier de gulden middenweg gevonden. “Mijn droom om een grote Zweef te bouwen ruilde ik in voor de miniatuurversie. Dat was het begin van wat er nu staat.” In de loop der jaren leerde meneer Jager een heleboel mensen kennen die dezelfde ‘afwijking’ hadden. “Want dat is het hoor!”, meldt hij. “Ik noem het mijn gezonde afwijking.” Met Cees Molenaar uit het Friese Hoogkarspelen heeft hij nog altijd een gezonde band en ook zoon Bert raakte besmet met het virus. “Vroeger bouwde ik mijn eigen attracties”, vertelt zoon Bert Jager. “Veel is er helaas niet van overgebleven, behoudens een schiettent. Wel knutsel ik vaak met mijn vader aan onze gezamenlijke projecten. We hebben net weer een nieuwe attractie opgekocht die nodig gerestaureerd en opgeknapt moet worden. Ik vind het leuk. Het zorgt toch voor die extra band tussen vader en zoon.” Vader Jager knikt. “Vroeger liepen we ook wel beurzen af. Gezellig. Dan belden ze met de vraag of wij ook present wilden zijn en dat deden we dan. Vooral in Zevenhuizen kwam ik erg graag. Leuke mensen en prima verzorgd. Helaas zijn de tijden veranderd. Tegenwoordig bellen beurshouders op om je uit te nodigen en vragen ze geld per tafel. Dat doe ik dus niet. Wij zijn geen verkopers. Een beurs bezoeken is leuk, en we dragen graag zelf de reiskosten, maar gaan niet betalen zodat de beurs publiek trekt. Het betalen van de tafels mogen de verkopers doen, zij verdienen immers geld aan de beurs.” Beurzen worden inmiddels dan ook niet meer bezocht, geven vader en zoon toe. “Maar onze kraampjes en attracties zijn nog altijd overal te bewonderen hoor! Vorige week nog op de Rodermarkt en wie goed kijkt ziet ze misschien nog wel eens in een winkeletalage.” De nostalgische draaimolen, zweefmolen en reuzenrad zijn ook te bezichtigen op facebook.com/miniatuurdraaimolen. Jager lachend: “Een ‘vind  ik leuk’ wordt op prijs gesteld!”

UIT DE KRANT

Lees ook