“Maatwerk is de sleutel, deze mensen zijn al vaak genoeg gestrand in het regulier onderwijs”

Afbeelding
voorpagina groningen
Hof van Arcadia: Leren in de praktijk
OPENDE – Nieuwsgierig waren we al geworden. Want zorgondernemer Teije Jacobi had het al eens laten vallen: “We geven hier ook onderwijs.” Dat is aan de buitenkant van de Hof van Arcadia echter niet zichtbaar. Bekend is dat de ‘zorginstelling’ –zoals we de Hof van Arcadia noemen onder licht protest van Teije- een werk- en leerbedrijf met dagbesteding is. Een plek waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt opgeleid en klaargestoomd worden voor de maatschappij. Vakgericht en praktisch, zodat zij zich zelfstandig kunnen redden in het bedrijfsleven, waar mogelijk. Mensen met een gebruiksaanwijzing die het vaak ook niet redden in het regulier onderwijs. “Terwijl onderwijs wel degelijk belangrijk is”, vindt Teije die eveneens zegt dat men bij de Hof van Arcadia een VMBO niveau-2 diploma kan behalen. Maar hoe? Een gesprek met docenten Jur en Nynke.
Het is druk als we op een vrijdagochtend –het onderwijsmoment- de kantine van de Hof van Arcadia binnenlopen. Even wordt er gezamenlijk koffie gedronken en de week doorgenomen. Het was namelijk een hectische week, stelt Jur. “We zijn een deelnemer verloren en dat hakt er in.” Toch wachten de Engelse computerlessen van Nynke en heeft  ook Jur zijn lesstof voorbereid. Eén van de deelnemers heeft de wens om boswachter te worden. “Dat wordt lastig”, weet Jur, “want bij het boswachterschap hoort een opleiding die deze deelnemer niet kan afronden. Maar dat houdt niet in dat we hem niet kunnen klaarstomen voor een boswachtersrol op zijn eigen niveau.” Dus geeft Jur zijn leerling de opdracht om zwerfafval te verzamelen, deze in potjes te stoppen en te kijken of en hoe het verteert. “Zo ziet hij in de praktijk wat zwerfafval doet met de natuur, waar mensen het neergooien –zodat daar eventueel actie ondernomen kan worden- en leert hij de paadjes en wegen in de omgeving kennen.” En dat laatste is de logische vervolgopdracht, deelt Jur alvast mee. “Want ik wil uiteindelijk dat hij een mooie route uitstippelt voor een rondleiding. En dan zijn we aardig op weg richting een boswachtersrol op zijn niveau.” Praktijkonderwijs dat specifiek is toegespitst op de deelnemers, vat hij het samen als ook Nynke haar klas op weg heeft geholpen en aanschuift. Nynke: “De deelnemers hebben wensen en behoeften. Ook zij dromen van hun droombaan en weten heel goed wat ze willen. Dat geven ze ook aan en daar koppelen wij vervolgens een pakket aan. Op maat.” Dat klinkt ietwat vrijblijvend merken wij kritisch op. “Kijk”, vervolgt Nynke, “deze mensen zijn in het regulier onderwijs gestrand. Velen zelfs meer dan eens. Continue lopen ze daar achter de muziek aan en moeten ze op hun tenen lopen. Dat werkt dus niet. Wat wel werkt is deze mensen onderwijs aanbieden die aansluit op hun vaardigheden én interesses.” Jur vult aan dat het ook allesbehalve vrijblijvend is. “Zij mogen aangeven welke richting zij op willen”, duidt hij. “Maar daarna moet het traject wel volbracht worden. Het is niet zo dat we onze deelnemers maar wat laten aanrommelen. Er is wel degelijk een eindpunt waar we naartoe werken. Alleen gebeurt dat in het regulier onderwijs met ‘harde’ testmomenten, proefwerken en –nog belangrijker- onder tijdsdruk. Het VMBO wordt er in vier jaar doorheen gedrukt en dat kunnen de meeste kinderen prima aan. Maar deze doelgroep dus niet.” Wat Jur en Nynke –en ook Marjan die normaal gesproken het taalonderwijs verzorgt- doen is het tempo aanpassen op de deelnemer. Nynke: “We willen niet dat ze stranden vanwege tijdsdruk, dat hebben de meesten al genoeg meegemaakt. Die tijdsdruk halen we weg. Het tempo kan worden aangepast, echter, het resultaat niet! Dat moet –uiteindelijk- gewoon goed zijn.” En daar zijn we ook eerlijk in, zegt Jur. “Openheid is hier belangrijk. Eerlijkheid ook. We draaien er hier niet omheen. Als blijkt dat het niveau te hoog is, vertellen we dat. Andersom ook, als wij vinden dat er meer mogelijk is dan gaat er een tandje bij.” Op de achtergrond klinken Franse klanken. Dat is niet wat wij verwachten in groenonderwijs. Jur lacht. “Deze deelnemer heeft Franse familieleden en wil deze taal leren. Dat kan, dat mag. Het gaat ook ontzettend goed. Want door zijn familie en zijn achtergrond heeft hij de motivatie om er ook echt een succes van te maken.” Naast Engels en Frans wordt er ook biologie, wiskunde en Nederlandse taal gegeven. “En nog veel meer”, weet Nynke. “Alles wat zij nodig zijn wordt op maat –als maatwerk-  aangegeven. Daar steken we ook veel tijd en energie in. Je begrijpt dat het behoorlijk intensief is om voor elke deelnemer een persoonlijk pakket mét plan van aanpak te ontwikkelen. Maar we doen het wel. Gewoon, omdat we hier in geloven. Het is aan ons om het pakket samen te stellen dat hen in staat stelt zo optimaal mogelijk te presteren.” Het komt dan ook regelmatig voor dat het team van de Hof van Arcadia tot diep in de avond door blijft praten over de ontwikkeling van de deelnemers. En dat is niet erg vinden ze beiden. “Deze mensen willen óók een plek op de arbeidsmarkt. Daar strijden wij voor. Als dat lukt geeft dat zoveel voldoening. Ja, het vreet energie. Maar we krijgen er zoveel meer voor terug in dankbaarheid en voldoening.” Succes. Dat is het sleutelwoord, het doel, meldt Nynke. “Hun opdrachten moeten te volbrengen zijn. Dan ervaren zij het gevoel van ‘succes’. Zo bouw je zelfvertrouwen, en dat is zó belangrijk voor deze groep die zo vaak is gestrand.” Waar in het reguliere onderwijs kinderen worden gedwongen zich aan te passen aan hetgeen dat wordt aangeboden, werkt de Hof van Arcadia andersom. Het einddoel staat vast, de weg ernaartoe niet. “Op een flexibele manier talenten optimaal ontwikkelen en benutten”, vat Jur het samen. “Zo werken we met het aanbieden van passend onderwijs toe naar succes. Het sleutelwoord.”

UIT DE KRANT

Lees ook