Maria’s Mooie Mensen 49 “16

maria's mooie mensen

Ik hou in principe erg van lezen. Krant, tijdschrift of boek – het maakt mij niet uit, ik vind het allemaal even leuk. Door tijdsgebrek – hallo drie kleine kinderen – kom ik er helaas nog net aan toe de kranten door te spitten, kijk ik zelden in een tijdschrift, laat staan dat ik een boek open sla. Niettemin zit lezen in mijn bloed en ben ik ook niet anders opgevoed. Toen ik nog klein was namelijk, gingen we al met grote regelmaat naar de bibliotheek. Een onheilspellend woord passend bij een onheilspellend gebouw, wat hoger gelegen met voor mij als klein meisje nog moeilijk te beklimmen toegangspaden of ware het een slot of fort. Eenmaal binnen wachtte immer de balie, met daarachter – sorry vlotte bibliothecaressen van nu – grijze vrouwen met strenge gezichten. Mijn moeder, veel chaotischer dan ik nu ben, presteerde het meestal de boeken te laat terug te brengen. En dan wachtte dus altijd dat moment aan die balie. Daar ging boek één, bliep, ‘zoooooooooooooo, een boete’. Ja, dat wist ik al, want daar was ik dan thuis al wel op voorbereid door mijn moeder die vaak – heel slim – in de auto bleef zitten en mijn broer en mij met centen op pad stuurde om die boeken in te leveren. Nou dan kwam boek twee, bliep, - ‘nóg een boete’, en dan altijd weer die onvermijdelijke slotsom: ‘dat zijn héél véél centjes, weet je wel wat je voor die centjes allemaal had kunnen doen’. Nu denk ik dat die mevrouw haar baan bestond bij de gratie van die centjes, maar toen ik nog maar vier was, kon ik dat helaas niet voor haar voeten gooien. In elk geval is het een wonder dat mijn liefde voor lezen geen naar smaakje heeft gekregen en dat de bibliotheek, inmiddels gelukkig gehuisvest in een ander onderkomen, weer blijft trekken. Dus ging ik onlangs op pad met dochterlief, of eigenlijk het hele spul maar die twee in de wagen knorden lekker ergens in dromenland dus die hadden nog geen rol van betekenis, om haar lid te maken van de ‘bieb’. Ze vond het zelf prachtig, want alleen al het uitspreken van het woord bibliotheek is een feest voor een nog geen driejarige met een fantastisch taalgevoel. We luisterden gespannen naar de uitleg en besloten eerst met een bescheiden drie boeken weer weg te gaan. Thuis werden deze uiteraard meteen in vier etappes gelezen en opnieuw gelezen. We spraken plechtig af dat de boeken op tijd weer terug moesten. Maar toen het moment-supreme daar was bleek dochterlief ziek, mama gebonden aan huis en papa heel erg druk. De optie om via internet te verlengen dreinde als een vervelend stopwoordje door mijn hoofd, maar stond me tegen, want: had ik me immers niet voorgenomen de boeken gewoon op tijd terug te brengen? U begrijpt: inmiddels liggen de boeken alweer zes weken hier op de plank en kent dochterlief de tekst zo goed dat ik een verkorte versie om haar eerder in bed te krijgen écht niet meer hoef te proberen. Er is gelukkig nog een lichtpuntje: we hebben in elk geval nog geen boete.

UIT DE KRANT