Maria’s Mooie Mensen 70

maria's mooie mensen

Afgelopen Kerst keek ik naar ‘Joris’ Kerstboom’. Na de Kerstuitzending van ‘All you need is love’ toch één van de beste televisieprogramma’s die er met Kerst te zien zijn. Het is een prachtprogramma waarin mooie verhalen voorbij komen. Zoals we van Joris Linssen gewend zijn, is het tranentrekkende gehalte hoog. Maar zolang ik mijn hormonen in toom kan houden, is het puur genieten geblazen. Linssen loopt rond bij een enorme Kerstboom, waarin een ieder een persoon of meerdere personen mag hangen die het verdienen in het licht gezet te worden. Een ernstig zieke jongen die desondanks met volle teugen van het leven durft te genieten, krijgt een plekje, naast een opa die door zijn zestienjarige kleindochter eruit gelicht wordt. Dit jaar maakte het verhaal van een vluchteling uit Congo grote indruk op mij. Hij vluchtte op vijfjarige leeftijd met zijn zus en haar man uit Congo. Maar liefst dertien jaar woonden ze hier, hij, zijn zus en haar man en ook hun twee zoontjes die hier inmiddels waren geboren, toen het gezin hoorde geen verblijfsvergunning te krijgen. Ze werden dus uitgezet, zoals wij dat noemen, maar de jongen noemde het op televisie heel anders. ‘Verder gevlucht’, zo verwoordde hij het vertrek van het enige gezin wat hij echt gekend had. Zelf bleef hij in Nederland, maar was opeens illegaal en werd opgepakt. Gelukkig kon hij rekenen op een grote groep vrienden, die alles op alles voor hem zetten om hier toch te kunnen blijven. En daarom verdiende de groep een plekje in de boom. Want, zo vertelde hij, het was zo fijn dat er mensen waren die voor hem opkwamen. Het feit dat ze die moeite namen, gaven hem het gevoel dat hij blijkbaar wel een goed mens was. Het deed me denken aan al die vluchtelingen die ik al ontmoet heb onderweg. Ze kunnen allemaal wel iemand gebruiken die voor ze opkomt. Ik moet denken aan Mouna, die jarenlang het huis amper uitkwam. Ik zag het als een zelfverkozen isolement; zij vulde haar dagen immers in huis met voornamelijk televisie van haar geboorteland kijken en toonde al die tijd geen interesse voor het land waarin ze nu woonde. Net als velen van ons was ik geneigd haar te veroordelen; immers ze deed toch ook geen moeite om te integreren? Maar haar moeizame Nederlands compenseerde ze met een enorm gevoel voor humor en een gulle lach. Bovendien zag ik hoe zij genoot van haar vrijwilligerswerk op een basisschool, hoe ze trots vertelde over de leerlingen die haar tante noemen en hoe ze meer dan probeerde haar plekje te vinden in een vreemd land met een vreemde taal. En nu na de woorden van de Congolees op televisie snap ik opeens dat zij niet jarenlang leefde in een zelfverkozen isolement, nee, Mouna wachtte totdat er iemand voor haar opkwam. En die kwam er, gaf haar het zetje het huis uit te gaan en gaf haar de kans mens te worden. Ze wilde zo graag leren fietsen destijds, maar er was toen niemand te vinden die het haar wilde leren. Ik mag hopen dat ze inmiddels haar wereld wel heeft kunnen vergroten door de fiets te kunnen pakken. Want zo simpel kan het dus zijn, voor iemand opkomen en iemand het gevoel te geven dat hij of zij een goed mens is.

UIT DE KRANT