Maria’s Mooie Mensen – week 10 - 2015

maria's mooie mensen

Als journalist is het handig om zo her en der je contacten te hebben. Elk dorp en elke gemeente heeft wel iemand die werkelijk alle inwoners om zich heen lijkt te kennen. Ben ik zoekende of heb ik een leuk idee, dan gebeurt het regelmatig dat ik bij deze mensen een balletje op gooi. Kwam ik er in De Marne niet uit, dan belde ik standaard met de afdeling communicatie van De Marne voor Han Bos. Die pakte dan het alwetende boekje erbij en wist altijd precies wie ik moest hebben. Meestal ging het zo: ik legde mijn vraag voor, Han antwoorde: ‘oei, dan moet ik even in mijn boekje kijken; ik heb nog zo’n handgeschreven telefoonboek’, waarop ik dan vaak antwoordde: ‘dat weet ik, daarom bel ik jou ook’. Het contact was altijd super. Ging je naar een officiële aangelegenheid in De Marne dan kon je er ook op rekenen dat Han - altijd makkelijk te herkennen aan zijn woeste haardos; níet te verwarren met wethouder Van Gelder natuurlijk – ook ter plaatse was en wel voor een gezellig praatje te porren was. Vriendelijkheid ten top kwam hij vaak even polsen of alles ook naar de journalistieke wens was. Nooit meer vergeet ik dat ene moment waarop niet alles was zoals het moest. Op de planning stond het slaan van de eerste paal voor het nieuwe winkelcentrum in Leens. Terwijl de burgemeester zich in een niet zo flatterende witte overall met bijpassende laarzen begon te hijsen, liep ik ijsberend te bellen voor update van waar mijn fotograaf toch bleef. Gelukkig leek het ter plaatse bij mij allemaal niet zo snel te gaan. Totdat de burgemeester opeens besloot er wel klaar voor te zijn. In mijn hoofd woog ik mijn opties af: voor me een onmogelijke modderpoel die ik zonder die onooglijke overall en laarzen niet zou overleven, aan de lijn een fotograaf die er bijna was en me zei dat ik iets moest doen. Maar wat? Gelukkig was daar Han, die gezellig bij me kwam staan. Tenminste dat dacht hij. ‘Han!’, zei ik, ‘we moeten wat doen; Erik is er nog niet’. Hij bedacht zich niet en stormde de modderpoel over. Op de achtergrond zag ik een bekende auto aan komen rijden en snel de bocht nemen. Het is bijna onmogelijk na te vertellen, maar zo was het beeld: Han die al ‘wacht even’ roepend over de modderpoel stormde, de auto van de fotograaf die tot stilstand kwam, de fotograaf die eruit sprong terwijl de motor nog draaide, de burgemeester die net de hamer in de lucht zwiepte en daar de eerste klap. Het fototoestel klikte, Han lachte. Ik had ondertussen ondanks de kou het zweet over de rug lopen. Tevreden liepen alle heren terug over de modderpoel: het was een mooi plaatje geworden. Helaas is Han gestopt met werken. Wie ik de volgende keer moet bellen voor mijn vragen, is me een raadsel. Elkaar gedag zeggen, zat er niet in, want toen ik in mijn kraambed lag, ging De Marne opeens verder zonder Han. Later hoorde ik dat terwijl ik op mijn roze wolk zweefde, zijn gezin door een groot verlies werd getroffen. Het dierbaarste werd mij in de handen gelegd en hem juist afgenomen. Al weken loop ik te dubben, dat het zo jammer is dat we – want wij van de redactie zijn allemaal een beetje fan van Han – elkaar niet meer hebben gesproken. Nu ben ik eruit. Mijn collega zei: stuur hem een kaart; ik stuur hem een column. Beste Han, ontzettend bedankt voor de fijne samenwerking.

UIT DE KRANT