Maria’s Mooie Mensen – week 20

maria's mooie mensen

Een dochter die je dagen opvrolijkt, het is een groot voorrecht. Een voorrecht waar ook muziekleraar Wim Venema alles van weet. Onlangs bezocht ik hem in Zuidhorn. Ietwat verward steekt hij zijn hoofd om de hoek van de deur als ik aanklop. Zoals aangegeven was ik keurig achterom gegaan, en laten we wel wezen, Wim is niet van de groene vingers, dus je kunt ook beter niet via de voorkant proberen de deur te bereiken, maar eenmaal achter twijfel ik door de verwarring op Wim zijn gezicht. Het blijkt niet ik te zijn die niet welkom is, maar het gaat om iemand anders op wie hij even niet zit te wachten; een aanbidster die haar best doet deze niet te vangen man toch vast te leggen. Want binden, dat doet hij zich alleen aan zijn dochtertje, vertelt hij desgevraagd. Zíj is het die hem met zijn beide benen op de grond houdt en zij is het die het leven uiteindelijk bepaalt. Hij leeft van en voor de muziek, maar de weekenden dat de kleine dame er is, wringt de schoen daar. Want én op het podium staan én haar in bed leggen is een onmogelijke combinatie. Ik besef me maar al te goed dat het krijgen van kinderen eigenlijk iedereen verandert. Tegenover me de muzikant in hart en nieren, die geen dag zonder gitaar kan, maar deze voor zijn dochter wel aan de kant legt. Zelf verwoordt Wim het nog mooier. Kinderen zijn volgens hem een soort van tweede kans; een kans om de dingen die je anders zou willen door te geven. Met een klein probleem daarbij: “vaak ontdek je dat je het zelf helemaal niet hebt geleerd om het anders te doen en dan wil je dat wel doorgeven aan haar, maar je weet niet hoe.” Dus uiteindelijk leren we niet alleen veel aan onze kinderen, maar misschien nog wel meer van ze. De woorden echoën nog lang na in mijn hoofd en met een lach bedenk ik me wat ik inderdaad stiekem al van dochterlief leer. Kleine praktische zaken als flesjes klaarmaken, maar ook hoe een poepluier verschoond wordt zonder de viezigheid tot onder haar oksels weer te vinden, hoe je niet alleen dochterlief, maar ook de luiertas, mijn eigen tas, de wandelwagen en haar stoeltje in de auto weet te krijgen en hoe je ervoor zorgt dat haar ondergespuugde kleertjes, de tachtig vieze hydrofiel-luiers en overal slingerende spuugdoeken uiteindelijk toch weer schoon in de kast belanden. Ik leer geduld te hebben, want wanneer ik denk op tijd weg te gaan, ligt mevrouw juist lang te slapen en plannen is ook verleden tijd, want het zou niet de eerste keer zijn dat ze juist weer korter slaapt dan ik in mijn hoofd heb. En dus heb ik geleerd nog praktischer te zijn en haar slaapjes op de juiste manier te benutten; oftewel hoognodige telefoontjes wegwerken terwijl ik de flessen afwas en die in de magnetron knal, ondertussen de was verzetten en dan snel de computer aan om even de mail te checken. Maar bovenal leer ik van haar nog veel meer te genieten: van een lachje, van een wandeling en van samen helemaal niks doen. Afgelopen weekend besefte ik me wat het allermooiste is wat ze me geleerd heeft. Het was mijn allereerste moederdag. Er wachtte een bos bloemen en wat te smeren, maar ook een lach en een volle luier. En hangend boven die commode, mevrouw die het uitgilt van het lachen, het zoveelste gevecht met die te kleine knoopjes van de romper en dan de handjes uitgestoken van ‘pak mij maar’; kan ik concluderen dat ik geleerd heb haar mama te zijn.

UIT DE KRANT