Maria’s Mooie Mensen – week 24

maria's mooie mensen

Als deze column in de Streekkrant verschijnt is het op de kop af een jaar geleden dat ik trouwde. In een hele andere wereld, Las Vegas om precies te zijn, zeiden manlief en ik geen ‘ja’ maar ‘I do’ tegen elkaar. Familie en vrienden keken mee via de webcam, maar naast Elvis was er verder maar één persoon aanwezig: onze fotograaf Trent Black. Zoals dat gaat als je gaat trouwen in Vegas, werd ook de fotograaf al op afstand geregeld. Wie net zoals ons in één van de vele kapelletjes gaat trouwen, kan eigenlijk net zo makkelijk als dat je bij de McDonalds een cheeseburger besteld, zijn hele trouwerij samenstellen. Wil je trouwen in de kapel, in de tuin of onder het prieeltje, kies je voor Elvis of de ambtenaar en wil je bruidsboeket A, B of C; klik maar aan en het komt voor elkaar. Een fotograaf via de kapel regelen is een optie, maar een dure aangelegenheid. Bovendien is het wel leuk om wat foto’s daar te maken, maar wie trouwt in Vegas, wil toch meer op zijn trouwfoto’s zien dan het nep-kapelletje van de trouwlocatie of de té witte tanden van Elvis. Wij kozen dus voor een eigen fotograaf, die we ook op afstand al regelden. Het werd Trent Black, maar meer dan zijn naam en zijn portfolio wisten we niet van hem. Ietwat nerveus reden we destijds naar zijn huis om kennis te maken. Ik dacht dat het misschien wel een enorme donkere kerel zou zijn, een beetje een B.A. van the A-team, terwijl manlief hardop fantaseerde over wat voor buurt we terecht zouden komen. Trent bleek een zeer gezellige en prima kerel te zijn, ietwat druk en vooral Amerikaans-hartelijk. Manlief was al snel ‘mate’; ik werd omgedoopt tot een naamgenoot van Mariah Carey. Alles was mogelijk en Trent was overal voor in. ‘No problem’ en ‘great’ bleken zijn stopwoordjes. Zijn energie was grenzeloos en al gauw knipte hij honderd foto’s nog voor we onze hotelkamer uit waren. Foto’s in het casino maken, mochten we niet, maar Trent draaide zijn hand er niet voor om. Dat we te laat kwamen bij onze limousine, deed hij af met zijn ‘no problem mate’, gevolgd door: ‘let’s go, Mariah’. Eigenlijk zouden we drie uur lang met hem rondtoeren door de stad, maar het werden er vier, waarna Trent tevreden concludeerde honderden prachtige foto’s te hebben gemaakt en met een blik op mijn gezicht wist: “you need to eat”. Aan Trent hebben we de mooiste bruidsfoto’s te danken, maar ook een bijzondere huwelijksnacht. Want toen Trent ons ophaalde, vertelde hij nog hoeveel mazzel we hadden dat hij er was, aangezien hij de dag daarvoor nogal ziek was geweest. Hij dacht aan een voedselvergiftiging van een burger en wij manlief en ik lachten nog eens naar elkaar: die Amerikanen en de burgers ook. Tot halverwege de huwelijksnacht manlief in de sprint naar het toilet moest. Twaalf uur achtereen gooide hij alles eruit, toen knapte hij langzaamaan op. Uit angst dat ook ik ziek zou worden en daarbij denkend aan de lange vliegreis die we één dag later moesten maken, durfden wij elkaar niet te zoenen. We waren waarschijnlijk het enige pas getrouwde koppel in die stad, die de handen ontsmetten nadat we elkaar hadden vastgehouden en een zoen bewaarden voor het moment dat we veilig in Nederland geland waren. En dus kan ik niet naar mijn trouwfoto’s kijken zonder dat ik denk: ‘thanks mate’. Bedankt Trent, voor de prachtige foto’s, en ook dat je onze niet-zo-standaard bruiloft een ook niet-zo-standaard einde gaf.

UIT DE KRANT