Maria’s Mooie Mensen 238

maria's mooie mensen
Ik moet een enorm ‘mama-taboe’ aansnijden. Ik ben gek op mijn kinderen, vind ze oprecht hartstikke leuk en goed gelukt, maar ik vind het niet altijd leuk om bij ze te zijn. Ik heb niet altijd zin om met blokken te spelen, in de rol van ‘zuster-mama’ te kruipen of te aanschouwen hoe het huis van opgeruimd naar dikke bende gaat. De peutercommando’s die variëren van ‘mama, ik moet plassen’ tot aan ‘mama, pak jij Dikkie Dik even’ komen weleens mijn neus uit. Er zijn dagen dat ik er niet om kan lachen dat één van de meisjes me in een onbewaakt ogenblik haar jam-handen aan mijn kleren afveegt. Van die dagen dat je echt geen zin hebt om voor iedereen brood te smeren, iedereen in de slabben te hijsen en dat je voor je überhaupt een hap van je eigen bord hebt genomen, alweer aan het volgende rondje smeren kan beginnen. En dan lijkt ook alles tegen te zitten. Poep wat niet in de luier blijft zitten, een peuter wat van haar stoel valt, een beker water wat om gaat. Het leven gaat nou eenmaal niet altijd over rozen, maar momenteel vooral over luiers, vieze kleren en kinderpraat waarbij je moet oppassen dat je ze niet de verkeerde woorden of uitspraken leert. Tel daarbij op veel te weinig slaap en je hebt de genadeklap voor iedere ouder. Met een simpel ‘mama is moe’, kom ik er hier vaak niet mee weg. ‘Maar waarom dan?’ vraagt de driejarige, waarop ik haar zusjes de schuld in de schoenen schuif. ‘Dat moet je je zusjes vragen’, kaats ik terug, maar daar neemt ze natuurlijk geen genoegen mee. ‘Waarom?’ ‘Omdat zij het nodig vonden mama wakker te houden.’ Twee paar grote blauwe kijkers kijken me nu schuldbewust aan. De driejarige bekijkt haar zusjes nog eens kritisch. ‘Meisjes toch’, besluit ze dan maar. De kleintjes moeten lachen, die vinden alles wat hun grote zus doet prachtig en ach, ook ik kan wel weer een lach op mijn gezicht toveren. Nog maar eens een rondje brood smeren en dan eerst maar eens het brood wat de mond niet gehaald heeft van de grond rapen. De vieze jam-handen poetsen, de luiers verschonen en dan de maar even een toren bouwen voor de jongste die werkelijk dubbel ligt als ze die mag omgooien. Ik zal de middelste helpen de bochten te nemen met haar Nijntje-karretje waar ze zo graag achter mag lopen. En ondertussen bidden dat ze leert zelf te sturen. En dan kan ik daarna met de oudste wel even de tachtigste tekening van ons op het strand maken. En wanneer iedereen ooit weer schoon en fris en hopelijk stil in zijn bed ligt, gaat deze mama eens lekker in een warm bad. De deur dicht, geluid van de babyfoon even uit en dan kan manlief misschien wel even een kopje thee regelen. Op naar een betere dag.

UIT DE KRANT