Maria’s Mooie Mensen 307

maria's mooie mensen
Voor de vakantie kwam de school met een goed idee en dan moet je als ouder altijd op je hoede zijn. Voor je het weet zit je in je spaarzame kindervrije uren een heel herbarium in elkaar te knutselen. Ditmaal viel het mee. Het idee was even simpel als succesvol: de kinderen moesten middels een ‘heitje voor een karweitje’ geld inzamelen voor de Rodermarktwagen. Al jarenlang een beproefd recept voor blije kinderen en opgeruimde huizen. Ook mijn oma deed ruim zeventig jaar geleden al mee aan dit fenomeen, wist ze me haarfijn te vertellen. Evenals oma, had het concept de tand des tijds prima doorstaan. Heel mooi, dan konden we daar ook mooi klusjes gaan doen. Nog beter was dat dochterlief allereerst een middag op het werk door moest brengen en we dus geen last meer hadden van het ‘gaan we al naar huis’ of ‘wat zal ik eens doen’. De keuze was ineens reuze en van bureau’s poetsen tot aan het versnipperen van oude documenten; alles werd met verve opgepakt. Ze kon de wc’s ook wel doen, opperde dochterlief enthousiast – ‘dat had juf gezegd’, maar denkende aan die bacteriën besloten we ter plekke voor die middag maar af te rekenen. Waar oude oma het al die jaren geleden het moest doen met een dubbeltje of misschien een keer kwartje van een gulle gever, is mijn dochter van de ‘papkindjes-generatie’. De generatie die immer uitbundig geprezen wordt voor alles wat ze doen en zeker niet met een kwartje opbrengst wordt weggestuurd. Haar middagje op het werk leverde haar vijf euro op, ze ging een drie minuten vegen bij de kapper en stopte daar de wasmachine vol voor een ruime beloning van zes euro en haar rondje ramen lappen bij oude oma was goed voor bijna vier euro. Dat oma vervolgens zelf nogmaals haar ramen bij langs moest, nam ze daarbij gewoon voor lief. Geen wonder dat mijn dochter opeens de waarde van geld begon in te zien en dus, besloot ze hardop: ‘ga ik het geld maar niet inleveren’. Dát leek ons een minder strak plan en papkindje of niet; je kunt niet alles naar je hand zetten en zeker niet alles zelf bepalen als je vier bent. De centen gingen naar school, de Rodermarktwagen kan dus ook dit jaar weer gaan rijden en mijn dochter heeft sindsdien een grote ijver om wat voor klusje dan ook te doen. Vol enthousiasme wordt er gedweild en gesopt of worden de boodschappen uitgepakt. Daarna wordt standaard de hand opgehouden. Waar ik regelmatig over mezelf grap dat ik een geldwolf ben, lijkt het erop dat mijn genen goed tot uiting komen bij mijn meisje. Gelukkig kan ik haar nu nog afschepen met een dubbeltje. Terwijl zij tevreden ‘weer een gouden munt!’ in haar spaarpot stopt, dweil ik nog even overnieuw zodat de vloer ook echt weer toonbaar is.
 

UIT DE KRANT