Maria’s Mooie Mensen 309

maria's mooie mensen
Als je weer thuis bent na vakantie, is het alsof je opeens met andere ogen naar je eigen huis kijkt. Het bleek heel verfrissend, even een paar weken weg. Al snel besloten we dat het tijd werd ons interieur eens onder handen te nemen. De eeuwige strijd met het speelgoed zou weer eens beslecht moeten worden en de kamers van onze dochters moesten nodig eens aangepakt worden. Oudste dochterlief had behoefte aan een speelplekje op haar kamer en dus besloten we een mooi bureautje voor haar te fabriceren. Met weemoed bekeek ik de commode en mompelde iets van ‘nu is haar babytijd toch wel echt over’ terwijl manlief me niet begrijpend aankeek en me helder liet weten dat ze toch echt alweer bijna vijf wordt. En deze dame van bijna vijf wilde natuurlijk zelf meehelpen aan dat bureautje. Dus stond ik op zondag samen met haar de nieuwe aanwinst in de verf te zetten. Ze koos zelf een kleur en hoe verrassend en ‘volwassen’: dat werd geen roze, maar zachtblauw. En dat zachte blauw moesten wij samen met beleid, zonder lopers en al te veel knoeiwerk op dat bureautje zien te krijgen. Een hele uitdaging en zo bleek: een uiterste goede training voor het geduld van mama. Fanatiek begon zij met een kwast en ik nam een roller om alles continu weer netjes glad te rollen. Ondertussen babbelde ze over van alles en nog wat en kwamen de laatste gedachtes over school, de kat en haar fiets voorbij. Zo’n groot wit vlak riep direct de creativiteit omhoog en eindigde al snel met achtereenvolgens een gezichtje, een ballon en net toen ik meende opgelucht adem te halen dat ik die tekeningen netjes weg had gekregen, lukt het haar op het laatste stukje ook nog een zonnetje te schilderen. Ze zwaaide erop los met haar kwast, wist mij slechts op een arm – ‘sorry mama’ - , een been – ‘weer sorry mama’ – en mijn hand te raken – ‘oh, mama je wordt helemaal blauw’. En tussendoor liep ze ook nog eens heen en weer naar haar vader die op een ladder de buitenkant van ons huis aan het verven was, om daar de stand van zaken door te geven. Bij terugkomst meldde ze mij het commentaar: ‘papa zei: ‘netjes’ - ik vind ook dat wij heel netjes werken’ en becommentarieerde ze ook meteen mij: ‘ik zie je blote rug én je blote billen’, uiteraard gevolgd door gegiebel. Ze had de middag van haar leven, ik rekte mijn geduld tot het oneindige, liet haar alles meehelpen en vocht ondertussen tegen de lopers. Geen bloed, wel veel zweet en gelukkig ook geen tranen verder rondden we ons project af. Supertrots klom ze die avond op haar nieuwe kruk en zat ze te stralen aan het bureau. Hoewel ik waarschijnlijk nog wel een paar dagen half-blauw rondloop ben ik blij dat we dit samen hebben gedaan. Ze worden al zo snel groot.

UIT DE KRANT