Maria’s Mooie Mensen 325

Man met de hamer
Ons ‘tweeling-ouderschap’ is weer een nieuwe fase in gegaan. Waar de twee van baby af aan een vanzelfsprekend duo was wat altijd in elkaars nabijheid te vinden was, begint het afzetten tegen elkaar bij tijden zijn intrede te doen. Voor ons heeft altijd bovenaan gestaan dat de meisjes twee verschillende persoontjes zijn met elk hun eigen karakter en voorkeuren. Het uiterlijk proberen we zo eigen mogelijk te houden door ze elk hun eigen kleren te geven, wat overigens niet altijd een garantie is dat ze makkelijk uit elkaar te houden zijn. Ze hebben ook elk een eigen kamer en krijgen met Sinterklaas eigen en meestal verschillend speelgoed. De eerste twee jaar van hun leven voldeed dit prima voor de dames. Ze speelden veel samen, maar keerden elkaar ook even makkelijk de rug toe. Langzaamaan in de zomer viel het muntje dat ze veel op elkaar lijken. Knipten wij een foto met onze telefoon, dan verdrongen ze zich voor het beeld om bij tijden verbaasd te constateren dat ze niet wisten wie er in beeld stond. Inmiddels kunnen ze ook zonder problemen elkaar benoemen bij een foto, maar eerder gebeurde het ook wel dat ze consequent de ander meenden te zien. En nu de dwarsigheid en de verzelfstandiging die de tweejarige leeftijd zo kenmerkt volop – en in kwadraat – door ons huis giert, moeten ze bij vlagen ook helemaal niks van elkaar hebben. Wij hebben gemerkt dat het erg lekker ruzie maakt met je eigen zus. En zo’n tweelingzus die heel eigen is, is schijnbaar ook lekker om fysiek eens aan te pakken. Slaan? Zonder problemen. En ja, door ons verafschuwd, maar voor hun zonder problemen: even bijten. Regelmatig hoor ik een noodkreet gevolgd door: ‘mama, Georgia eten’ en dan weet ik al wel wat mevrouw aan het eten is. Haar eigen zus. Straffen is niet de meest effectieve manier om met deze fase om te gaan, alhoewel na zo’n hap uit je eigen zus toch écht wel even de hoek wacht. Daarna zeggen ze zonder problemen ‘sorry’ – ook degene die niks gedaan heeft – en volgt er een probleemloze kus en knuffel. De beste oplossing om de dames door deze fase heen te loodsen is ze regelmatig uit elkaar trekken. Niks doet een kind beter dan één-op-één aandacht en helemaal deze dames die nou eenmaal het gros van hun dagen met elkaar in dichte nabijheid doorbrengen snakken soms naar wat ruimte voor zichzelf. Dagenlang nog vertellen ze mij en elkaar daarna wat ze alleen hebben gedaan. En opeens is het ook weer een stuk leuker in elkaar nabijheid te vertoeven. Waar wij het soms lastig vinden de juiste gelegenheden te vinden om ze hun exclusieve aandacht te geven, zorgen de dames zelf ook wel voor hun eigen momentje. Standaard meldt onze Georgia zich nu elke ochtend op tijd vanuit haar bed, want ze weet al: dan is mama nog voor mij alleen. Alsof er hoge nood is, zo begint ze te roepen zodra ze ontwaakt: mááááááámmmie! Om vervolgens nog net niet te spinnen van genot zolang ze als enige om me heen kan dartelen terwijl ik mijn haren föhn, me aankleed en me klaar maak. Ze helpt me inmiddels trouw de vaatwasser uit te pakken en haar beker melk is elke ochtend ‘héééél erg lekker’ en ‘héééérlijk’. Zelfs mijn ochtendhumeur neemt ze op de koop toe.

UIT DE KRANT