Minikul week 46

minikul

De Blije Doos. Toen ik deze uitdrukking onlangs in een tijdschrift tegenkwam, dacht ik echt eerst dat het een nieuwe geile gimmick van de ‘voetbalkomieken’ Derksen-Gijp-Kraaij was. Humor op niveau van de voetbalkantine. Mannen onder elkaar. Zonder moeder-de-vrouw en met één – maar waarschijnlijk meerdere – pilsjes achter de kiezen. Hapt lekker weg en maakt tongen los die thuis muurvast zitten..

Maar De Blije Doos slaat op het door zwangere vrouwen aan te vragen gratis zwangerschapspakket in een Geschenkdoos, onder meer bevattende een luier, een doosje wattenstokjes, een geboorte-tijdschrift en uiteraard een hele hoop kortingsbonnen.

Mijn gade en ik zijn het fertiele tijdperk in ons leven echter allang gepasseerd. Kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen nemen dát stokje hopelijk wel van ons over en hebben dat gedeeltelijk ook al gedaan. Blije Dozen bestonden in onze reproduceerbare levensfase niet. De liefde bedreef je in het donker. En het condoom kon je alleen in vaak wat obscure winkeltjes met opschrift ‘Sanitair’ in achterafstraatjes kopen. Dat deed je met de kraag van je regenjas huiverig omhoog. ‘Ze’ konden je eens zien. Dat veranderde later wat met de pil, maar die had voor veel vrouwen aanvankelijk nogal wat vervelende bijwerkingen. Zwangerschapsbegeleidingsteams waren nog geen woorden met een hoge scrabblewaarde. Huisdokter en ouderwetse vroedvrouw waren je vraagbaak en als je mazzel had, had je daar ook echt mazzel mee. Aan geslachtsbepaling vóór de bevalling deed je niet, echoscopen en dergelijke zijn van een veel latere periode. Onze dokter was heel vooruitstrevend, hij liet mij via een soort toeter, die hij op de bolle buik van mijn vrouw plaatste luisteren naar de hartslag van het baby-tje. Klopte het snel dan werd het een meisje, bij langzaam zou het een jongen worden. Of omgekeerd. Beide keren klopte het bij ons.

De twee zwangerschapsperioden die mijn vrouw heeft doorgemaakt, waren voor haar een ware kwelling met uitdrogingsverschijnselen, zeven maanden achtereen braken en twee ziekenhuisopnames tussendoor. De bevallingen daarentegen waren een fluitje van een cent. De baby’s zijn opgegroeid tot fantastische kinderen met gezinnen en verder nageslacht waar we erg blij mee zijn. En dat allemaal zonder Blije Doos.

Henk Hendriks

UIT DE KRANT