MiniKul – week 6 ‘15

minikul

Even gingen mijn gedachten terug naar vervlogen tijden, toen ik een paar weken geleden op  de tv hoorde dat Ronald Koeman de nieuwe columnist in het sportkartern van De Telegraaf,  het grootste en meestgelezen dagblad in ons land, was geworden. Waarom? Omdat Ronald samen met zijn broer Erwin ruim dertig jaar geleden bij ons als columnist is begonnen. Met ‘bij ons’ bedoel ik de weekbladen die Henk Hovingh – de oprichter van de krant die u nu leest – en ondergetekende toen grotendeels met ons tweeën redactioneel invulden. Dat was een hele klus in een heel andere tijd, toen kranten als het Nieuwsblad van het Noorden zo’n beetje het media-monopoly hadden. Wij, Henk Hovingh en ik, fietsten daar als journalistieke vrijbuiters zo’n beetje doorheen. Mooie, (te) hectische tijden, een struggle for life. Maar daar wil ik het nu niet over hebben.
Wij tweeën hadden nogal goede contacten met fc Groningen. We verzorgden er onder andere het tweewekelijkse programmablad dat - dit wil ik toch even semi-trots vermelden – jarenlang door Voetbal International als het beste programmablad in voetballand werd bestempeld. We kwamen daardoor veel met de spelers in contact. Dat leidde tot een veel gelezen en daardoor uiterst populaire wekelijkse column in ‘onze’ weekbladen. De dan populairste speler vulde zo’n column met zijn persoonlijke interpretaties en belevenissen. Peter Houtman, gerenommeerd topscorer, als voetballer maar ook als mens heel geliefd, was de eerste. Na hem volgden destijdse toppers als Jan van Dijk, John de Wolf en trainers als Han Berger en Rob Jacobs. De laatste was overigens verreweg de minst populaire. Hij gedroeg zich als een cynische patser die ons boeren maar niks vond. Hij hield het hier ook maar één seizoen vol en vertrok toen spoorslags weer westwaarts.
Ook de broertjes Ronald en Erwin Koeman konden wij tegen het honorarium van 25 gulden = nu 12 euro – niet per persoon maar voor hun tweeën! – strikken wekelijks een stukkie voor onze kranten te schrijven. Elke maandagmiddag kwamen ze rond drie uur naar onze redactie, Ronald die net zijn rijbewijs had in een ‘dikke’ derdehands Amerikaan, Erwin op een tweedehands racefietsje. Allebei kregen ze een velletje papier waarop ze achter een bureau gezeten hun voetbalverhaaltje schreven. ‘Een-tweetje’ heette de rubriek. Wij haalden er vervolgens de schrijffoutjes uit, gaven ze elk vijf rijksdaalders en ze vertrokken weer. Ieder apart. Those were the days.
Henk Hendriks

UIT DE KRANT