Op naar het herstel van molen Windlust in Burum

|
| Foto: |
nieuws groningen

“Als het bestuur zijn zin krijgt, draait de molen in 2014 weer”

BURUM – Na de heftigheid van de brand en alle emoties eromheen, zoals Aren Vroegindewey, voorzitter van de Stichting Erfgoed Kollum, zelf verwoordt, worden er weer stappen gemaakt richting het herstel van de molen. “Wat moet ik ervan zeggen?”, zegt Vroegindewey in eerste instantie, maar het blijkt dat er al genoeg te vertellen is.

Een schok van ontzetting en verontwaardiging ging op zondagavond 8 april door het dorp Burum. Molen Windlust, al zeker 400 jaar een beeldmerk in het dorp, stond in lichterlaaie. Ondanks de inzet van brandweerkorpsen was er weinig te redden en stortte de kop uiteindelijk in. De plek waar de molen ooit ferm met zijn wieken in de wind draaide, biedt sindsdien een treurige aanblik. “Of wij verrast waren hoe de brand in het dorp leefde? Nee, dat niet echt”, vertelt Vroegindewey. “Bij branden en dan helemaal grote branden in een dorp komen altijd emoties kijken. Wat ons wel verbaasd heeft, is alle landelijke aandacht die er aan gegeven is. Burum staat gewoon voor een periode echt op de kaart.” Al snel pakte de landelijke media het nieuws inderdaad op. Dat resulteerde onder andere in een spontane bijval van 118 molenaars die in het hele land tijdens de Nationale Molendag geld ophaalden voor het herstel.

Want dat herstel, dat komt er. Direct een dag na de brand sprak de stichting dat al uit. Vroegindewey vertelt dat er geen week voorbij gaat, dat het bestuur niet hiermee bezig is. Molenspecialist van Reeuwijk Bouwmeester heeft in kaart gebracht wat er over is na de brand en wat daarvan bruikbaar is. “Ja, er is inderdaad nog altijd hout wat bruikbaar is óf nog betekenis heeft. Na ongeveer een maand is dat alles uitgezocht en het ligt opgeslagen in een loods in Burum.” Het was een moeilijk begin. “Je ziet een grote berg zwaar verkoold hout”, beaamt Vroegindewey. “Maar bruikbaar hoeft niet per se te betekenen dat het hout precies dezelfde functie krijgt als het had. Er is nog redelijk wat hout, dat in de kern nog perfect is. Het is aangetast en kan daarom niet meer gebruikt worden voor de plek waar het zat, maar je hebt nog steeds degelijk hout.” Bovendien kunnen de resten ook nog een andere functie hebben. “Er zijn geen oorspronkelijke tekeningen van de molen zelf. In de negentiger jaren is er gerestaureerd en daar zijn wel tekeningen van, maar de resten die er zijn, zijn nog heel belangrijk voor maatvoeringen. Denk maar aan krommingen en houtverbindingen die bewaard zijn gebleven.”

Degenen die niet kunnen wachten tot er weer wat verrijst op de plek van de molen, zullen nog wel geduld moeten hebben. “We maken stapjes, maar wat er nu gebeurd, zijn de niet zichtbare en organisatorische dingen. De tekeningen moeten nu voorbereid worden, zodat we het vergunningentraject in kunnen gaan. Nee, voorlopig zal er op locatie niet veel gebeuren. Zo’n molen wordt namelijk ook nog eens voor 70% in de werkplaats gemaakt. Het voordeel is daarbij wel dat ook in de winter en met slecht weer, de werkzaamheden door kunnen gaan.” En dat kan de Stichting wel gebruiken, want ambitie is deze club niet vreemd. “Als het bestuur zijn zin krijgt, draait de molen in 2014 weer”, aldus Vroegindewey. “Een ambitie inderdaad. Het is ook voor het eerst dat ik dit zo uitspreek”, zegt hij lachend. “Maar goed als het meezit, moet het lukken.”

|

UIT DE KRANT