Jip is één van de eerste jeugdboswachters van Nederland

|
| Foto: |
nieuws groningen

“Je moet niet direct als je thuiskomt gaan zitten gamen”

NIEHOVE – Hup laarzen aan, haren uit het gezicht en daar gaat ze. “Moet ik in die boom klimmen? Of in die?”. Het maakt Jip Peters niet uit. Ze is op haar gemak buiten en thuis in de boom. Niet voor niets is ze één van de eerste jeugdboswachters van Nederland. Samen met terreinmedewerker Jan Moerkerk houdt ze zicht op het gebied de Medenertilsterpolder, een weidevogelgebied gelegen rechts van Den Ham, bij Fransum. Ze is enthousiast over haar taak en hoopt een duidelijke boodschap uit te dragen. “Iedereen zit te gamen, ik doe wat anders en geef misschien het goede voorbeeld.”

Jip is een spontane meid die zo te zien over tomeloze energie beschikt. Vanuit de boom duikt ze weer achter de stroopwafels, logisch als je nogal wat energie verbrandt. Deze twaalfjarige dame maakt momenteel haar laatste jaar op de Widar Vrije School af, om volgend schooljaar te starten op het Praedinius Gymnasium. Voor de 25 kilometer fietsen is ze nog in training, wat nog niet altijd even goed vlot, vertelt ze met een lach. “Ik kwam met die wind tegen tot Hotel Aduard, maar toen was ik al wel anderhalf uur onderweg”. Naast dit alles heeft ze ook nog eens tijd voor hockey en zeilen en is ze dus sinds kort één van de eerste jeugdboswachters van Nederland.

De aankondiging van het interview op haar Facebookpagina zegt alles: “Ik word woensdag geïnterviewd door de Streekkrant! Hopelijk is het zo mooi weer dat we buiten kunnen zitten!” Jip is een buitenmens en dat komt goed uit als je aan de rand van Niehove woont. Naast de bomen heeft ze genoeg ruimte tot haar beschikking om zich buiten goed te vermaken. Ook als ze binnen is, blijft ze met buiten bezig. “Daar liggen een vogelboek en verrekijker”, wijst ze naar het bankje voor de lange pui met ramen, “en dan kijk ik naar de weidevogels. Maar vaak weet ik de namen niet en dat vind ik jammer. Eén keertje”, vervolgt ze enthousiast, “reden we al vroeg op weg naar school door Den Ham en zagen we een uil zitten!”

Toen ze de oproep voor jeugdboswachters las in het tijdschrift van het Groninger Landschap, hoefde Jip niet lang na te denken en gaf ze zich op. Ze hoorde bij het eerste viertal van jeugdboswachters die aangesteld zijn. Inmiddels zijn het er al 23, waarvan er zeven net als Jip gekoppeld zijn aan terreinmedewerker Jan Moerkerk. “Samen met hem bepaal je wat je gaat doen en wanneer je dat gaat doen.” Eerst moest ze nog een contract tekenen en werd ze voorzien van een officiële outfit.

Jip wordt ingezet in de Medenertilsterpolder, een weidevogelgebied bij Fransum. Ze pakt er drie kaarten bij, die door drie boeren gepachte land weergeven. “Hier mogen ze maaien, dit is voorweide en hier mogen koeien grazen”, wijst Jip aan. “En ik moet opletten of de boeren zich hier aan houden. De koeien mogen natuurlijk niet overal lopen, want dan kunnen ze op vogelnestjes trappen. Maar ik moet ook kijken of het goed gaat met de vogels en kijken of er geen eierzoekers lopen.” Met haar vergunning mag Jip wanneer ze wil door het land lopen. “Ja, ik zou ook tussen de koeien mogen”, vertelt ze enthousiast, “maar nu nog niet, want dat moet ik nog leren. Meestal gaan ze wel voor je aan de kant, maar goed…” Eng of spannend vindt ze het niet om gewoon het land in te gaan. “De politie kan me aanhouden, omdat ze denken dat ik een eierzoeker ben, maar ik ben niet bang om gesnapt te worden. Dan laat ik mijn vergunning zien.”

Jan is maar wat blij met een extra paar ogen. “Ik heb zelf 600 hectare waar ik actief ben en kan nou eenmaal niet overal tegelijk zijn.” Hoewel het allemaal nog nieuw is, ook voor het Groninger Landschap, is hij te spreken over het idee van de jeugdboswachters. “We werken grotendeels met vrijwilligers die ouder zijn en het is leuk om ook de jeugd te laten zien hoe mooi de natuur is.”

Jip heeft veel zin om erop uit te gaan. “Je moet ongeveer één keer per maand er heen, maar ik denk dat ik veel vaker ga”, zegt ze stellig. De zeven kilometer die ze naar de Medenertilsterpolder moet fietsen zijn ook maar een ‘eitje’ vergeleken met die 25 waar ze voor oefent. “Ik denk ook niet dat ik er zat van wordt. Je kan er elk jaar weer andere vogels spotten.” Ze hoopt dat ook haar leeftijdsgenootjes aangestoken worden door haar enthousiasme. “Ik hoop dat als ik in de klas hierover vertel, ook anderen geïnteresseerd raken. Iedereen zit maar te gamen. Ze komen thuis en kruipen er direct weer achter. Tuurlijk ik vind het ook wel eens leuk om te gamen, maar niet de hele dag. Ik doe nu echt iets anders; ik geef het goede voorbeeld.”

|

UIT DE KRANT