Het best bewaarde geheim van Zoutkamp

|
| Foto: |
nieuws groningen

Drie Garnalenkoninginnen blikken terug

ZOUTKAMP – Wie wordt dit jaar de Garnalenkoningin? In de laatste week voor Pinksteren gonst de vraag door Zoutkamp heen. De dame in kwestie hult zich in stilzwijgen of nog beter, ze gist lekker mee. Terwijl zij al in oktober weet welke eer haar toebedeeld is. Het is het best bewaarde geheim en één van de mooiste tradities van het vissersdorp.

Waar anders dan bij Palingrokerij Gaele Postma komen drie voormalige Garnalenkoninginnen bijeen. Terwijl toeristen en dagjesmensen zich om ons heen te goed doen aan een overheerlijk bakje kibbeling en wat krabbetjes buiten van het rek mee naar huis nemen, spreidt de allereerste Garnalenkoningin van het dorp haar meegebrachte spullen uit. Een sjerp, gekregen op een eerdere reünie, een fotoalbum met prachtige zwart-wit foto’s en heus, ook de allereerste speech komt op tafel. Louke Oldenhuis – Bolt is de eerste Garnalenkoningin die het dorp kende en ze wordt deze middag vergezeld door de Garnalenkoningin van 1992, namelijk Alma Postma en haar opvolgster in 1993, oftewel Alida Toxopeus.

“Iemand heeft wel eens tegen mij gezegd”, steekt Louke van wal, “dat ik de échte Garnalenkoningin ben, want ik was de allereerste.” Ze lacht er bij. “Maar ik had toen echt nog niet gedacht dat het zo’n traditie zou worden.” De toenmalige huisarts besloot de Vlaggetjesdag op poten te zetten voor zijn dorp en benaderde Louke om in de huid van Garnalenkoningin te kruipen. Drie jaar lang was zij de Garnalenkoningin die op Tweede Pinksterdag meevoer met de vloot en de rede sprak. “Samen met vier hofdames en er waren ook nog vissersknapen bij.”

Sinds die allereerste keer, nu alweer 54 jaar geleden, is er nog wel het één en ander veranderd. Garnalenkoninginnen worden niet meer voor drie jaar, maar voor één jaar benoemd en hun rol is aanzienlijk uitgebreid. “Er is meer inhoud aan gegeven”, vertelt Alma, “Ze wordt nu veel meer gevraagd voor pr-werkzaamheden.” “Bij bijzondere dingen”, vult Alida aan, “is de Garnalenkoningin aanwezig.” De toertocht door het dorp verdween en maakte plaats voor een wandeling door de haven. “Omdat alle mensen daar toch naar toe uitlopen.” Ook de vaarroute veranderde en het aantal hofdames en knapen is aangepast.

Eén ding staat nog altijd als een paal boven water: wie de nieuwe Garnalenkoningin zal worden is een groot geheim. ‘We zijn nu al aan het raden”, vertelt Alida met een lach. “Oh ja, het is een heel groot geheim”, vult Louke haar aan. “Ik wist niet eens dat mijn dochter hofdame was”, doet Alma er nog een schepje bovenop. “Pas ’s ochtends kwam ze vertellen dat ze niet kwam werken.” Ook Alida herinnert zich nog goed hoe ze zich in raadselen hulde. “’s Avonds zaten we hier met zijn allen bij Pieter Westra op de boot en maar gissen, ‘wie zou het zijn?’. Ik deed natuurlijk mooi mee en toen de volgende ochtend kwam ik aanlopen en wie was schipper? Juist, Pieter, en die was me toch verbaasd!”

Wie er schipper wordt, is ook geen uitgemaakte zaak. Een ware competitie ontwikkelt zich de laatste week voor Pinksteren, waarbij ze allemaal hun boten weer opknappen. Een jury bepaalt op zaterdagochtend wie de mooist geverfde boot heeft en dus de Garnalenkoningin binnen vaart. Tenslotte zijn de Pinksterfeesten ook vooral vissersfeesten, waarbij men een kijkje kan nemen op één van de schepen. “En nog altijd allemaal gratis”, vertellen de dames. Deze basis is tegenwoordig aangekleed met festiviteiten. “Alleen voor de schepen, komen de bezoekers niet meer. Maar toch kunnen ze nog altijd gratis meevaren. De schippersvrouwen maken er altijd veel werk van; zorgen voor een hapje en een drankje”, vertelt Alma, wat schippersvrouw Alida knikkend beaamt. “De schippers leggen hun boot een week stil”, vult Louke nog aan, “en dat kost ook wat, hoor. Ze moeten er best wel wat voor over hebben.”

De rede wordt er bijgepakt. “Ik sprak nog echt als koningin van de garnalen”, vertelt Louke. “Mijn onderdanen gaan jullie opvissen”, steekt ze weer van wal. “En dan moest dat wat hoogdravend hè, want je bent tenslotte koningin. Nu wordt er meer namens de vissers gesproken en eigenlijk de actuele stand in de visserij besproken.”

Maar goed, wie het dit jaar zal worden, daar zijn we nog niet uit. Aagtje van der Veen, die samen met haar dochter Gerrie de keuze maakt, hult zich in zwijgen. “Of het moeilijk stil te houden is? Tot dusver niet”, lacht ze. “Heel stiekem wisselen we soms in winkels telefoonnummers uit. Er wordt niet gepraat, uiteraard”, doet ze nog even uit de doeken. Rest niks anders dan te gaan kijken. En dat doen de dames dan ook. “Ik vind het heel mooi om langs het water te zitten en dan de schepen voorbij zien komen”, mijmert Louke. “En op de sluis te staan als ze weer binnenkomen. Een prachtig gezicht.”

|

UIT DE KRANT