“We zijn een heel normaal gezin”

Afbeelding
voorpagina groningen

Open huis bij pleeggezinnen in de streek

OLDEKERK – Belangstellenden konden afgelopen weekend binnenkijken bij ongeveer honderd pleeggezinnen door heel Nederland. Doel was om mensen een kijkje achter de schermen te geven bij de pleegzorg. Zo ook bij de familie Oosterhoff uit Oldekerk, waar ongeveer een handjevol bezoekers kwamen kijken hoe een gezin met zeven pleegkinderen en vier eigen kinderen draaiende gehouden wordt.

De eerste indruk van de woning doet voorkomen als die van een doorsnee gezin. Het enige wat opvalt zijn de vele foto’s met daarop steeds andere gezichten. Het zijn de kinderen en pleegkinderen waar de familie al enkele jaren voor zorgt. Dat begon allemaal zo’n 22 jaar geleden, toen Ginie’s zus een paar kinderen uit Frankrijk op bezoek had. De kinderen kwamen uit een slopenwijk en konden in Nederland drie maanden lang tot rust komen. “Het waren hele kleintjes, soms maar van een jaar oud,” zegt Piet. “Dat was heel goed van hun, maar niks voor mij. Ik had meer met pleegkinderen. Al was ik in het begin doodsbenauwd dat ik niet van ze zou kunnen houden. Dat gevoel was meteen weg toen we onze eerste pleegzoon kregen. Ik was direct verkocht.”

Inmiddels is deze zoon volwassen en dus officieel geen pleegkind meer. Toch wonen hij en de zes kinderen die na hem kwamen nog steeds in hetzelfde huis aan de doorgaande weg in het dorp. Velen weten dat het gezin pleegkinderen heeft, maar niet iedereen. “Laatst was er nog iemand verbaasd over dat onze zoon van 22 niet onze eigen zoon was. Hij loopt en spreekt namelijk precies zoals Piet,” lacht Ginie.

Dat de pleegkinderen soms zomaar kunnen komen, weet het gezin ook. Ginie: “Ze kunnen om vijf uur bellen dat er om tien over vijf een kind op de stoep staat.” Het zorgt voor grote veranderingen in het gezin. “We hebben wel altijd alles samen met onze kinderen besproken. Hoe klein ze soms ook waren, we hebben iedereen altijd mee laten praten. Onze eigen dochters hebben dat ook fantastisch opgevangen. Als wij dan een keer naar het ziekenhuis moesten met eentje, dan stonden zij voor de rest klaar. Nu ze een eigen huis hebben, doen ze dat nog steeds.”

Dat onvoorspelbare zorgt ervoor dat dingen soms ook wel eens anders gaan dan gedacht. Sommige ouders vechten de beslissing van Bureau Jeugdzorg aan en krijgen zo via de rechter te horen dat ze weer zelf hun kind mogen opvoeden. “Dan vloeien er wel eens veel tranen,” zegt Ginie. “Natuurlijk is de beste plek voor een kind om bij zijn biologische ouders op te groeien, maar je moet je wel bedenken dat ze nooit zomaar uit huis zijn geplaatst.” Piet vult haar: “Kinderen zijn soms heel erg beschadigd als ze bij ons komen wonen. Pas na drie maanden beginnen ze zich hier thuis te voelen.”

Volgens het duo zijn er veel meer pleegouders nodig. Ook moet het negatieve imago verdwijnen. Ginie: “Wij zijn een heel normaal gezin, maar ook heel open naar elkaar. Alles kun je hier gewoon vertellen. Voor de kinderen is dat ook fijn. Eén van onze pleegzonen heeft wel eens gezegd dat hij een ‘buikmama’ en een ‘zorgmama’ heeft.” Voor sommige kinderen is de open dag ook spannend. Anderen vinden het leuk. Zo hielp de 14-jarige Patricia mee met het versieren van de oprijlaan. Ginie: “Zij is er juist heel enthousiast over. Ze heeft ook haar juf uitgenodigd, want die wil misschien ook wel pleegouder worden.”

UIT DE KRANT

Lees ook