Oud-schoolmeester laat Westerkwartiers hoogstandje na

|
| Foto: |
voorpagina groningen

NOORDWIJK/WESTERKWARTIER – Het gezin Vogelzang groeide op in Noordwijk. De zes kinderen waaiden uit over heel het noorden, maar hun afkomst verloochenden ze nooit. Iedere bijeenkomst werd aangegrepen om samen nog eens dat Westerkwartiers op te halen. Broer Frederik, oud-schoolmeester in Opende, schreef van alles in het dialect, van korte verhalen tot aan ballades en een imposant woordenboek. Zijn broer Geert Jan laat nu zeven jaar na zijn dood een droom uitkomen door een groot deel van zijn werk in boekvorm uit te brengen.

De familie Vogelzang runde vroeger de dorpswinkel in Noordwijk. Een drukke bezigheid en eentje die vooral hard werken inhield. De zes kinderen, vijf jongens en één meid, hadden een goede jeugd en volgens Geert Jan was het er dan wel niet armoedig maar was er ook niks over. Zijn jeugd, geboren in 1947 en dus van de na-oorlogse generatie, was totaal anders dan die van zijn drie oudere broers en zus, die nog voor de oorlog geboren werden. Broer Frederik, ook wel Fré genoemd en het derde kind van zijn ouders, was een schoolmeester in hart en nieren. “Hij schrijft zelf al, dat hij in de eerste klas van de lagere school al zei schoolmeester te willen worden”, vertelt Geert Jan. Fré startte zijn carrière voor de klas in Thezinge, maar kwam al snel in Opende aan het werk. Daar stond hij voor de derde en vierde klas. “Hij was nog vrijgezel en dus beviel Opende goed. Mooi dichtbij huis; hij kwam bijvoorbeeld nog tussen de middag thuis eten”, weet Geert Jan nog. Na twee jaar verhuisde Fré naar Hardenberg in Overijssel en dat niet meer alleen. “Nee”, lacht Geert Jan, “het contact met de jongedame die voor de eerste en de tweede klas stond, was zo goed, dat ze uiteindelijk getrouwd zijn.” Daar in Hardenberg begon Fré te schrijven en daar is hij nooit meer mee gestopt.

Zelf blijkt Geert Jan ook een schrijver, die nu hij gepensioneerd ambtenaar is, ook heel wat letters op papier zet. Daarnaast is hij een begenadigd prater, ooit schijnbaar een stotteraar, waar men nu niks meer van merkt. Rap van tong en vol plezier verhaalt hij over zijn jeugd in Noordwijk en zijn verhuizing naar Friesland. Hoewel het Fries al weer 45 jaar het meest gehoorde en gesproken dialect thuis is, is het Westerkwartiers nog altijd het meest geschreven. “Ja, ik ben de schuldige”, lacht Geert Jan, als hij vertelt hoe zijn broer Fré door hem werd aangestoken om ook in het Westerkwartiers te gaan schrijven. Geert Jan zelf volgde één van de schrijfcursussen van Mien Westerkwartier, gegeven door Tonko Ufkes. Al snel gingen de verhalen tussen hem en Fré over en weer. “We waren gewoon samen bezig; we schreven en lieten het elkaar lezen.” Het duurde ook maar even of het cursusboek van Mien Westerkwartier maakte dezelfde gang van Friesland naar Overijssel.

Wie het boek wat er nu ligt in handen heeft, getiteld ‘Westerkwertierse meesterwarken van schoelmeester Frederik Vogelzang, kan niet anders dan verbaasd zijn over de veelzijdigheid en creativiteit van Fré. “Hij vertaalde liedjes van het Nederlands in het Westerkwartiers. Maar kijk hier”, wijst Geert Jan aan, “dit is een ballade door Fré geschreven in de taal waarvan hij dacht dat die in de Middeleeuwen in het Westerkwartiers gesproken werd.” Naast gedichten en liedjes staan er in het boek ook korte verhalen, zowel fictief als biografisch. Veel heeft een link met de school. “Ja, hij was en blijft een echte schoolmeester.” En daarnaast dus een schrijver. “In Hardenberg schreef hij altijd in het weekblad de Toorn over het leven op de lagere school. Fré heeft nog het diploma voor hoofdonderwijzer gehaald, maar aan de slag gaan als hoofdonderwijzer wilde hij niet, want zei hij dan: ‘dat kost me teveel tijd van het schrijven’.”

Het boek wat er nu ligt, is volgens Geert Jan dan ook echt de verwezenlijking van een droom. “Hij zou het nooit gezegd hebben, maar Fré zou dit super hebben gevonden.” Helaas overleed hij vrij plotseling zeven jaar geleden. “Nu ik zelf verhuisd ben naar een appartement wist ik: dit is één van de eerste dingen die ik ga doen, nu ik meer tijd heb. Het is een ode aan mijn broer, om te zorgen dat zijn werk niet verloren gaat.” Nu het boek er ligt, neemt het verhaal een vlucht. “In eerste instantie wilde ik dit vooral voor de familie doen, maar nu het op papier staat, weet ik: dit moet de wereld in.” Heel speciaal vindt Geert Jan hoofdstuk 14, waarin Fré Westerkwartierse woorden en gezegde op een rijtje zet. Woorden die in een gewoon woordenboek niet weer te vinden zijn. “Weet jij wel wat babbelegoegies zijn?” lacht hij. “Of gaps? Dat zei mijn moeder altijd als het donker werd en dan stond ze op om de gordijnen dicht te doen.” De inspiratie voor dit hoofdstuk kwam vanuit de familiebijeenkomsten. “We komen nog altijd één keer in het half jaar bij elkaar met alle broers en zussen en al snel gaat het dan van: ‘hoe zeiden we dat ook alweer vroeger’, of: ‘wat was dat woord toch?’. Fré is dat gaan bijhouden. Dít hoofdstuk was zijn ding. Hij wilde er taallessen van gaan maken. Helaas heeft hij niet af kunnen maken; hij was nog lang niet uitgeschreven. Niet omdat het mijn broer was hoor”, vervolgt Geert Jan trots, “maar als je dit leest, weet je dat het prachtig werk is.”

Wie het boek wil bestellen kan via de mail contact opnemen met Geert Jan: jgvogelzang@gmail.com.

|

UIT DE KRANT

Lees ook