Penta Primair, Grootegast

|
| Foto: |
ongenode gast

Datum: vrijdag 18 januari 2012

Tijd: 10:00 uur

Dit bezoek van de Ongenode Gast begint weer met een bekend telefoontje. “Je hebt dit niet van mij, maar…” en daar kwam het verhaal. De volgende dag zouden CDA-kopstukken Sybrand van Haersma Buma en Ruth Peetoom een bezoek brengen aan Penta Primair in Grootegast. Daar zouden zij zich laten voorlichten over de toekomst van het onderwijs in het Westerkwartier. De Ongenode Gast moest daar ook maar bij zijn.

En zo geschiedde: de volgende ochtend om even na 10:00 uur komt de Ongenode Gast aan bij het kantoor van Penta Primair aan de Hoofdstraat in Grootegast. Het is tegelijk met het moment dat partijvoorzitter Ruth Peetoom welkom geheten wordt door Henk Top, namens het CDA Grootegast. Bij haar ook Albert Rodenboog, de burgemeester van Loppersum. Niet veel later zal Sybrand van Haersma Buma arriveren en volgt een eerste fotomomentje.

Binnen in de zaal neemt Johan Heddema het woord. Het begint met de presentatie over zijn organisatie en die van de openbare tegenhanger Westerwijs. In de presentatie wordt duidelijk dat in het afgelopen jaar meerdere scholen in de regio gesloten zijn en misschien nog meer op de nominatie komen om daadwerkelijk te gaan sluiten. Volgens Heddema is het in het verleden noodzakelijk geweest dat enkele scholen gefuseerd zijn. “Als dat niet gebeurd was, hadden die dorpen nu helemaal geen school meer gehad.”

Bij die sluitingen hebben de beide schoolbesturen wel iets geleerd. Henk Oosting van Westerwijs vertelt: “Voor ons is het een leerproces geweest. In het begin zagen we een sluiting of een fusie nog een beetje aan, maar nu zijn we vanaf het begin heel duidelijk naar de ouders.” Volgens Oosting is dat nodig zodat ouders weten waar ze aan toe zijn.

Heddema kon daarop mededelen dat op dit moment in Oldehove, Aduard, Kornhorn en Noordhorn gesprekken worden gevoerd over een mogelijke fusieschool. Volgens de directeur moeten de verschillende gemeenten in het westerkwartier nu nadenken wat ze in de toekomst met het onderwijs willen. “Samen moet je bedenken waar straks de scholen staan. Op dit moment hebben 39 van de 72 scholen minder dan 100 leerlingen. Met de ontgroening in het vooruitzicht worden dat er straks nog meer. Gemeenten moeten nu zeggen wat ze willen. Wij willen niet met de handen over elkaar gaan zitten.”

Volgens Oosting zijn de drie huidige samenwerkingsscholen in Sebaldeburen, Oostwold en Boerakker niet de laatsten. “Over een paar jaar krijg je scholen met twee lokalen. In die lokalen zitten dan vier verschillende groepen. Je moet een hele excellente leerkracht zijn wil dat goed kunnen handelen.” Daarnaast lopen de schoolbesturen tegen oplopende kosten aan. “Je krijgt geen vergoeding voor leegstaande lokalen, maar hebt wel de bijhorende kosten. We hebben geprobeerd om die lokalen te verhuren, maar dat bleek heel lastig te zijn en leverde vrijwel niets op. Natuurlijk heb ik begrip voor de ouders, want die zijn vaak verknocht aan de school. Toch moet je je afvragen waar de grens ligt. Als je dat goed uitlegt is daar begrip voor.”

Belangrijk punt voor het CDA was de inpassing van het christelijk onderwijs in de scholen. Zo vroeg Peetom zich af hoe daarmee omgegaan wordt. Paulien van den Andel, directeur van de basisschool in Boerakker, vertelt daarvoor: “We hebben levo-lessen, waarbij de ouders zelf bepalen waar hun kind naartoe gaat. Sommigen kiezen voor christelijk onderwijs en anderen niet. Wel is het zo dat we bij de niet-christelijke kinderen wel de Bijbelverhalen vertellen, omdat het deel uitmaakt van onze Nederlandse geschiedenis. De beleving daarbij doen we niet. In het begin hadden ouders daar wel moeite mee, maar het gaat nu vlekkeloos.”

Verschil in opvatting was er op sommige punten wel. Zo stelde Johan Heddema dat een school volgens hem niet de leefbaarheid in een dorp bepaalt. Het CDA Grootegast denkt daar anders over. Harry van der Tuin refereerde dat zijn partij vindt dat elke dorp een school moet hebben. “Wat is de aantrekkelijkheid van een dorp als er geen school is?” was zijn opvatting. De schoolbestuurders gingen hier niet in mee. Volgens hun moet de kwaliteit voorop staan. Daarnaast is het voor de emotionele ontwikkelingen ook goed dat kinderen met leeftijdsgenoten in de klas zitten. Oosting: “Ik heb ouders gesproken die vertelden dat hun dochter nog maar één vriendinnetje in een klas had. Zij maakten zich zorgen over de sociale ontwikkeling van hun kind.”

Wat Heddema betreft moet een opheffingsnorm van 23 leerlingen worden afgeschaft, omdat het geen recht doet aan de werkelijkheid. “Vroeger kon je een school met 23 leerlingen openhouden, maar het is niet meer vroeger. Wij willen geen getal van 23 of 30 leerlingen, maar zelf kunnen bepalen wanneer een school open kan blijven. Het gaat om de kwaliteit en de kwetsbaarheid. Een kleine school kan nu fantastisch draaien door een goede docent, maar als die met de VUT gaat of vertrekt zit de school meteen in de problemen. Dan kun je het ineens kwijt zijn. Je krijgt dan een sneeuwbaleffect.”

Volgens de verschillende directeuren van de samenwerkingsscholen heeft het wel enige tijd nodig voordat mensen gewend zijn aan het feit dat twee scholen gefuseerd zijn of zelfs helemaal verdwenen. Van den Andel: “In Boerakker hebben de christelijke en openbare basisschool 100 jaar bestaan en dat werd uitgebreid gevierd. Die beide groepen hebben generaties lang naast elkaar geleefd en zullen nu samen verder moeten. Je merkt dat de kinderen daar geen problemen mee hebben, maar de ouders en grootouders wel. Daar moet je goed mee omgaan.” Rodenboog voegde daar nog iets aan toe. Hij uitte zijn zorgen over gemeenteraadsleden, die allemaal roepen dat de scholen in hun gemeente open moeten blijven. “Als je nu als verantwoordelijk wethouder het woord ‘sluiting’ of ‘fusie’ maar in je hoofd haalt gaat je kop eraf. Het wordt tijd dat we hier open met elkaar over gaan praten.”

Van Haersma Buma was achteraf blij met het bezoek. Toch wilde hij de wettelijke norm niet direct afschaffen. “Als overheid moet je ergens een grens stellen om duidelijkheid te geven. Wel wil ik met onze onderwijswoordvoerder gaan kijken hoe we regelgeving voor deze scholen kunnen versoepelen.” Ook Peetoom zei ‘geen pasklaar antwoord’ te hebben op de problemen. “Het komt allemaal neer op maatwerk. Het is belangrijk dat de politiek contact houdt met de praktijk om samen deze problemen op te lossen. We moeten niet blijven steken in zaken die al jaren zo zijn.”

|

UIT DE KRANT