Piet Buist houdt zich nu het meest met zang bezig

|
| Foto: |
kleintje cultuur

GROOTEGAST – Piet Buist is een ‘bekende kop’ geworden, zo inmiddels. Deze ondernemer vindt naast het runnen van zijn installatiebedrijf nog altijd tijd voor het zingen en toneelspelen. Zo langzamerhand is zijn cv op deze vlakken indrukwekkender en veelomvattender, maar het blijft een hobby. Daarin pakt hij aan wat er op zijn pad komt en werkt hij regelmatig samen. Al die ‘projectjes’ vindt hij leuk. “Steeds kom ik anderen tegen”, vertelt hij, om daaraan toe te voegen: “alhoewel je vaak velen wel weer tegenkomt.” Om de vergelijking met een ‘kwajongensclubje’ dat vooral leuke dingen doet, moet Piet lachen. De ogen stralen en de kwajongensgrijns komt op het gezicht.

Muzikaliteit moet Piet in het bloed zitten, aangezien hij eigenlijk alles zichzelf leerde. Zelf wuift hij het ietwat weg. “Je moet het ook graag willen en dan lukt het je wel”, zegt hij. “Zelf begon ik met blokfluit. Mijn eerste diploma haalde ik keurig, het tweede niet, maar toen was ik er ook wel klaar mee. Ik ging tuba spelen in de fanfare, maar toen ik een beugel kreeg, ging dat niet meer, dus werd het de drumband.” In die tijd begint hij ook met gitaar spelen. Samen met zijn neef, Roelf Postma, en een vriend Erik Zijlstra begint hij uiteindelijk een bandje. “Mijn tante zei: dan moet Piet maar zingen, want dat klinkt wel mooi.”

Al jong struinde hij playbackshows af. “Daar deden we dan aan mee. Ik heb wel eens aan één playbackshow meegedaan met drie verschillende samenstellingen. En dan werden we ook nog nummer één, twee en drie. Ja, niet dat dat nou per se door mij kwam”, voegt hij er snel aan toe. Bescheidenheid is Piet wel eigen. Hij vertelt ook soms niet te begrijpen hoe hij door toneelaudities kwam. “Ik vond het zelf helemaal niks, maar blijkbaar zag de regisseur wel iets in mij.”

Zoals gezegd heeft hij inmiddels een aanzienlijke ‘cv’ opgebouwd op muzikaal en theatraal gebied en heeft Piet niet veel meer om bescheiden over te zijn. Een bekende kop en een bekende naam, Piet wordt er niet echt anders van. “Als leadzanger wordt je vaak toch het meeste genoemd, dus kennen veel mensen je naam. En het theater trekt altijd veel mensen, dus dan ben je daar bij velen bekend van. Bovendien zit ik ook alweer dertig jaar in het vak, dus is het ook wel logisch dat veel mensen me kennen.”

Piet is tegenwoordig het meest met zang bezig. “Ik doe momenteel vrij weinig toneel en theater. Ik heb natuurlijk veel projecten gedaan, onder andere drie keer SWET en Het Ruige Paradijs. Eigenlijk zit ik ook bij Gastvrij, maar ik heb besloten niet aan het openluchttheater in september mee te doen.” Juist de variatie in alle projecten spreekt Piet aan. “En daarom ben ik nu ook meer met zingen bezig.” Op de vraag waar zijn hart ligt, kan Piet heel duidelijk zijn. “In het geheel, het is allemaal leuk.”

Het is niet dat hij een waar ‘podiumbeest’ is. “Ik ben niet per se van het optreden. Ik ben nog altijd nerveus als ik moet optreden. Die spanning die blijft, omdat je het altijd beter wilt doen. Ik geef 100%, of het nu voor tien man, of zelfs voor één iemand is. Om het liedje toch zo goed mogelijk te brengen, daar ben ik wel mee bezig. Als ik ergens sta, dan zit ik ook helemaal in het liedje. Ik moet er in geloven en dan kan een liedje ook veel indruk maken. En dat is het mooiste aan muziek of theater: om de emotie over te kunnen brengen die erbij hoort.”

Dit jaar is Piet zijn voornaamste doel om samen met Geert Zijlstra een cd uit te brengen. Uit zijn verhalen klinken het plezier en ergens het kwajongensachtige door. Piet kan er wel om lachen, de vergelijking met een kwajongensclubje. “Misschien is het wel een beetje Hielke en Sietse van de Kameleon soms. We zijn er niet naar op zoek, maar er komen telkens weer projectjes op ons pad. Geert kent ook ontzettend veel mensen en komt dan weer met een optreden zus of een contact hier of daar.” En zo speelden de twee op bruiloften, verjaardagen en valentijnsdiners, maar maakten ze onlangs ook een ode aan EK-cavia Sikko en een ‘wandellied’ genaamd ‘Loop maar deur’. “Je kan het zo gek niet bedenken”, beaamt Piet. En zonder moeite. “Net zoals het nummer van ‘Die van hiernoast’. Dat het zo pakkend zou zijn, hadden we niet verwacht. Dat je van niets, iets kan maken. Maar Bruce Springsteen, mijn idool, zei al: de echte hits schrijf je in tien minuten. Soms worden we gevraagd voor een clublied of iets dergelijks en dan heeft Geert het al klaar, zodra hij ermee begint.”

Op de cd komen een stuk of twaalf nummers uit het repertoire van Piet en Geert. “We hebben zeker een veertigtal nummers, dus we kunnen uit een grote voorraad putten. Bovendien zijn er een aantal dichters, die schrijven maar door. Alle nummers zijn in het Westerkwartiers. De streekgebondenheid heeft er altijd wel ingezeten. Heeft me altijd wel gelegen. In het dialect kan je je beter uiten.”

Inmiddels liggen er drie nummers klaar en als de heren, of zullen we jongens zeggen, niet teveel projectjes onderweg oppikken, zou de cd toch dit jaar klaar moeten zijn.

|

UIT DE KRANT

Lees ook