Piet’s Big City – week 12 - ‘15

piet's big city

Op de eerste echte lentedag strijk ik zoals altijd neer op het terras. Ik zie Henk Leupen, de eerste en enige niet officiële nachtburgemeester van Stad, compleet met vlinderstrik en zwart kostuum, en hoor van een passant dat Ellen ten Damme net nog is gesignaleerd in het centrum. Als dat zo is komt ze vast nog wel even buurten. Dat is het mooie van de Big City. Alles ligt zo dicht bij elkaar, je kunt mekaar gewoon niet missen. Kom daar maar eens om in Amsterdam. De voorbijganger heeft gelijk gehad, want nog geen half uur later schuift Ellen aan. Geen spat veranderd en nog altijd het meisje waar ik 25 jaar geleden mee in jury’s zat bij playback wedstrijden. Ellen moet over een uur met de trein maar een koffie verkeerd kan nog prima. Alles wat aan Groningen herinnert loopt op straat. De koffie verandert al snel in bier en witte wijn en het wordt al lekker druk in de leukste winkelstraat van Nederland. Bij de kunstgalerie van Thim Muskee hangt een knoert van een schilderij van Herman Brood voor het raam en tevens ontwaar ik een doek van Gerriet Postma. Beide heren zijn alweer jaren dood. In vroeger dagen dronken we koffie bij De Beurs en gingen ’s middags gezamenlijk naar de naastliggende bioscoop. Loge nekkramp voor een rijksdaalder. Herman was stapelgek op films met Tiroler meisjes. ’s Nachts samen werken in De Koffer in de Oosterstraat. Ik discotheek en bar, Herman achter de piano. Voor 50 gulden en twee gehaktballen. Zoete herinneringen. Roelof Stalknecht speelde er ook. En Lou Leeuw. Om 4 uur ’s nachts was het druk in de Oosterstraat. Emmy, Tom, waar zijn ze gebleven? Emmy heb ik 35 jaar geleden nog eens opgezocht in Oosterbeek. Hé, daar heb je Ben Casey. Op 3 januari is Kees 80 jaar geworden en dit is gevierd met een prachtige film over zijn leven. KEES heet de film en dan weet iedere Groninger op leeftijd dat het over Van der Hoef gaat. Zelf zat ik ook nog in de film. Op het eind riep ik dat Kees een voorbeeld voor me was en klaar. Seconde of vijf. Maar ja, beter dan niets. Het wordt drukker en drukker in de stad en tussen het volk herken ik Jan Boelo Drenth uit Scheemda. De man maakt kleding die heel populair is onder veel bekende heren en dames. Ellen draagt ook ontwerpen van Jan Boelo. Ik wil hem vragen voor Herestraat Helemaal, maar hij is alweer verdwenen. De witte wijn begint zijn werk te doen en het is tijd om wat te eten. Alle picknicktafels op het Uurwerkersplein zijn bijkans bezet. Wat doet de zon toch allemaal met ons Groningers? Ik hoor dat Mariska Sloot wellicht naar de Eerste Kamer gaat en laat haar weten dat zij mooi hier moet blijven. Gelukkig wordt het een dubbelfunctie. De zon zakt en ik ga naar huis. 

UIT DE KRANT