Piet’s Big City – week 23 - ‘15

piet's big city

In plaats van om 11 uur naar RTV Noord te gaan om in het centrum van de stad te praten met toevallige passanten ga ik nu op maandag, woensdag en vrijdag rennen. Meestal een uurtje, soms wat langer, vaak iets korter. Ik sla hiermee twee vliegen in een klap. En ik vergeet de ellende dat ik geen dagelijkse radio meer maak, en ik houd mijn conditie op peil.
Altijd is de route een rondje Noorddijk en terug door het Bevrijdingsbos. Dan steek ik over naar een ander stukje bos waar reeën lopen.  De dieren schrikken al niet meer van mij. Aan mijn voetstappen word ik herkend. En vooral ook aan mijn looptempo. Hij kan nooit een gevaar voor ons zijn hoor ik de grapjassen denken. Ze hebben gelijk. Snelwandelen, meer zit er heden ten dagen helaas niet in. Maar ik beweeg en denk niet aan de zender. Zo langzamerhand ken ik alle hondenbezitters en hun honden die dagelijks drie keer of vaker in dit gebied worden uitgelaten. Zoals door de dame in een korte broek die roept dat zij alleen maar voor haar hond leeft en dat dus alles in het teken staat van de viervoeter.
Volgens mij heeft zij ook nog een man. Het zal je maar gebeuren als trouwe echtgenoot dat je vrouw haar zielroerselen op deze manier aan de grote klok hangt. Ik loop door en zie dat mijn favoriete vrouwelijke loper mij tegemoet komt. Nonchalant steek ik de hand op en hoor in het voorbijgaan dat zij het ook pokkenweer vindt. Toch heeft ze net als ik de loopschoenen aangetrokken. Ik roep dat ik haar stoer vind. Dat vind ik sowieso, zelfs wanneer ik haar op het winkelcentrum zie, maar dat weet zij gelukkig niet. Is dat die vechthond in de verte? Dan draai ik wel even om en loop via het andere weggetje richting Garmerwolde. Het is hem wel, maar gelukkig zit hij aan de lijn. Trouwens, de hond doet niks, het is meer mijn eigen angst. Tandje er bij Piet. Een man van mijn leeftijd met een enorme pens op een fiets met hulpmiddelen komt me achterop en vindt het blijkbaar nodig om mij op een verkeerde manier een steuntje in de rug te geven.
Beetje meer tempo voegt hij er nog aan toe. Stoïcijns loop ik door. Doe net of ik de eikel niet heb gehoord. Hé, een nieuwe dame, dus ook een nieuwe hond. Moi Piet zegt de vrouw, terwijl zij de paraplu uitklapt. Knap hoor met die regen. Kijk denk ik, zo kan het dus ook. Op 22 november van dit jaar loop ik 25 jaar hard. Ooit begon ik vanuit de S.S. Rosensteinlaan 5 op 22 november 1990. De vraag blijft wat ik na die 22 november zal gaan doen? Misschien is stoppen op deze historische dag wel een goed moment. Ik ben er nog niet uit. Wil er eigenlijk liever ook nog niet aan denken.    

UIT DE KRANT