Piet’s Big City – week 26 - ‘15

piet's big city

Mijn dierbare oom Klaas overleed op 25 februari 2005 in Dilgtoord in Haren. Hij voelde zich daar in het geheel niet senang en was binnen een week dood. Vier dagen voor zijn 92ste verjaardag. Op 1 maart werd oom Klaas begraven op het Selwerderhof  onder het motto dat de cirkel nu echt helemaal rond was. Op zijn sterfdag had Martin Bril in de Volkskrant een column over mij geschreven met de welluidende titel verslaggever. De hele dag door kreeg ik berichtjes en belletjes van mensen die mij er attent op maakten dat er een stukje over me in de krant stond. Terwijl ik in gedachten maar met een ding bezig was en dat was de dood van oom Klaas. Hij was de oudere broer van mijn vader. Oom Klaas was van 1 maart 1913, mijn vader van 27 november 1915. Mijn vader dronk jenever, rookte Lexington sigaretten en zat achter de vrouwen aan, iets waar oom Klaas geen enkele behoefte aan had. Hij is dan ook zijn hele leven vrijgezel gebleven. Op verjaardagen dronk hij wel eens een brandenwijntje met suiker of een advocaatje met slagroom. Toch was oom Klaas heel tevreden. Vlak voor zijn dood vertrouwde hij ons toe dat hij een mooi leven had gehad. Wie zijn wij dan om dit tegen te spreken? Ik hield van oom Klaas. Niet omdat hij voor ons had gespaard maar vanwege het feit dat hij deugde. Nooit een onvertogen woord kwam er over zijn lippen. Oom Klaas was ook de man van de gestreken zakdoek. Na zijn dood vond ik nog een tas met daarin vijf dozen ongebruikte zakdoeken. Sindsdien draag ik ook altijd een bij me. Beetje als eerbetoon aan hem. In vroeger dagen droeg elk en één een zakdoek bij zich. Zelfs voetballers. De toenmalige voetbalbroekjes hadden een kontzakje waar precies een opgevouwen zakdoek in paste. Kom daar nu nog maar eens om. Zakjes op het broekje behoren tot een grijs verleden en hier komt nog bij dat het snuiten van de neus tijdens een wedstrijd met een zakdoek verre van stoer is. Ik hoef u allen niet te vertellen hoe op een voetbalveld thans de neuzen worden geleegd. Spugen en neus leeg maken in het heetst van de strijd hoort er helemaal bij. Voor het nemen van een vrije trap of erger nog een penalty wordt er door de desbetreffende speler driftig op de grond gespuwd. Vlak voor een ingooi wil een voetballer eerst nog wel eens de bal op de grond leggen om het snot uit de neus te doen verdwijnen. Niemand die er nog raar van op kijkt. Messi doet, Ronaldo ook, net als de voorstopper van Zuidhorn of de rechtsback van Grijpskerk of van VAKO uit Vries. Het hoort er bij en is niet meer weg te denken. De zakdoek is voor elke voetballer voorgoed verleden tijd. Daarentegen koester ik elke dag mijn zakdoek en denk dan met liefde aan oom Klaas.     

UIT DE KRANT