Puur Natuur week 24

Puur natuur

In de natuur zijn is meestal geen opgave. Vooral wanneer het weer goed is en je tijd genoeg hebt om door de natuur te struinen. Dat deed ik vorige week samen met nog iemand anders in het NAM-park Noorderriet. Veel mensen weten niet dat het park Noorderriet heet. En nog meer mensen weten niet hoe mooi het daar is. In 1997 ontstaan door toedoen van de NAM en ontwikkeld tot een prachtig natuurgebied. Het gebied er omheen is ook interessant. Het heet ‘de Ruigewaard’. Vroeger bestond het uit Oosterwaard, Middenwaard en Westerwaard. De Ruigewaard was omgrensd door dijken en hoge wegen. Zo’n hoge weg is de Friesestraatweg. In het oosten de Hogeweg, in het westen de Pieterzijlsterweg en in het noorden de oude Waarddijk. Er is veel over de
geschiedenis van het gebied en zijn omgeving te vertellen, maar dat doen we nu even niet. Het gaat nu over de natuur. En in dat prachtige gebied ligt ook een prachtig stukje natuur. Nog maar pas ontwikkeld en nog jong. Wanneer je bij het informatiebord begint, kun je nog alle kanten op. IVN Grootegast heeft daar drie excursie-routes uitgezet. In het voorjaar en het begin van de zomer is het gebied prachtig met grote verscheidenheid aan bloemen en planten. We nemen de eerste route. Over het fietspad in noordelijke richting. Direct al komen we in een oase van rust met veel bloemen en bomen. De bloemen zijn als zaad uitgestrooid door de NAM. Dit ter compensatie voor de bevolking. Een greep uit de veelheid van planten: wilde peen, sint jacobskruiskruid, knoopkruid, gele honingklaver, ruigklokje, hengel, kroontjeskruid, wilde margriet, rolklaver, luzerne, havikskruid, ringelwikke en hopklaver. We zien de vele kleuren in alle schakeringen. Zoek ze maar eens op internet. Op de jacobskruiskruid zien we een prachtige geel zwarte rups. Het is een zebrarups. Heel kenmerkend voor deze rups en de plant waarop hij leeft. Uiteindelijk komt er een prachtige vlinder uit die de toepasselijke naam Sint Jacobsvlinder heeft. Een rood met zwarte vlinder. Hij heeft ook rode stippen en daarom wordt hij ook wel bloeddrupje genoemd. We lopen verder, nog verbijsterd door alle pracht en praal en gaan linksaf. Daar groeien en bloeien orchideeën. Een paarse gloed leert ons dat het gaat om de gevlekte rietorchis. Uitgestrooid met zaden uit het Lauwersmeer, komen ze hier heel veel voor. Het gevlekte blad is kenmerkend. Tellen heeft geen zin. Zoveel staan er.  Maar het blijft niet bij deze ene soort. Even verderop zien we de moeraswespenorchis. Weer zo’n juweeltje. Je kunt al die namen niet onthouden, maar deze wel. We lopen nog wat verder en zien het begin van de kaardebol. Een prachtige plant waar ook kleine vogels veel plezier aan kunnen beleven. Wanneer de zaden rijp zijn, zie je er vooral ook putters. Ons hoofd is vol van alle indrukken en we zijn al twee uur onderweg. En we hebben nog maar een klein gedeelte van het hele gebied bekeken. Echt een aanrader. Wil je eens onder begeleiding van een gids op allerlei planten, struiken en bomen gewezen worden, houdt dan de regionale bladen in de gaten. O ja, tijdens ons bezoek werden we vanuit de lucht voortdurend bekeken door een kiekendief. Waarschijnlijk een nest in de buurt. Dat zijn de leuke dingen die het doen, nietwaar? 
Herman Woltjer, IVN Grootegast e.o.

UIT DE KRANT