Rondje deur Mien Westerkwartier: Oostwold

Afbeelding
rondje deur mien westerkwartier
OOSTWOLD – Oostwold is een dorp in de gemeente Leek. Het dorp heeft ongeveer 700 inwoners. Middelpunt van de samenleving het multifunctionele centrum De Gaveborg, vorig jaar nog geprezen middels een ‘Appeltje van Oranje’. In MFC De Gaveborg zitten verschillende voorzieningen zoals basisonderwijs, kinderopvang, sport, het dorpshuis en een dorpssupermarkt met sociale werkplekken. 
 Een natte toestand
Oostwold is een plaatsnaam  die meestal gevolgd wordt door: WK of Leek, dit omdat er ook een gelijknamige plaats is in het Oldambt. Hoe oud de plaatsnaam is, is niet bekend maar in 1514 werd het genoemd in een oorlog. Het dorp ligt in een laag gebied en heeft eeuwenlang te lijden gehad van wateroverlast. Begin negentiende eeuw was het dorp weken of soms zelfs maanden niet bereikbaar.
Nog voor het Hoendiep , Munnikesloot en Lettelberterdiep er waren was de oude Gaaf al een belangrijk water, dat voor vrij grote schepen bevaarbaar was. Ook werd er vis gevangen.  Volgens één van de overleveringen heeft de Gaaf zijn naam te danken aan het klooster van Aduard. Dit klooster stuurde de kloosterlingen die straf verdiend hadden naar de gevangenis in Huis ter Hel ( nu buurtschap Terheijl) om daar schapen te scheren. Om niet van honger om te moeten komen stuurden ze vanuit Aduard giften en gaven die kant op.
In 1828 werden schoolmeesters in de hele provincie gevraagd om volgens een vast stramien via een aantal vragen rapport uit te brengen over hun dorp. Deze zogenaamde schoolmeesterrapporten zijn een belangrijke bron wat betreft wonen, werken, dialect en nog veel meer in die tijd. Meester T. H. Jongsma uit Oostwold heeft dit ook uitgebreid gedaan. Door dit rapport weten we bijvoorbeeld wat er verbouwd werd en wat voor dieren er waren. Naast de producten die we vandaag de dag nog kennen is er ook een aantal dat in de vergetelheid is geraakt. Boekweit ,vlas en hennep worden  tegenwoordig in Oostwold niet meer verbouwd. En het aantal mensen dat weet wat huttentut is zal ook niet groot zijn, hoewel het tot op de dag van vandaag nog te koop is. Naast een groot aantal boerderij en huisdieren noemt hij nog verscheidene  “vry veel zoogenaamd schadelyk ongedierte, als muizen, ratten en mollen; vooral ook vele vlooÿen, alsmede luizen by menschen en vee; bonsems, egels, enz. “en ook “zeer veel horsels, wespen, muggen, en nichtjes.” Voor mij is het niet helemaal duidelijk wat de schoolmeester hier bedoelt. Zijn de nichtjes de muggen die we tegenwoordig in ons dialect neefjes noemen? En bedoelt hij hier met muggen misschien vliegen?
In 1828 bestond Oostwold slechts  uit de kerk en een paar huizen. In de loop van de volgende decennia is het dorp langzaam gegroeid. De grootste uitbreiding van het dorp is in het begin van de 20e eeuw begonnen met de komst in 1914 van een aardappelmeelfabriek genaamd “De drie Provinciën”. Deze fabriek is  opgericht  als een coöperatie. Na de eerste wereldoorlog werd er niet alleen aardappelmeel gemaakt, maar ook Dextrine, sago en Glucose. In 1920 had men nog volop toekomst plannen. Er werd namelijk een krant uitgegeven bestemd voor de “Tentoonstelling voor Volksvoeding” in Amsterdam.  Omdat er in de omgeving steeds minder aardappelen werden verbouwd kreeg de fabriek het financieel moeilijk. Ook kwamen er afvalwaterproblemen. Als gevolg hiervan moest er in 1924 gereorganiseerd worden. Een commissie onder voorzitterschap van de handelsconsulent  van de Friese maatschappij van landbouw heeft niet kunnen voorkomen dat de fabriek in 1926 moest worden gesloten.
In het leegstaande pand is in 1928 een  strocartonfabriek gevestigd. Oprichters waren de heren Albert Olthof, algemeen directeur en Jo Smit, grootaandeelhouder en president commissaris. De naam werd Erica ll, genoemd naar de fabriek Erica die in Oude Pekela stond en waar Olthof  ook directeur geweest was. In de Erica ll werd een hele goede kwaliteit carton gemaakt. Nadat er een laag papier op geplakt was diende het onder andere als grondstof voor de dozen margarine zoals Bleu Band en Brio. Na de tweede oorlog is Jan Olthof  zijn vader Albert Olthof  als directeur opgevolgd. Toen nog later het steviger golfcarton op de markt kwam, kreeg de fabriek het moeilijker. Hoe de fabriek uiteindelijk ten onder is gegaan is door de zoon van de toenmalige directeur Jan René Olthof beschreven. Na het overlijden van grootaandeelhouder Smit bleek dat die veel geld had nagelaten aan  de Nederlandse Draf en rensport en een fonds om in zijn woonplaats Zuidhorn een park aan te leggen. Ook was er nog een groot aantal legaten. Dit geld werd aan de fabriek ontrokken en is één van de oorzaken van de sluiting in 1971. Het gebouw heeft nog tot 1978 leeggestaan en is daarna afgebroken.
[embed]https://youtu.be/OrmkwanBv6M[/embed]
 

UIT DE KRANT