Speurders in de geschiedenis: de Historische Kring Opende
“Wat simpel lijkt, blijkt veel ingewikkelder”
OPENDE – Vijf jaar geleden voltooiden de vier leden van de Historische Kring Opende een monsterklus. Ze werkten maar liefst zeven-en-een-half jaar aan de Histopedia Caelpenda, een historische encyclopedia van Opende. Het boek laat een register zien van alle huizen in Opende samen met alle inwoners van 1800 tot 2000. Het bleek een groot succes. “Het loopt nog altijd als een trein”, vertelt Jan Grupstra. “Echt iedereen in Opende heeft het boek op de hoek van de tafel liggen. Als er iemand overlijdt, dan pakken ze hem erbij. Even kijken wie het was.”
Helaas is de toch al niet te grote samenstelling van de Historische Kring Opende wat uitgedund in de afgelopen vijf jaar. Trouw lid Harm Bekkema kwam te overlijden. Libbe Henstra woont inmiddels niet meer in het dorp, maar “draait wel vol mee”. Uiteindelijk zitten Jan Babois en Jan Grupstra met de koffie te wachten. Grupstra tovert zo een stapel boeken tevoorschijn. Daartussen zit uiteraard het net nieuw verschenen boek van Henstra, ‘het teken van het beest’ en de Histopedia Caelpenda. Na de eerste oplage van ongeveer 650 exemplaren, werd besloten over te gaan tot de druk van studieuitgaves. “Het gaat wel over de 1.000”, zegt Babois over het aantal dat ervan verkocht is.
Na het afronden van het enorme naslagwerk, zijn de heren opgelucht, maar wacht wel even een gat. Dat duurt echter niet lang. Er is namelijk nog genoeg te ontdekken in de geschiedenis. “In feite wordt je nog gestuurd ook”, vindt Babois. “Dan komt er weer een vraag uit het dorp: heeft Opende geen eigen vlag?” voegt Grupstra toe. Dus duiken de heren er in. Ze ontwierpen een eigen vlag voor het dorp, maar “we kunnen alles verantwoorden”. De historische achtergrond werd nauwkeurig uitgezocht en overwogen in de keuzes. “Het noorden van het dorp heet de Zanden, dit is het uiteinde van de Peebos, daarvoor staat de gele kleur. Groen staat voor het midden van Opende. In oorsprong was alles tussen de Kaleweg en Provincialeweg cultuurgrond. Ten zuiden van het dorp was het allemaal heide. Daarvoor staat de paarse kleur.” Een valk maakt het geheel af. “Er zijn kaartjes bekend dat met valkeniershutten, er werden hier valken getraind.”
Voor het ontstaan van Opende, komen er verschillende verklaringen los. Dat er niet altijd één simpele oplossing is, is voor de mannen helder. “Wat simpel lijkt, blijkt veel ingewikkelder”, aldus Babois. “Het is het speurwerk wat het leuk maakt.” “Maar ook frustrerend soms”, voegt Grupstra toe. “Soms is er aan het eind één simpele verklaring en soms kom je er op drie. Dat maakt ook niet uit. Je kunt niet alles weten.” En dus hebben ze voor de naam Opende ook verschillende opties. “De ene noemt het ‘Op ’t Ende’. De vraag daarbij is hoe groot de invloed van de Lauwers was. Het was natuurlijk een obstakel in het landschap, dus in die zin zou het dorp op het eind kunnen liggen. Maar men spreekt ook wel ‘ópende’, als in ópkamer. Het hogere eind, dus.”
Tot en met augustus is in het BaronTheater een tentoonstelling van de Historische Kring te bezichtigen. De mannen hebben zich hiervoor verdiept in de stamboom van de familie Top. “Er woonde vroeger op Topweer een familie die zich Top noemde. Wij hebben de stamboom met alle afstammelingen hiervan helemaal uitgewerkt.” Ook is er veel informatie over de beruchte politieagent Berga. “Als hij nu nog zou functioneren, stond hij vast binnen een week op non-actief”, begint Babois al. “De mensen waren niet rijk, dus in plaats van boetes, probeerde hij zich op een andere manier te laten gelden.” “Degenen die niet willen, kregen een draai om de oren”, weet Grupstra. In de oorlog werd hij opgepakt, maar hij kwam terug uit kamp Vught en werkte tot zijn 65e in Opende.
Inmiddels stort de Kring zich alweer op iets anders. “Wat komt er bovenborrelen, hè?” aldus Babois. De Kring heeft zich alweer gestort op de slachtoffers die in de Tweede Wereldoorlog zijn gevallen. We kletsen nog even gezellig verder. Beide mannen kunnen het mooi vertellen en houden ook wel van gezelligheid. “Abel Tasman willen we hier nog wel hebben”, begint Grupstra. “Het is tenslotte nooit bewezen dat hij uit Lutjegast komt.” Het blijkt een geintje waarmee hij de uit Lutjegast komende Babois al jaren pest. Lachend nemen we afscheid. De mannen speuren weer verder in de geschiedenis. “Anders is er straks niemand meer die het nog weet.”
De tentoonstelling is op vrijdag van 14.00 tot 17.00 uur te bezichtigen, groepen op afspraak. “Wie echte informatie wil hebben, moet één van ons even bellen.” Meer informatie op http://sthko.weebly.com/index.html.