Stichting Herstel Erfgoed De Marne zet reddingsactie op poten

Afbeelding
voorpagina groningen

“Dit pand willen we van beeldverstorend weer beeldbepalend maken”

WEHE-DEN HOORN – “Iedereen heeft dit pand op het oog”, steekt Bert Dijksterhuis, voorzitter van Stichting Herstel Erfgoed De Marne van wal. “Het is indrukwekkend, maar ook indrukwekkend verwaarloosd.” Bestuurslid Tony Volger vult hem naadloos aan: “als je hier langsloopt, springen de tranen je in de ogen.”

De heren hebben het over de voormalige parochieschool aan de Mernaweg te Wehe-Den Hoorn. Nu gehuld in hekwerken en balustrades, nog altijd te zien hoeveel schoonheid het bezit, maar vooral ook ernstig verwaarloosd. Het pand kwam in de jaren tachtig in bezit van particuliere handen, waarna het langzaam achteruit ging. Het is simpelweg niet op te brengen voor een particulier om dit enorme pand te onderhouden. De Stichting nam het initiatief, uiteraard allemaal in goed overleg met eigenaresse mevrouw Pauptit die nog altijd ongeveer één zesde deel van het pand bewoond, om in elk geval het verval een halt toe te roepen. Uiteindelijk hopen de heren tot een volledige restauratie te komen.

“Dit is het eerste project wat we onder handen nemen”, vertelt Dijksterhuis. “We zijn opgericht tot het behoud van cultureel erfgoed in het algemeen.” Juist dit pand sprak de bestuursleden aan. “Het verhaal eromheen, de functie die het gehad heeft én die het kan krijgen.” “Bovendien is dit denk het meest negatief in het oog springend pand in de gemeente”, vult Volger aan.

De Stichting is er vooral om te zorgen dat het proces op gang komt en blijft. Het lukte om als eerste subsidie binnen te slepen om het pand weer wind- en waterdicht te maken, zodat het verval tot stand kan worden gebracht. Daarnaast is er subsidie voor een herbestemmingsonderzoek, uitgevoerd door de Stichting LIBAU die zich richt op ruimtelijke kwaliteit en de Sticting DBF die zich bezighoudt met de stimulering van leefbaarheid en economie.

Uiteindelijk hopen de heren in drie fases dit pand weer de parel van het dorp te maken. “Dit is pas fase één”, vertelt Dijksterhuis. “Fase twee is de totale restauratie van het pand, wat echt dringend nodig is. Het kan van binnen volledig gestript worden. Als dan uiteindelijk casco weer goed in orde is, kan het naar believen worden ingevuld, dat is dan fase drie. Momenteel zijn we bezig met fase twee. We moeten niet stil blijven staan, want dan gaat het weer verder van je af.”

Er is nog veel meer geld nodig. Na deze eerste subsidie van ruim 50.000 euro, zetten architecten Sytze en Hendrik van der Wal van architectenburo Box uit Burum in op een bedrag van zeker twee miljoen euro. “Je komt steeds meer tegen”, schudt junior treurig zijn hoofd. Het is een enorme klus voor hun. “De handelingen zijn wel hetzelfde als bij een gewone restauratie, maar de waarde van de elementen die je tegenkomt is veel belangrijker.” Helaas zijn deze neogotische elementen aan de buitenkant talrijk, maar aan de binnenkant moeilijker te vinden. “Bijna alles is verdwenen”, vertelt Volger. “Maar als je ziet wat er rest moet het ooit prachtig zijn geweest.”

Momenteel wordt er zoals gezegd gewerkt aan het wind- en waterdicht maken. “De gaten in het dak worden hersteld en er worden nieuwe panlatten op gezet. Alle ramen worden dichtgezet”, vertelt Van der Wal. De werkzaamheden worden uitgevoerd door aannemer Van der Haak en Bijlstra uit Westergeest. Voor een eventueel vervolg is de lijst indrukwekkend. “De fundering is bijvoorbeeld aangetast, doordat de riolering niet op de buis aansloot, maar gewoon de grond inliep. Deze muur aan de zijkant bijvoorbeeld, helt vijf centimeter. Binnen hebben we een steunbalk onder de balken moeten zetten, welke uiteindelijk 45 centimeter verzakt waren. Sommige elementen verraden nog wel met hoeveel zorg dit ooit gemaakt is. Maar er zijn meerdere bouwfases geweest en niet elke gebruiker is er even zorgvuldig mee omgesprongen.”

Het is de bedoeling dat het pand in de toekomst niet alleen een stralend, maar vooral ook kloppend hart in het dorp wordt. De nieuwe bestemming die het zal krijgen, zal daarin een grote rol spelen. Hoewel Dijksterhuis aangeeft dat de Stichting aangeeft er puur voor het proces te zijn, hebben ook deze heren wel een idee over een eventuele invulling als het pand daar ooit weer klaar voor is. “Op dit moment wordt er gesproken over de fusie van de scholen in dit dorp en wij hebben de gemeente de suggestie gedaan eens na te denken om die gefuseerde school in dit pand te vestigen. Het is zo voor de hand liggend. Ze krijgen hier een leeg pand, wat nog volledig naar de hand te zetten is. Bovendien komen er dan geldstromen op gang om dit te kunnen restaureren, want als je bij de fondswerving kan aangeven dat de bestemming een school gaat worden, wordt het allemaal makkelijker.” “Daarnaast is het ook historisch gezien dé aangewezen bestemming”, vindt Volger. “Doe je dit niet, dan zeggen we ongetwijfeld over tien jaar: ‘welke idioot heeft dat niet bedacht destijds?’.” Ook Van der Wal is enthousiast. “Er is hier zeker zeshonderd vierkante meter nuttige vloeroppervlakte. Genoeg ruimte om alle mogelijkheden tot voor-, tussenschoolse en naschoolse opvang samen te brengen in een kindcentrum.” De gemeente heeft tot op heden nog geen enthousiasme getoond. Wellicht komt daar nog verandering in. Evenals in de staat van dit prachtige, nu nog beeldverstorende, maar hopelijk straks beeldbepalende pand.

UIT DE KRANT