Veenklooster

||
|| Foto: ||
geen categorie

Datum: 20 februari 2013

Tijd: 14.00 - 15.00

Er zijn maar weinig plaatsen in Noordoost Friesland waar de adel van vroegere tijden zo goed zichtbaar is als op Fogelsangh State in Veenklooster. Al sinds 1646 is het prachtige pand met landgoed in handen van particuliere eigenaren die het stuk voor stuk geerfd hebben van voorvaderen. Momenteel is het landgoed in bezit van Kyra Livia baronesse van Harinxma thoe Slooten. Zij heeft het pand en het park ondergebracht in de ‘Stichting Fogelsangh State’. Zij beheren het buitenhuis en zorgen ervoor dat bezoekers geïnformeerd worden over de geschiedenis van het bijzondere pand. Normaliter is Fogelsangh State te bezoeken tussen 30 april en 31 oktober, maar in het kader van ‘Help pake en beppe de winter door’ werd de State woensdag geopend voor een rondleiding door de butler. De (On)genode gast voegde zich bij de belangstellenden.

Ongeveer vijftien kinderen en een tiental ouders en grootouders waren op de State afgekomen om het verhaal over de familiegeschiedenis te horen. De butler, getooid in zijn butlersoutfit met strikje en witte handschoenen stelde zich voor aan de kinderen. Enigszins onder de indruk van de grote man volgden zij hun weg achter de butler aan het huis door.

De rondleiding van de butler startte in de centrale hal. ‘Dit was de plaats waar belangrijke mensen naar binnen kwamen. In de 19e eeuw bracht Koning Willem III een bezoek aan Fogelsangh State. Al het personeel van de State, van tuinmannen tot keukenpersoneel en van kamermeisjes tot de butler, werden opgetrommeld om op het bordes te gaan staan bij aankomst van de koning. Op die manier liet men zien hoe rijk de familie was.’

In de eetzaal liet de butler het bijzondere servies van de familie zijn. Prachtig beschilderde borden en schalen die bedoeld waren voor gebruik. In de ‘pronkkamer’ bleek in een kast nog mooier servies verstopt te zijn. ‘Dat was om te gebruiken bij hoog bezoek, zoals de koning.’

In de eetkamer blijken in vroegere jaren verrassende dieren op het menu te hebben gestaan. Schildpaddensoep werd in de tijd dat er nog geen koelkasten waren veelvuldig gegeten. Schildpadden kon je namelijk levend bewaren, waardoor een koeling niet nodig was.

Op de bovenverdieping van de State bevinden zich de slaapkamers van de graaf en gravin en de freule. De kinderen kijken verbaasd naar het tweepersoonsbed van de graaf en gravin. ‘Wat is dat bed klein!’ roept een van de kinderen. Het bed is inderdaad erg klein voor een tweepersoonsbed. De butler legt uit dat dit was vanwege de kou. ‘Zo konden de graaf en gravin heel dicht tegen elkaar aan liggen.’

In Fogelsangh State bevinden zich meer bijzondere ruimtes. Zo is er een speelkamer voor kinderen, vol met speelgoed. De kinderen lijken er niet echt van onder de indruk. De ouders en grootouders des te meer.

De butler laat vervolgens een foto zien van hoe het gebouw er voor de verbouwing in de 19e eeuw uitzag en hoe het er na de verbouwing uitzag. ‘Het dak is bij de verbouwing minstens een keer zo hoog geworden waardoor het landhuis nog groter leek. Ook hieraan kon men weer zien hoe rijk de familie was.’

In de ogen van de butler is de ‘boerenkeuken’ in het huis de meest bijzondere kamer. Er is ooit sprake geweest van een samenwerking met een museum. Daarvoor werd een oude keuken uit een boerderij compleet met wandtegels en al in het landhuis ingebouwd. De samenwerking kwam er vervolgens niet, maar de boerenkeuken bleef. De enige ruimte in het huis dat niet bij het oorspronkelijke landhuis hoort.

De butler eindigt de rondleiding op de plaats waar deze begonnen is, in de entree van het huis. Daar staat voor de gelegenheid nog een hele belangrijke stoel. De stoel, waar Koning Willem III in 1873 op gezeten heeft. De kinderen mogen ook eens op deze Koninklijke stoel plaatsnemen. Enigszins aarzelend neemt de eerste plaats, waarna de rest volgt. Een meisje ploft hart op de stoel neer. ‘Zo, en hij zit nog lekker ook!’

||
||

UIT DE KRANT