Waddenschilder werkt vanuit drijvend of rijdend atelier

Afbeelding
kleintje cultuur

STREEK – Al vijftig jaar is Geurt Busser dé waddenschilder van het Noorden. Van die vijftig jaar schildert hij dertig jaar op het wad. Zijn techniek? Uitvaren met zijn boot en droog liggen. En dan schilderen. Wachten tot het weer vloed wordt, en weer naar huis varen. In de tussentijd heeft hij een stuk of wat prachtige aquarellen gemaakt met waterverf. “Want waterverf is gewoon hartstikke makkelijk mee te nemen”, legt de schilder uit. Zo simpel kan het zijn.

Vanuit zijn drijvende of rijdende atelier – hij heeft, naast de boot, ook nog een vrachtwagen waarmee hij de hele dijk afrijdt – schildert Busser het wad, het Hogeland en het water. Het begon allemaal in 1967, toen Busser op de kunstacademie zat. Als opdracht moest de klas buiten schilderen met waterverf. “Het was prachtig hoe die kleuren toen met elkaar mengden”, vertelt Busser. “Het lukte best aardig, die aquarellen. De directeur kwam later onze klas inlopen, en trok alle lades open. Toen hij mijn aquarellen zag zei hij: hier moet je mee doorgaan. En toen ben ik eigenlijk direct van school afgegaan”, lacht hij. “Ik had een eigen techniek bedacht, die ik koste wat het kost onder de knie wilde krijgen. En in 1978 lukte dat voor het eerst.”

Zijn techniek? Schilderen in ‘één nat’. Dus niet verven, drogen, verven, drogen. Nee, alles in een keer. Wat betekent dat zijn aquarellen binnen een uur klaar zijn. “Dat moet wel”, legt hij uit. “Als het in een keer schildert loopt alles mooi in elkaar over en heb je geen harde lijnen.”

Busser schildert vooral in Groningen, op en om het wad. “Het Hogeland is een heel oud cultuurlandschap”, vertelt hij. “Er is zoveel te zien en te beleven. Het gebied heeft gewoon een hele hoge belevingswaarde.” Omdat het gebied moet blijven zoals het is, demonstreert Busser tegen alles wat dat tegengaat. Windmolens, gaswinning en het militair oefenterrein op Lauwersoog bijvoorbeeld. Al 23 jaar voert Geurt actie tegen iedere aantasting van de integriteit van het Wad, waaronder gaswinning. Met zijn treffende schilderijen legt hij deze integriteit vast. Een indrukwekkend statement.

“Waterverf is eigenlijk een hele oude techniek, die ze honderden jaren voor Christus al gebruikten”, gaat hij verder. Hij schildert ongeveer 300 aquarellen per jaar, waarvan het 100 goed zijn. “Die andere 200, die niet goed zijn, daar stook ik m’n kachel van”, lacht hij. “Ongeveer 80% van mijn schilderijen maak ik op het water of het wad, de rest zijn vooral landschappen. Ik heb negen jaar lang de Vlinderbalg op Lauwersoog geschilderd, dan ging ik 80 keer per jaar heen en maakte in totaal 400 tot 600 aquarellen per jaar. Allemaal van dezelfde plek, alleen op een andere tijd of in een ander seizoen.”

Op de vraag hoeveel aquarellen hij in totaal in zijn atelier thuis in Warffum heeft liggen, begint hij te lachen. “Hoeveel? Ik denk dat dat niet in aantallen uit te drukken is, maar in kubieke meters”, lacht hij. En inderdaad, het atelier van Busser hangt, ligt en staat vol met aquarellen. Alle soorten, kleuren en maten. Met allemaal één overeenkomst. De landschappen, het water en het wad. Groningen. Friesland. Rozige luchten, blauw water en groene weilanden. Kenmerkend is zijn kracht van het vastleggen van de ruimte, rust, weidsheid en open horizon van het Waddengebied.

Momenteel exposeert Busser met 13 werken in de Zeehondencreche te Pieterburen. Werken in kader van het thema ‘Oneindig Wad’. De werken die nu in Pieterburen te zien zijn bestrijken dan ook vrijwel de gehele Waddenzee. Verdere zomertentoonstellingen van de waddenschilder zijn te zien in verschillende locaties op Lauwersoog, Schiermonnikoog en Groningen.

UIT DE KRANT

Lees ook