week 10

maria's mooie mensen

“Trek jij maar even een overall aan, want wij kunnen nog wel een handje gebruiken”, komt het uit de mond van Anne Bosklopper. Ik dacht dat dit een gezelligheidsbezoekje zou worden, maar dat heb ik dus mis. Ook moeders Maaike en zijn zus Saskia, die mij gisteren nog vriendelijk ontvingen toen ik met de jury van Het beste bedrijf van de Streek langskwam, keuren mij geen blik waardig. Vegen, schrobben, auto’s poetsen; de Boskloppertjes hebben de mooiste klusjes voor mij bewaard, terwijl ze zelf lekker achter de koffie zitten. Als ik kans zie, sluip ik naar buiten. Het geblaf van de honden doet me schrikken en alarmeert de familie. Ik besluit snel weg te gaan en zie in mijn achteruitkijkspiegel nog net Anne staan zwaaien met een bezem. Gelukkig, daar is Fitnesscentrum Boost, daar kan ik vast wel even bijkomen. “Aha”, klinkt het als ik de deur openzwaai, “jij komt zeker om alsnog even dat buikspierkwartier af te ronden.” Het zweet breekt me uit. Buikspierkwartier? Ik grapte gisteren inderdaad tegen de jury dat we wel even wat konden uitproberen, maar ik doelde daarmee vooral op de zonnebank. Jolanda en haar Anne echter, zijn onverbiddelijk. “Jij hebt mij laten zweten gisteren”, zegt Jolanda, “toen ik mijn best deed de jury in te pakken en nu ben ik niet eens de winnaar geworden!” Ai… ze heeft een punt. Manlief Anne is al onderweg naar het buikspierkwartier, Jolanda zet de Zumba-muziek keihard aan, een tak van sport wat met mijn Hollandse heupen echt niks kan worden. Gelukkig, ik heb een idee. ‘Ik trek even andere kleren aan, hoor’, roep ik luchtig, terwijl ik kans zie ook hier er tussenuit te piepen. Opgelucht rijd ik door de Hoofdstraat. Hé, de Marskramer, daar was het ook zo gezellig, laat ik daar even een praatje maken. “Mooi!”, roept Wilco uit als ik binnenstap. “Met jou heb ik nog een appeltje te schillen, een heel groen appeltje zelfs.” Oh, oh, groen is niet echt mijn kleur… “Zelfs mijn bril kleurt nog mee met mijn Marskramer-groene overhemd en toch heb ik niet gewonnen?” Hij pakt er een Kermit de Kikker pak bij. “Zo, ga jij maar eens mooi reclame voor mij maken.” Tsjonge, ik had niet verwacht dat de finalisten die niet hebben gewonnen het nieuws zo slecht zouden opnemen. ‘Zeg Wilco, ik moet nog even iets uit de auto pakken, hoor’. En weg ben ik. Dan maar even boodschappen doen in Zuidhorn. Ik kan bij ’t Kappertje wel even van die lekkere hapjes halen. Margriet staat al klaar en kijk nou eens, ze heeft zelfs een schaal met hapjes klaar staan. “Je denkt toch niet dat je deze even lekker gaat opeten?”, zegt ze terwijl die vriendelijke lach waarmee ze ons gisteren nog helemaal inpakte op haar gezicht blijft. “Ik heb alles verteld over mijn passie en hoe leuk het contact met klanten is, en toch winnen wij niet? Ik zal eens contact maken met jou, pak aan!”, roept ze, terwijl ze met de hapjes begint te gooien. Als ze een hele bak met kruidenboter uit de vitrine erbij pakt, weet ik genoeg: ik kan maar beter weggaan. In gedachten rijd ik door en beland ik zomaar in Zoutkamp. Ik sla af en rijd recht op Hair 2 Hair af. De deur zwaait open en Stieneke roept al van ver: “koffie, thee of lekkere chocolademelk?” Binnen is het aangenaam en gezellig. En er is gebak! “Ik dacht, die winst die moeten we vieren! Jij ook?” Heerlijk, maar hé, is dit niet wat veel? Stieneke blijft maar meer voor me neerzetten, stop nou maar, ik kan écht niet meer… Ze hoort me niet, want er is een irritant gepiep op de achtergrond wat maar niet weggaat. En nou hoor ik ook nog eens mijn naam roepen…
“Lieverd”, zegt wederhelft, “de wekker is gegaan. Wat heb jij nou weer gedroomd? Je deed zo druk en zei van alles…” Met een steen in mijn maag stap ik het bed uit; ik moet de finalisten van Het beste bedrijf van de Streek gaan vertellen wie er gewonnen heeft, én wie er dus verloren heeft.

UIT DE KRANT