week 21

maria's mooie mensen

Afgelopen week was het weer een typische vrijdagmiddag. Hoe later het werd, hoe drukker en chaotischer. Tussen tig telefoontjes en mailtjes door, worstel ik me door stapels op mijn bureau heen die erom vragen weggewerkt te worden voor het weekend. Behalve wat gemopper, blijft het op dit soort middagen vooral stil in het kantoor dat wederhelft en ik delen. Het ‘nee, hè’ wat we beiden uitkramen, zodra de telefoon weer gaat, daargelaten. “Rocknroll Mariaaaaa!”, schalt een hoognodige portie positiviteit en enthousiasme door de hoorn heen. Het is Raynaud, de zanger van Vangrail, die mij deze bijnaam ooit gaf en er stug aan vasthoudt. De band ontstond ooit in ons eigen Kornhorn en hoewel de heren inmiddels allemaal uitgevlogen zijn, blijft het ‘onze’ Vangrail. Een telefoontje van Raynaud, die ons altijd trouw op de hoogte houdt van hoe het met de band gaat, is altijd leuk. Raynaud praat altijd in termen als mega, super en meer van dat soort overdaad. Een optreden is vaak megafantastisch, de heren knallen en dat het goed gaat met de band noemt hij trouw supergeweldig! Wie zou niet blij worden van zo’n telefoontje? Afgelopen vrijdag kon ik hem goed nieuws brengen. Weet wel, Raynaud en ik kennen elkaar niet, alleen van de telefoongesprekken, maar we babbelen wel als waren we goede vrienden. Een telefoontje van hem kan met gemak wedijveren met een telefoontje van mijn favo-collega Johannes die ik gekscherend altijd zeg dat ik hem meer spreek dan mijn beste vriendin. Maar goed, terug dus naar vrijdag. ‘Rocknroll Mariaaaaaa’ klonk het dus en ik wist direct hoe laat het was. Sinds mijn trouwplannen in Las Vegas bij rocknroll held Elvis doe ik deze bijnaam eer aan, dus dat moest ik toch hoognodig aan Raynaud vertellen. Hij was er even stil van. ‘Of ben je zwanger?’, vroeg hij voorzichtig, waarna hij al snel weer met de superfantastisch kwam. Ook hij kon goed nieuws vertellen. De single ‘ik mis je’, een gevoelig en prachtig nummer, waarin de woorden super en mega trouwens totaal niet voorkomen, doet het erg goed. “Op nummer één in de noordelijke top 100. En het zou toch helemaal super zijn als we ook naar de nummer één van Nederland zouden gaan?”, voegde Raynaud er blij aan toe. We babbelen nog even door over de band en prompt komt Raynaud met een idee. “Jij moet maar eens langskomen. Dan zet ik je op de gastenlijst en kan ik ook gelijk je man even keuren.” Lijkt me ‘megafantastisch’, maar laten we wel wezen, na het harde werken, liggen wij ’s avonds vaak heerlijk voor pampus en onze uitjes halen de nachtelijke uurtjes niet echt meer. Vol begrip vertelt Raynaud over zijn huisje aan het water, waar hij zich ook letterlijk moet opladen voor al die concerten die de band maar blijft geven. Zorgelijk bedenkt hij zich opeens: “Maar dat klinkt allemaal wel heel saai bij jou. Jullie bedrijven toch wel de liefde?” Altijd goed voor een lach, zo’n gesprek met Raynaud. Als laatste vertelt hij over Kornhorn, hun thuisbasis, waar de band komend weekend weer eens speelt. “Helemaal gaaf, want ze hebben daar t-shirts gemaakt met ‘Vangrail is van ons’.” We hangen op en even later hangt Johannes aan de lijn. Ik praat hem bij over Vangrail en we komen tot de conclusie dat alhoewel de band verder dan Kornhorn komt, we er toch lekker wat aandacht aan besteden. Gelukkig hebben we ook een editie Fryslân nu, zodat zanger Raynaud toch nog in ons verspreidingsgebied woont. “Ach, we hebben Vangrail gewoon geadopteerd”, vindt Johannes. “Ik moet maar even met Kornhorn bellen”, schiet mij te binnen, “want die t-shirts zijn niet goed. Er staat ‘Vangrail is van ons’. ‘En een beetje van de Streekkrant’ moet er nog bij.”

UIT DE KRANT