week 26

maria's mooie mensen

Twee weken lang verbleef ik in Amerika, het land van ‘big, bigger, biggest’. Na een aantal dagen wen je gek genoeg aan de meer dan halve liter glazen met drinken, die dankzij het warme weer er uiteindelijk wel ingingen. De megaporties eten, die je ongevraagd voor je neus krijgt, liet ik nadat ik na twee dappere pogingen eerder misselijk dan voldaan bij het eten weg kwam, onder protest maar voor de helft staan. Maar niet alleen eten en drinken is ‘big’ in Amerika. Vooral de service en de glimlach lijkt niet groot genoeg te kunnen. Waar ik hier in Nederland mijn praatjes bij de kassa wel afgeleerd ben, nadat oude vrouwtjes me bang aankeken of ik ze wat aan wilde doen, is het in Amerika niet meer dan normaal dat je een praatje met elkaar maakt. Al in het vliegtuig begon het met onze steward John. Voor iedereen had hij een praatje of leuke opmerking. Ons drukte hij op het hart dat als we nog geen stel waren, we dat maar snel moesten worden. ‘You look so good together’, voegde hij eraan toe, voordat hij mij nog met een knipoog een extra zakje snacks toegooide. De eerste dagen schrokken wij nuchtere noorderlingen bijna als we ergens binnenkwamen: ‘hi, how are you’, klonk het als we nog maar amper een stap binnen hadden gezet. Onze auto werd voor ons geparkeerd en weer opgehaald, met daarna nog standaard de vragen of we hulp nodig hadden met spullen die mee moesten en of we nog de weg ergens heen moesten weten. Uiteraard is veel van de vriendelijkheid aangedreven door de fooien die ze hopen binnen te slepen, maar manlief en ik waren het er al snel over eens: het kost na zoveel vriendelijkheid en behulpzaamheid dan ook geen moeite een fooi te geven. In een kledingwinkel werden we geholpen door een Chineze jongen die ons wijze raad meegaf voor in de casino’s: ‘als je speelt om te winnen, verlies je altijd, als je speelt voor het plezier, win je altijd’, drukte deze geboren en getogen ‘Las Vegas-enaar’ die al teveel geld in de casino’s achterliet ons op het hart. Te horen dat wij uit Nederland kwamen, vond hij maar wat leuk. “Daar zijn jullie zo mooi groot”, kirde hij enthousiast, waaraan hij toevoegde dat hijzelf alleen groot was, omdat zijn hoofd zo lang was, iets wat manlief en ik inderdaad wel zagen. Maar goed, het witte vestje wat ik meenam, baarde hem wel zorgen, want dat was wel heel smettelijk. Mocht ik er toch iets op morsen of er een vlek in krijgen, dan moest ik terugkomen, want dan kreeg ik een nieuwe. Als je het over service hebt. Het leukste waren een groepje huisvrouwen. Zij stonden in de rij bij het buffet en oogden als een delegatie van de ‘vrouwen van nu’ die de gokstad aan het verkennen waren. Omdat ze de boel nogal ophielden bij de kassa, stonden manlief en ik als echte Hollanders tegen elkaar aan te zeuren. Spijt kregen we al snel. “Excuse me”, klonk het al snel tegen ons. “You make such a nice couple”. Hoe aardig is dat? En hoe leuk als je net aan je laatste ontbijtje als vrijgezel schuift, terwijl er nog zeven uurtjes wegtikken tot de bruiloft?

UIT DE KRANT