week 39

maria's mooie mensen

Inmiddels zes maanden zwanger, kom ik samen met manlief met regelmaat bij de verloskundige. Samen hebben we bij tijden het gevoel een totaal andere wereld in te stappen; eentje waarvoor wij ons vaak te nuchter en direct voelen. Of, misschien heb ik gewoon te weinig last van mijn hormonen om mee te voelen met andere zwangere vrouwen en de begeleiders hiervan die zich bij tijden wel zeer goed lijken in te leven. Ik vrees dat wij bij tijden met onze nuchtere en opgewekte houding tot de plaag van de praktijk hebben gemaakt. Het begint al met het binnenkomen. Eén keer was dat nog op het nippertje op de ingeplande tijd, een andere keer bleek het al een half uur te laat zijn. De eerste keer werden we nog gered door het alarm van de agenda. Nietsvermoedend zaten we achter de warme maaltijd, toen eerst mijn telefoon melding gaf en vervolgens die van manlief. Dat betekende naar binnen schuiven die handel, niet zo’n probleem als je voor twee eet, en hup de auto in. De receptioniste lachte nog gezellig mee om onze gehaaste entree. “Maar jullie hebben het gered, dus het valt wel mee”, zei ze toen nog. De keer daarna viel het niet meer mee. Een half uur te laat komen we vrolijk binnenstappen. Ik zie een bekende en begin zoals het een ‘goed’ zwangere betaamt direct mee te keuvelen over kilo’s erbij, het geslacht van onze spruit in wording en kwaaltjes, terwijl manlief op zijn nummer wordt gezet. De agenda kon ons dit keer niet redden; nogal logisch, aangezien we de verkeerde tijd daarin hadden gezet. Maar goed, dan zijn we er, maar dan zíjn we er nog niet, als u begrijpt wat ik bedoel. Zodra het gesprek bij de verloskundige zelf dan begint met ‘spannend, hè?’, gaan bij ons beiden de haren al omhoog en komt het slechtste in ons naar boven. Gelukkig hebben wij de perfecte verloskundige gevonden, een prachtmens waar je mee kan of niet. Ze is ontzettend gewaagd aan ons en durft er regelmatig een schepje bovenop te doen. “Oh, is dit de humor?”, sprak ze bij onze eerste afspraak, waarna ze onze nuchtere antwoorden beloonde met even nuchtere antwoorden. De laatste keer kwamen we in discussie over een eventuele zwangerschapscursus. “Je zult je toch moeten voorbereiden op de bevalling”, vond zij, iets waar ik nog niet echt naar uitkijk. “En anders zal toch manlief moeten weten wat hij moet doen”, probeerde ze slim, wat ik met de opmerking: “niet dat hij er een rol in heeft”, simpel van tafel veegde. “Maar er komt een leuke en gezellige avond aan, waarbij je helemaal niet het gevoel hebt aan een cursus mee te doen”, ging ze gewiekst verder. “Oh, nee”, vonden manlief en ik, “je moet ons er ook niet bij willen hebben, want dan worden wij alleen maar melig en tegendraads.” Waarop ze over de tafel boog en wat stiller vervolgde: “Ik wil jullie er juist bij hebben, dat geeft tenminste een beetje kleur aan de avond. Anders duurt het voor mij ook lang, hoor.”

UIT DE KRANT

Lees ook