Week 47

minikul

Ik ben in de loop der jaren steeds argwanender geworden op wat in mijn ook op dat gebied niet ál te ontwikkelde wijsheid ‘wetenschappelijke onderzoeksresultaten’ heet. D’r zijn er te veel van. Vind ik. Letterlijk álles wordt tegenwoordig onderzocht. Door academisch gebrevetteerden, dus dan houd je als leek al gauw je mond. Beetje zoals vroeger de zogenaamde onderklasse: ‘Meneer zegt ‘t, dus meneer zal wel gelijk hebben.’

Maar wat las ik onlangs in de toch niet misse Volkskrant? Dat je in de wetenschap elk experiment moet kunnen herhalen. En dat wat ze daar noemen ‘belangrijke onderzoeksresultaten na eenmalige opvoering lijken te verdampen.’ Simpel vertaald dus, dat veel conclusies waarvan men dacht dat ze beproefd en bewezen waren, bij nader inzien een stevig wetenschappelijk fundament blijken te missen. Nóg weer simpeler, op mijn niveau, gesteld: Het zijn vaak de nieuwe kleren van de naakte keizer waar we naar kijken. Letterlijk staat er in dat Volkskrant artikel vet gedrukt te lezen: ‘Onderzoekers kunnen net zo lang met gegevens spelen, tot het gewenste resultaat eruit komt.’

Onderzoekers praten elkaar na, aldus sommige onderzoekers. Ze bevestigen elkaars vooroordeel. En ze kunnen door hen geïnterviewden beïnvloeden door tijdens het vraaggesprek een bepaald sfeertje te scheppen, waardoor ze het antwoord krijgen dat het beste in hun onderzoek past. In het krantenartikel worden daarvan een paar leuke voorbeelden gegeven, die u en ik ook zouden kunnen toepassen om een gewenst resultaat te bewerkstelligen. Zoals: Als je kille schoonouders op bezoek komen, zou je de verwarming een paar graadjes hoger kunnen zetten. Want er zijn aanwijzingen dat mensen zich in een warme ruimte warmer gaan gedragen. Nog eentje: Wil je mensen er in een restaurant toe aanzetten extra te eten en te drinken dus meer te verteren, dan schijnt het te helpen als je ze voor de maaltijd wat papiergeld geeft. Uit een experiment bleek namelijk, dat mensen die eerst een stapel geld hadden geteld, daarna vijftig procent meer bestelden dan ze van plan waren te consumeren. Dat lijkt me een prima tip voor restauranthouders: Leg op elk tafeltje alvast wat papiergeld klaar, want de kost gaat voor de baat uit. Maar pin me niet op de resultaten vast. Ik ben maar een leek, een psycholoog van de koude grond zou mijn moeder zeggen.

Henk Hendriks

UIT DE KRANT