Week 48

maria's mooie mensen

Deze weken van het jaar staan in het teken van het grote kinderfeest dat Sinterklaas heet en de kinderen, druk van alle aandacht en snoepgoed, bezorgen menig ouder bij tijden grijze haren. Als ik daaraan denk, moet ik altijd denken aan twee jongedames die het de vader van één van beide nogal moeilijk maakten, terwijl ik probeerde hem te interviewen. De dames waren beste vriendinnen en beide een jaar of acht. Samen zouden ze die avond schitteren op het podium tijdens de playbackshow in Grootegast, maar de zenuwen eisten deze middag hun tol. Terwijl ik binnenkwam, oefenden ze nog vol overgave hun pasjes en tekst. Vaders zette de koffie klaar en moeders besloot dat ze nog wel even een boodschapje kon doen. “Geen probleem”, was het zelfverzekerde antwoord van vaderlief. Lachend bekeek ik de dames eens, hoe ze vol overgave met zijn tweeën toch een reële versie van K3 neer konden zetten. Dat dit onder luide muziek moest, was logisch volgens hen, maar voor ons interview iets minder geslaagd. Dus hup, papa trok de tekenspullen uit de kast, de dames gingen aan tafel zitten en wij begonnen aan ons verhaal. Het duurde maar even of er barstte een discussie los over het te komen optreden. “Maar jij moet dit stukje zingen!”, klonk het al snel geagiteerd. “Dames”, suste vaders de boel, “straks gaan we oefenen, ga nu maar even tekenen.” Zo geschiedde, maar gezellig was het niet meer te noemen. “Paaaaaaaapppppppppaaaaaa!”, klonkt het slechts een vijf minuten later. “Nou kleurt ze in mijn favoriete kleurboek.” Oké, kleuren was dus niet zo’n goed idee. Met een lach keek ik toe hoe vaders beide dames naar boven verbande. “Zo”, zei hij nog onwetend, “nou kunnen we even rustig praten.” We pakten de draad weer op, totdat er boven wel heel veel gebonk en gestommel klonk. “Ik ga toch maar even een kijkje nemen”, zei vaders en ik kon niet anders dan instemmen. Twee huilende meiden wachtten hem op. Achter elkaar aan stampten twee kleine diva’s naar beneden: de haren door de war, de wangen rood en de tranen in de ogen. Verwijten gingen over en weer. “Maar zij is heel vervelend vandaag”, waarop de ander weer terugkaatste “ik wil nooit meer met jou spelen.” “Ik weet het nu goed gemaakt”, dacht vaders slim te zijn, “je mag nu kiezen: óf je gaat braaf spelen óf ik breng je vriendinnetje nu naar huis.” Lichte chantage, dat zou de dames wel tot rust krijgen. “Breng haar dan maar weg”, zei zijn dochter triomfantelijk. Ik probeerde mijn glimlach te verbergen, terwijl ik vaders koortsachtig zag denken. “Dat gaan we dus niet doen… ehm… ik bel je moeder wel”. Moeders spoedde zich terug en wist de boel te sussen. Later hoorde ik dat deze twee diva’s in de dop wel mooi met de winst van de Playbackshow ervandoor gingen. Was het toch allemaal niet voor niks geweest.

UIT DE KRANT